In de discussie over het terugdringen van de CO2-uitstoot in de bouw gaat veel aandacht uit naar cement. Niet zo vreemd, want wereldwijd draagt cement naar schatting circa 7% bij aan de totale CO2-uitstoot. In Nederland is het beeld een stuk positiever; de CO2-uitstoot door cement bedraagt hier slechts 1,2%. Toch doet de cementindustrie er veel aan om de uitstoot verder omlaag te krijgen. Een van de recentste ontwikkelingen is het hergebruik van fijngemalen cementsteen uit bouw- en sloopafval, eventueel met een proces waarbij ook nog eens CO2 kan worden opgenomen.              
                
             
                              
                                      
                      TOEPASSING GERECYCLED CEMENT BEL ANGRIJK  
ONDERDEEL IN STR ATEGIE CO	
2-REDUCTIE	
Binding CO	2	 bij 	
HERGEBRUIK  
cementsteen
In de discussie over het terugdringen van de CO	2-uitstoot in de bouw 
gaat veel aandacht uit naar cement. Niet zo vreemd, want wereldwijd 
draagt cement naar schatting circa 7% bij aan de totale CO	
2-uitstoot. 
In Nederland is het beeld een stuk positiever; de CO	
2-uitstoot door 
cement bedraagt hier slechts 1,2%. Toch doet de cementindustrie er 
veel aan om de uitstoot verder omlaag te krijgen. Een van de recentste 
ontwikkelingen is het hergebruik van fijngemalen cementsteen uit 
bouw- en sloopafval, eventueel met een proces waarbij ook nog eens 
CO	
2 kan worden opgenomen.	
12	 VAKBL AD   	  3  2023	
Auteur  Marcel Bruin, Heidelberg Materials	
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   12Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   12	16-10-23   08:4716-10-23   08:47
W	
ereldwijd de meest toegepaste 
cementsoort is portlandcement, met 
als belangrijkste bestanddeel port-
landcementklinker. Bij de productie hier van 
komt relatief veel CO	
2 vrij, met verschillende 
oorzaken (fi  g. 2). In de eerste plaats is energie 
nodig voor het verwarmen van de ovens waarin 
de klinker wordt gemaakt. De tweede, meest 
belangrijke oorzaak is dat er CO	
2 vrijkomt bij de 
calcinatie van kalksteen.
GEGR ANULEERDE HOOGOVENSL AK EN 
POEDERKOOLVLIEGAS
Een eerste, voor de hand liggende strategie is 
om de CO	
2-uitstoot door het energieverbruik 
bij de productie van cement te beperken. Op 
dat gebied vinden diverse ontwikkelingen 
plaats, waarbij wordt ingezet op het gebruik 
van alternatieve brandstoff  en in plaats van 
fossiele en niet-hernieuwbare brandstoff  en.
Het terugdringen van de CO	
2-uitstoot als 
gevolg van calcinatie is een complexer vraag-
stuk. In het chemische proces bij de productie 
van portlandcementklinker komt CO	
2 vrij, dat is 
niet te vermijden. Een mogelijkheid om dat 
deel van de CO	
2-uitstoot bij de cementproduc-
tie te verminderen, is het verlagen van het aan-
deel portlandcementklinker in cement. Dit kan 
door andere grondstoff  en te gebruiken, die 
door portlandcementklinker worden geacti-
veerd, ook wel Supplementary Cementitious 
Materials (SCM's) genoemd. De activatie van 
alternatieve grondstoff  en vindt plaats dankzij 
de hoge alkaliteit die ontstaat dankzij de 
calciumhydroxide (CH), samen met calcium-
hydraatsilicaat (CSH) het belangrijkste 
reactieproduct van de calciumsilicaten uit de 
portlandcementklinker met water.	
cementmaling 10%	
calcinatie
61%	
CEM I 52,5 CEM II / B-V 42,5 N CEM III / A 42,5 CEM III / B 42,5 N CEM III / B 42,5 L	
kg CO
2 / ton	
CEM III/B 40%	
fossiele brand-
stoen 29%
CEM II10% CEM I
35%
CEM III/A 15%	
2   Oorzaak  CO	2-emissies cement, bron: Heidelberg 
Materials België/Nederland
1   Cementfabriek LEIL AC (Low Emissions Lime And Cement Industr y) in Lixhe 
(België), waar een succesvol pilotproject is uitgevoerd met het afvangen van CO	
2	
Er wordt gezocht naar andere materialen dan gegranuleerde 
hoogovenslak en poederkoolvliegas, waarmee portland-
cementklinker kan worden vervangen	
13	 VAKBL AD 	  3  2023	
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   13Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   13	16-10-23   08:4716-10-23   08:47
De bekendste alternatieve grondstof voor 
cement is gegranuleerde hoogovenslak, een 
latent-hydraulisch product dat vrijkomt bij de 
productie van ruwijzer. De CO	
2-footprint van 
het op slak gebaseerde hoogovencement (CEM 
III/A of CEM III/B) is veel lager dan portlandce -
ment (fig. 3).	
