Log in
inloggen bij Betoniek
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Alle kennis / Nieuws

Veiligheid bruggen in orde

23 april 2012

Een groot deel van de betonnen kunstwerken in Nederland is zo’n 40 tot 50 jaar oud. Dat betekent dat deze de helft van hun ontwerplevensduur zijn gepasseerd. Mede gezien de grote veranderingen op de weg (meer en zwaarder verkeer, vluchtstroken) ontstaat de vraag of deze kunstwerken nog wel voldoen aan de veiligheidseisen die we vandaag de dag aan onze infrastructuur stellen. Het vermoeden bestaat dat de betonnen kunstwerken grote reserves in hun sterkte hebben, maar is dat ook werkelijk het geval?

Om op deze vraag antwoord te kunnen geven is in opdracht van Rijkswaterstaat door TNO en TU Delft een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de veiligheid van bestaande kunstwerken. Tijdens een studiedag op 19 april, georganiseerd door de Betonvereniging, zijn de uitkomsten van dit project aan het publiek gepresenteerd.

Veranderingen

Veel van de Nederlandse kunstwerken zijn aangelegd in de jaren 60 en 70. In de tijd die sindsdien is verstreken, is er veel veranderd. Enerzijds zijn de verkeersbelastingen fors toegenomen. Rond 1960 waren vrachtwagen van 50 ton een uitzondering. In het huidige verkeersbeeld is het aantal 50-tonners meer dan substantieel.

Anderzijds zijn inzichten veranderd en zijn worden er andere materialen gebruikt (hogere sterkte van het betonstaal). Dit heeft ertoe geleid dat in de loop van de jaren de normen daarop zijn aangepast. Vooral het afschuifdraagvermogen wordt tegenwoordig conservatiever ingeschat. Concreet betekent dit dat kunstwerken die eerder zijn ontworpen dan 1974 mogelijk een te lage rekenkundige sterkte hebben. 

Onderzoek

Diverse deelprojecten, uitgevoerd door TNO en TU Delft, in opdracht van Rijkswaterstaat, hebben het inzicht in de huidige reserves van kunstwerken nu enorm verbeterd. Zo is er meer bekend over de daadwerkelijke sterkte van beton. Door de doorgaande hydratatie is de betonsterkte in de meeste gevallen veel hoger dan waarmee is gerekend. Dit heeft ook positieve gevolgen voor de, aan de materiaalsterkte gerelateerde, afschuifsterkte.

Bekend is dat normen een breed toepassingsgebied hebben, wat in de praktijk betekent dat veel constructies niet zijn uitgeput voor wat betreft hun sterkte. Zo werden platen ontworpen volgens de strokenmethode waarbij nauwelijks rekening werd gehouden met spreiding van puntlasten. Met het onderzoek is dat gedrag beter in beeld gebracht en zijn scherpere rekenregels ontwikkeld.

Door voortschrijdend inzicht weten we ook meer over het daadwerkelijke mechanische gedrag in een brug. In het onderzoek is vooral gekeken naar de dwarskrachtsterkte (het afschuifdraagvermogen), omdat daarover de grootste onzekerheid bestond.

Uit het onderzoek blijkt ondermeer dat de afdracht van belasting minder ongunstig kan worden aangenomen en blijken er andere mechanismen op te treden die een positieve invloed hebben op de capaciteit. Omdat de daadwerkelijk optredende belastingen goed in kaart zijn gebracht en goed is gekeken naar de veiligheidsniveaus, is een betrouwbaar beeld ontstaan van de risico’s bij bestaande kunstwerken. De ontwikkelde methoden sluiten aan bij het nieuwste Bouwbesluit van 2012 en NEN 8700 waar, voor het eerst, onderscheid wordt gemaakt in drie verschillende betrouwbaarheidsniveau’s, te weten: nieuwbouw, verbouw en afkeur.

Cement

2012/4

Als algemene conclusie geldt dat de meeste bruggen nog voldoen aan de eisen en nog een tijd meekunnen. In Cement 2012/4 wordt de diverse deelonderzoeken en bijbehorende conclusies uitgebreid beschreven. Dit nummer verschijnt medio juni.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.