Een andere ver vanger voor klinker is poeder -
koolvliegas, dat vrijkomt uit kolengestookte 
e
 lektriciteitscentrales. Daarmee wordt port -
landvliegascement (CEM II/A-V of CEM II/B-V) 
g
 emaakt. In Nederland zijn er momenteel echter 
nauwelijks nog kolengestookte elektriciteits -
centrales actief. In centrales die wel nog produ-
ceren, wordt een deel van de kolen ver vangen 
door alt
 ernatieven zoals houtpellets en bio -
massa. Dat levert biokoolvliegas op, die niet is 
t
 oegelaten en veel minder geschikt is als grond -
stof in cement of als reactieve vulstof in beton.
Toepassing van alternatieve grondstoffen voor 
cement is verre van nieuw. Hoogovencement 
(en tot voor kort portlandvliegascement) 
wordt in Nederland al decennialang op grote 
schaal toegepast. Hoogovencement is zelfs 
veruit het meest toegepaste bindmiddel (fig. 
4). Dat is ook de reden dat de CO	
2-uitstoot bij 
de cementproductie in ons land aanzienlijk 
lager is dan wereldwijd.
ALTERNATIEVE BINDMIDDELEN
Naast gegranuleerde hoogovenslak en poe -
derkoolvliegas wordt gezocht naar andere 
materialen (SCM's) waarmee portlandce -
mentklinker kan worden ver vangen. Dit is  nodig omdat de verwachting is dat het aanbod 
gegranuleerde hoogovenslak de 
komende jaren sterk afneemt. 
Bekende alternatieven zijn kalk
-
steen, natuurlijke puzzolanen en 
gecalcineerde klei.	
Ook worden nieuwe cementsoorten ontwikkeld 
met een alternatief voor portlandcementklinker, 
met een lagere CO	
2-footptint dan portlandce -
ment. Voorbeelden zijn calciumsulfoaluminaat -
cement (CSA), belietcement (bij HeidelbergMa-
terials heet een combinatie van beide 
T	
 ernocem), wollastonietcement (bijvoorbeeld 
Solidia van Holcim) en Celitement.
Een andere ontwikkeling zijn de alkalisch geac -
tiveerde bindmiddelsystemen, ook wel geopo-
lymeren genoemd. Geopolymeerbeton, bestaat 
in de ba
 sis uit dezelfde grondstoffen als traditi -
oneel beton, namelijk een bindmiddel, toeslag -
materiaal (zand en grind), water en eventuele 
hulp- en v
 ulstoffen. Het bindmiddel wordt ech -
ter niet geactiveerd door portlandcementklin-
ker, maar door sterk alkalische stoffen (zoge -
noemde activatoren, zoals natriumsulfaat, 
na
 triumhydroxide en waterglas (natrium -
silic
aat). De activator wordt toegepast op 
bestaande SCM's, met name gegranuleerde 
hoogovenslak. Maar andere SCM's (zoals poe -
derkoolvliegas, natuurlijke puzzolanen en 
g
 ecalcineerde klei) kunnen ook alkalisch wor -
den geactiveerd, al dan niet in combinatie met 
hoog
 ovenslak. De alkalisch te activeren mate -
rialen worden precursors genoemd.
Voor het verder beperken van de CO	2-footprint  van beton is het belangrijk dat de schaarse 
hoogovenslak wordt ver vangen door andere 
precursors. Hoogovenslak wordt in Nederland 
immers al grotendeels toegepast in hoogoven-
cement, waardoor er geen milieuwinst is bij het 
gebruik in geopolymeerbeton. Er zijn ontwikke
-
lingen om geopolymeerbeton ook op basis van 
andere precursors te produceren, zoals gecalci-
neerde klei en natuurlijke puzzolanen (en even-
tuele combinaties met elkaar), die al zijn toege -
laten volgens de Europese cementnorm EN 
197-1. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan de 
ontwikkeling van nieuwe SCM's, zoals staalslak, 
koperslak, bauxietresiduen, AEC-vulstoffen, 
historische vliegassen en biokoolvliegassen.
Een andere ontwikkeling is de toepassing van 
een combinatie van alkalische activatie van 
precursors met een klein aandeel portland -	
c	
ementklinker, zogenoemde hybride systemen 
(zie hier voor het artikel 'Balans tussen snel-
heid en CO	
2', elders in dit nummer).
Al deze cementsoorten en alternatieven zijn 
nog in ontwikkeling en vragen meer onder -
zoek. Vooralsnog is er niet één alternatief dat 
qua beschikbaarheid en kwaliteit 
portlandcement(klinker) en gegranuleerde 
hoogovenslak volledig kan ver vangen.
De alternatieve bindmiddelen worden in dit 
artikel verder niet in detail beschreven. Meer 
hierover is te vinden in eerder verschenen 
Betoniek-artikelen (zie kader 'Meer lezen').	
cementmaling 10%
calcinatie 61%	
CEM I 52,5 CEM II / B-V 42,5 N CEM III / A 42,5 CEM III / B 42,5 N CEM III / B 42,5 L	
kg CO
2 / ton	
CEM III/B 40% fossiele 
brand-
stoen 29%
CEM II 10% CEM I
35%
CEM III/A 15%	
cementmaling 10%
calcinatie 61%
CEM I 52,5 CEM II / B-V 42,5 N CEM III / A 42,5 CEM III / B 42,5 N CEM III / B 42,5 L	
kg CO
2 / ton	
CEM III/B 40%	
fossiele brand-
stoen 29%
CEM II10% CEM I
35%
CEM III/A 15%	
3   CO2-footprint cement (in kg CO	2 / ton) 4    	
G	
 ebruik cement in Nederland	
MEER LEZEN
Meet over alternatieve cementsoorten staan 
in de artikelen:
?
    CO	
2-reductie: opties voor cement
?
   	
Ont	
wikkelingen grondstoffen in beton	
Door carbonatatie worden RCF's gemineraliseerd 
en krijgen ze puzzolane eigenschappen
14	 VAKBL AD   	  3  2023	
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   14Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   14	16-10-23   08:4716-10-23   08:47
HERGEBRUIK 'FINES'
Bij het slopen en breken van zuiver beton uit 
bestaande constructies komt materiaal vrij dat 
goed te hergebruiken is. Er is al veel er varing 
met het hergebruik van het grove en fijne toe-
slagmateriaal bij de productie van nieuw 
beton. Dankzij de ontwikkeling van innova-
tieve, extra selectieve breektechnieken, wordt 
de kwaliteit van die gerecyclede producten, 
zoals betongranulaat, alleen maar beter. Zo is 
het bij die technieken mogelijk het aan het toe -
slagmateriaal aangehechte cementsteen gro-
tendeels te verwijderen, wat de kwaliteit van 
het toeslagmateriaal bevordert. Hierbij is het 
de uitdaging net voldoende kracht op het al 
gebroken beton los te laten, zodat de cement -
steen bezwijkt en de toeslagmateriaaldeeltjes 
in tact worden gelaten.
Bij dat proces komt het verwijderde cement -
steen als fijn materiaal vrij. Afhankelijk van de 
scheidingstechniek zal deze fijne fractie voor 
een groot deel uit cementsteen (gehydrateerd 
cement) bestaan, met daarnaast mogelijk 
ongehydrateerd cement en fijne delen toeslag-
materiaal (silica).
In het verleden wist men niet zo goed wat men 
met dit fijne materiaal aan moest, maar dankzij 
recente ontwikkelingen is het mogelijk het 
gerecyclede cementsteen (Recycled Concrete 
Paste, RCP) te gebruiken als zogenoemde 
Recycled Concrete Fines (RCF) bij de productie 
van portlandcementklinker als CO	
2-vrije 
grondstof. Hierbij hoeft er vanwege het in de 
cementsteen aanwezige calcium minder kalk -
steen te worden gebrand en vindt er dus een 
reductie van de CO	
2-emissie plaats. Ook kun-
nen deze fines direct worden gebruikt als SCM 
in cement, al dan niet na volledige carbonatatie 
(zie verderop).	
Regelgeving
Voor de toepassing van RCF in cement is sinds 
kort nieuwe regelgeving beschikbaar. Zo is 
sinds 1 juni 2023 de EN 197-6 ? Cement with 
recycled building materials  van kracht. Deze 
norm is opgezet door CEN/TC 51, de commissie 
verantwoordelijk voor Europese regelgeving op 
het gebied van cement en bouwkalk. Deze com-
missie heeft de norm opgesteld op basis van 
een technisch dossier, gemaakt door de Euro-
pese brancheorganisatie voor cement: CEMBU-
RE AU. CEMBURE AU heeft een werkgroep 
geformeerd, omdat vanuit de leden (industrie) 
de wens is geuit ook circulaire materialen te 
hergebruiken in cement en beton. Het dossier 
bevat er varingen van de toepassing van RCF uit 
Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en Nederland. 
Nu EN 197-6 beschikbaar is, zal deze ook wor -
den opgenomen in de nationale annex van EN 
206 (de Europese betonnorm), NEN 8005. 
Cement met RCF als bestanddeel kan echter pas 
worden toegepast in met name constructief 
beton, wanneer minimaal gelijkwaardigheid is 
aangetoond volgens CROW-CUR Aanbeveling 
48. In de Europese norm heeft RCF de afkorting 
F (RCF (F)) gekregen.
RCF kan mogelijk ook inzetbaar zijn als inerte 
(type l) of reactieve vulstof (type ll) recht -
streeks in beton. EN 197-6 beschrijft een 
tweetal cementtypen CEM II en CEM VI die in 
combinatie met de andere SCM's uit de 
cementnorm kunnen worden samengesteld.
EN 197-6 zou een basis kunnen zijn voor uit -
breiding van de vulstofrichtlijnen voor toepas -
sing in beton.
CARBONATATIE
Als cementsteen is verhard, start een fase 
waarbij met name calciumhydroxide kan car -bonateren. Dit is een natuurlijk proces waarbij 
CO	
2 wordt gebonden: CO	2 reageert met calci-
umhydroxide (Ca(OH)	
2) tot calciumcarbonaat 
(CaCO	
3). Het is in feite een omgekeerde reac -
tie van de eerdergenoemde calcinatie. Dit is 
het mechanisme dat leidt tot een verlaging van 
de pH in het poriesysteem van beton, waarbij in 
geval van gewapend beton de corrosie	
-	
be	
scherming van de wapening vermindert.
Het RCF dat vrijkomt bij het breken kan met CO	
2 
reageren, waarbij naast calciumcarbonaat 
door carbonatatie van de CSH, bij hoge druk en 
temperatuur een silica-aluminiumgel ontstaat 
die puzzolane eigenschappen heeft. Dus door 
carbonatatie van de RCF's worden deze gemi-
neraliseerd en krijgen puzzolane eigenschap-
pen. Hier wordt ook wel gesproken van [c]RCF. 
Dit materiaal kan als bestanddeel worden toe -
gepast in cement.  
GEFORCEERDE CARBONATATIE
Er zijn verschillende aspecten die invloed heb-
ben op de carbonatatie van RCF. Zo is vochtig-
heid van belang; het kan droog, semi-nat of nat 
plaatsvinden (foto 6). Daarnaast zijn ook tem-
peratuur en druk van invloed op de mate en de 
snelheid van carbonatatie. Uit recent onder -
zoek is gebleken dat ook fijne silicadeeltjes uit 
het toeslagmateriaal bij hoge temperatuur en 
druk puzzolaan kunnen worden. Behandeling 
bij hoge druk en met stoom wordt ook wel 
autoclaveren genoemd en is ook bekend als 
techniek om hydratatiereacties en sterkte	
-	
ont	
wikkeling in beton te versnellen.
Omdat de carbonatatie van RCF interessant is 
bij het hergebruik, wordt gekeken hoe dit pro-
ces kan worden geoptimaliseerd. Hoewel de 
carbonatatiereactie spontaan verloopt en exo-
therm is (geen energie nodig), is er wel ener -
gie nodig om dit proces op industriële schaal 
effectief uit te voeren, bijvoorbeeld in een wer -
velbed. Er wordt aangenomen dat er 10 kWh 
elektriciteit nodig is om 1 ton RCF te fluïdiseren 
gedurende 30 minuten, ongeacht de chemi-
sche samenstelling. Omdat de RCF al fijn is, is 
er geen verdere maalenergie nodig. Carbona-
tatie op industriële schaal wordt ook wel 
geforceerde carbonatatie genoemd.
In het ideale plaatje kan bij de carbonatatie van 
RCF gebruik worden gemaakt van CO	
2 die vrij-
komt bij de productie van portlandcementklin-
ker. Bij Heidelberg Materials is deze techniek al 
tweemaal op industriële schaal getest. In Brevik 
(Noorwegen) is dit semi-droog gebeurd en in 	
cementmaling 10%
calcinatie 61%
CEM I 52,5 CEM II / B-V 42,5 N CEM III / A 42,5 CEM III / B 42,5 N CEM III / B 42,5 L	
kg CO
2 / ton	
CEM III/B 40% fossiele 
brand-
stoen 29%
CEM II 10% CEM I
35%
CEM III/A 15%	
5   Van links naar rechts: portlandcement, gemalen gegranuleerde hoogovenslak, kalksteenmeel, poederkoolvliegas 
(op de achtergrond een betonprisma)	
15	 VAKBL AD   	  3  2023	
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   15Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   15	16-10-23   08:4716-10-23   08:47
Ribblesdale (Groot-Brittannië) onder natte 
omstandigheden. In deze testen is het CO	
2-hou-
dend gas van de oven direct gebruikt. Hierbij is 
vastgesteld dat het proces robuust is en e?    ci-
ent qua opname van CO	
2. Momenteel wordt in 
een fabriek in Polen een selectieve recycle-
installatie voor beton geïnstalleerd, waarbij een  koppeling wordt gemaakt met de gassen die 
vrijkomen uit de klinkeroven. De materialen uit 
de recycle-installatie, met name de RCF, zullen 
in een soort reactor in contact worden gebracht 
met de afgassen die CO	2 bevatten en waarbij de 
RCF zal carbonateren. Deze installatie zal in 
2024 operationeel zijn en het gecarbonateerde 	
materiaal zal in deze fabriek als bestanddeel in 
cement worden toegepast.
De hoeveelheid CO	
2 die kan worden gebonden 
is sterk afhankelijk van de scheidingstechniek, 
ofwel het aandeel cementsteen in de RCF. 
Deze factor is dominant ten opzichte van de 
andere genoemde factoren vocht, druk en 
temperatuur. Verwacht wordt dat een RCF met 
een hoog aandeel cementsteen tot 200 kg aan 
CO	
2 per ton aan materiaal kan opnemen.
EIGENSCHAPPEN GECARBONATEERD RCF	
Gecarbonateerde betonfi  nes ([c]RCF) zijn een 
zeer reactieve puzzolaan met een hoog specifi  ek 
opper vlak. Uit onderzoek is gebleken dat, in 
vergelijking met andere puzzolanen, [c]RCF 
extreem snel kan reageren, sneller dan bijvoor-
beeld poederkoolvliegas (fi  g. 8). In vergelijking 
met kalksteen zijn positieve resultaten bekend 
bij 40% ver vanging van portlandcement door 
[c]RCF (fi  g. 9). Op laboratoriumschaal is al 
onderzoek gedaan met 60% [c]RCF resulterend 
in een goed presterend cement in de 32,5-klasse.
AFVANGEN, GEBRUIKEN EN OPSL A AN CO	2	
Bij het geforceerd carbonateren van RCF snijdt 
het 'CO	
2-mes' aan twee kanten. Enerzijds 
wordt gerecycled cement geschikt gemaakt 
voor toepassing in nieuw cement, wat het 
gebruik van de relatief CO	
2-onvriendelijke 
portlandcementklinker beperkt. Anderzijds 
wordt CO	
2 dat vrijkomt bij de productie van 
cement afgevangen en gebonden.	
Demolishing	
Mineralization
substrate	New SCM	
Fresh 
concrete	Old concrete
Recycled a ggregates and sand	
1	
2	
3	
1
2
3	
?	Disintegration of old concrete i nto constituents: 
aggregates, sand and cement paste (RCP)	
?	100 % mechanical process: low energy / costs
?	CO2 mineralization from raw fue gas using RCP 
= Carbon Capture and Storage tec hnology	
?	Thermodynamically favorable: fast, low energy 
demand, robust
?	RCP becomes pozzolanic upon carbonation	
?	Highly reactive Si - Al gel allows high 
replacementlevels	
6   Labopstelling carbonatatie cementsteen
7   Schematische weergave mogelijkheden RCP
16	 VAKBL AD 	  3  2023	
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   16Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   16	16-10-23   08:4716-10-23   08:47
Dat laatste past in een van de belangrijke stra-
tegieën van Heidelberg Materials: het afvangen, 
gebruiken en opslaan van CO	
2. Dit is beter 
bekend onder de Engelse term Carbon Capture, 
Utilisation and Storage, ofwel CCUS . De over-
tuiging is dat de doelstelling ? het reduceren van 
de CO	
2-footprint tot 0 in 2050 ? alleen mogelijk 
is door ook op deze strategie in te zetten.
Het gebruik van CO	
2 bij de mineralisatie van 
cementsteen is een van de voorbeelden van 
utilisation. Daar zijn diverse andere manieren 
voor. Zo kan de afgevangen CO	
2 worden 
gebruikt bij de productie van brandstoff  en en 
het kweken van algen. Recent heeft Heidel-
berg Materials een contract afgesloten met 
Linde voor de verkoop van afgevangen CO	
2 uit 
de cementfabriek in Lengfurt voor toepassing 
in de chemische en voedingsindustrie.
Ook kan CO	
2 worden gebruikt voor zoge-
noemde CO
2-verharding. Hier van is sprake bij 
het al eerdergenoemde wollastoniet. Maar ook 
andere materialen kunnen met CO	
2 verharden. 
Staal- en roestvaststaalslakken kunnen als 
fi  jngemalen product worden gebruikt bij de 
productie van bouwblokken, waarbij CO	
2- ve r-
harding plaatsvindt onder de juiste omstandig-
heden (druk, vocht en temperatuur). Een voor-
beeld hier van is Carbstone.
Als CO	
2 niet wordt gebruikt kan het worden 
opgeslagen. Deze storage kan bijvoorbeeld in 
oude gasvelden, maar wellicht ook in minera-
len (zoals in olivijn). 's Werelds eerste groot-
schalige carbon capture and storage-project 
bij een cementfabriek komt te staan in Brevik in 
Noorwegen, waar jaarlijks 400.000 ton CO	
2 zal 
worden afgevangen (foto 10). Die techniek 
wordt inmiddels op meerdere plekken toege-
past, zoals bij een cementfabriek in Mitchell in 
de Verenigde Staten, waar jaarlijks 2 miljoen 
CO	
2 wordt afgevangen en opgeslagen.	
1 d 2 d7 d28 d 90 d
0
10 20
30 40 50
60
70	
)aPM( htgnerts evisserpmoC	
Time (Days)	
 L-2 L-4 cRCP-d-2 cRCP-d-4 cRCP-w-2 cRCP-w-4
SCM: L=limestone, cRCP =carbonated RCP
Clinker 
replacement
2=20 %
4=40 %
Carbonation 
method
d=semi - dry
w=wet
EN 197 - 2	
M. Zajac, Efect of semi-dry carbonated paste on cement hydration a nd performance. Submitted to Cement a nd Concrete Research	
DOELSTELLINGEN
Samenvattend zijn er drie pijlers in de strategie 
van Heidelberg Materials om de CO	
2-uitstoot 
te verminderen:
1   het ontwikkelen van alternatieve innova- tieve bindmiddelen met andere SCM's, 
waarbij circulariteit (van met name beton) 
een van de speerpunten is; 2   het gebruik van alternatieve brandstoff  en bij 
de productie van portlandcementklinker;
3   Carbon Capture, Utilisation and Storage.
Met deze drie pijlers is Heidelberg op weg naar 
een reductie van CO	
2-emissies (wereldwijd) 
met 47% in 2030 2030 en naar 'net zero' in 2050 
(fi  g. 11). 	
8   Gecarbonateerde RCF reageert sneller dan  andere puzzolanen
9   Gecarbonateerde betonfi  nes presteren goed als SCM bij 40% ver vanging van portlandcementklinker in vergelijking met kalksteen
11   Verlaging van CO	
2-footprint van cement tot 2050 door alternatieve bindmiddelen (optimise products), 
alternatieve brandstoff  en (optimise process) en Carbon Capture, Utilisation and Storage (CCUS)	
10    Cementfabriek in Brevik, de eerste grootschalige 
cementfabriek waar CO	
2-afvang en -opslag plaatsvindt	
17	 VAKBL AD 	  3  2023	
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   17Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd   17	16-10-23   08:4716-10-23   08:47                  
                 
              
    
    Wereldwijd de meest toegepaste cementsoort is portlandcement, met als belangrijkste bestanddeel portlandcementklinker. Bij de productie hiervan komt relatief veel CO2 vrij, met verschillende oorzaken (fig. 2). In de eerste plaats is energie nodig voor het verwarmen van de ovens waarin de klinker wordt gemaakt. De tweede, meest belangrijke oorzaak is dat er CO2 vrijkomt bij de calcinatie van kalksteen.
         
Reacties