In het streven naar duurzamer gebruik van beton blijkt een verrassende oplossing te liggen in een al lang bekend fenomeen: de doorgaande sterkteontwikkeling. Beton blijft na 28 dagen, het standaardmoment waarop de druksterkte wordt vastgesteld, vaak nog maandenlang en soms zelfs jarenlang sterker worden. Door deze eigenschap beter te benutten, kan er slanker en duurzamer ontworpen worden, met minder materiaal en een lagere milieubelasting als resultaat. Maar waarom gebeurt dat dan nog zo weinig? En hoe zorgen we dat we die extra sterkte op een verantwoorde manier kunnen inzetten?
In het streven naar duurzamer gebruik van beton blijkt een verras-
sende oplossing te liggen in een al lang bekend fenomeen: de door-
gaande sterkteontwikkeling. Beton blijft na 28 dagen, het standaard-
moment waarop de druksterkte wordt vastgesteld, vaak nog
maandenlang ? en soms zelfs jaren ? sterker worden. Door deze eigen-
schap beter te benutten, kan er slanker en duurzamer ontworpen wor-
den, met minder materiaal en een lagere milieubelasting als resultaat.
Maar waarom gebeurt dat dan nog zo weinig? En hoe zorgen we dat we
die extra sterkte op een verantwoorde manier kunnen inzetten?
10 VAKBLAD 2 2025
BETON WORDT STERKER
Beton is een materiaal dat zich in de tijd blijft
ontwikkelen. Na het mengen van cement,
zand, grind en water begint het verhardings-
proces: de hydratatie van het cement. Deze
reactie zorgt ervoor dat het beton in de eerste
dagen snel in sterkte toeneemt. Maar het stopt
daar niet. Ook na de klassieke 28 dagen, het
standaardmoment waarop de druksterkte
wordt bepaald, blijft beton, weliswaar steeds
langzamer, sterker worden.
In vrijwel alle constructieve berekeningen
gebruiken we de sterkteklasse als uitgangs-
punt. De sterkteklasse van het beton (zoals
C30/37) vormt de basis voor het bepalen van
Doorgaande
sterkteontwikkeling
BENUT DE KRACHT VAN TIJD
Auteur Jeannette van den Bos, Rijkswaterstaat
BV 02-2025_Doorgaande sterkteontwikkeling.indd 10BV 02-2025_Doorgaande sterkteontwikkeling.indd 10 16-05-2025 12:4716-05-2025 12:47
11 VAKBLAD 2 2025
de rekenwaarden in de Eurocode (NEN-EN
1992). De sterkteklasse en daarmee de con-
structieve berekeningen worden bepaald door
de karakteristieke druksterkte van beton. Deze
wordt volgens NEN-EN 206 en NEN-EN 1992
bepaald op 28 dagen ouderdom.
Het moment van 28 dagen is historisch gegroeid
en biedt in veel gevallen een goede balans tus-
sen praktische haalbaarheid en zekerheid: het
beton heeft dan voldoende sterkte ontwikkeld
om met betrouwbare toleranties te meten en in
de meeste projecten wordt het materiaal rond
die tijd ook daadwerkelijk belast.
Echter, in andere gevallen ? denk aan infra-
structurele werken zoals tunnels of viaducten,
funderingen of kelders die pas maanden na
aanleg worden belast ? zou het prima zijn om
op een later tijdstip dan 28 dagen de gevraagde
sterkte te hebben.
KANSEN VOOR VERDUURZAMING
De snelheid en mate van die sterkteontwikke-
ling hangen onder andere af van de cement-
soort. Bij portlandcement (CEM I) vlakt de
groei relatief snel af. Maar bij cementen met
trage hydratatiereacties, zoals hoogovence-
ment (CEM III/B) of portlandvliegascement
(CEM II/B-V), is de sterktegroei vergeleken
met portlandcement fors. In sommige gevallen
wordt zelfs meer dan een verdubbeling van de
druksterkte waargenomen, vergeleken met de
druksterkte op 28 dagen. Kiezen voor beton
met dergelijke cementsoorten leidt tot beton
met een langere en forsere doorgaande sterk-
teontwikkeling (?g. 2).
Door bewust gebruik te maken van deze door-
gaande sterkteontwikkeling, ontstaat de
mogelijkheid om beton e!ciënter te ontwer -
pen. In plaats van te dimensioneren op basis
van de 28-dagensterkte, zouden we kunnen
rekenen met een sterkte die op een later
moment optreedt. Dit zou in theorie leiden tot
materiaalbesparing en daarmee ook tot een
lagere milieubelasting.
En laten dit nu juist de cementsoorten zijn die
vanwege het lagere percentage portlandklinker
een kleinere CO"-footprint hebben. Hierdoor is
het vanuit het oogpunt van verduurzamen extra
aantrekkelijk is om de doorgaande sterkteont-
wikkeling mee te nemen in het ontwerp.
KANTTEKENING
Toch is er een belangrijke kanttekening. De
norm NEN-EN 1992-1-1 (Eurocode 2), die de
bepalingen voor betonconstructies vastlegt,
stelt expliciet dat de druksterkte op 28 dagen
bepaald moet worden. En geeft zelfs aan dat bij
een bepaling van de druksterkte bij een ouder-
dom van meer dan 28 dagen een reductie, de
k
t
-factor, in rekening gebracht moet worden.
Waarom is dit het geval?
Dit heeft te maken met e#ecten van langdurige
belasting op beton, het zogenaamde Rüsch-
e#ect, zie kader. Voor langdurige belastingen
moet een reductiefactor op de druksterkte in
rekening worden gebracht, omdat beton onder
2 Druksterkteontwikkeling van verschillende cementsoorten over de tijd
1 Tijdens de bouw van het nieuwe Julianaplein in
Groningen is het verkeersknooppunt volledig
heringericht tot een ongelijkvloerse kruising,
waarbij onderdoorgangen en verbindingsbogen
zijn aangelegd om de doorstroming te verbeteren
en verkeerslichten te elimineren. Het benutten
van de doorgaande sterkteontwikkeling kan een
optie zijn voor bijvoorbeeld de wanden van de
onderdoorgangen.
(foto: Rijkswaterstaat)
BV 02-2025_Doorgaande sterkteontwikkeling.indd 11BV 02-2025_Doorgaande sterkteontwikkeling.indd 11 16-05-2025 12:4716-05-2025 12:47
12 VAKBLAD 2 2025
deze lange duur belasting bij een lagere 'druk-
sterkte' bezwijkt dan in een kortdurende
(28-daagse) sterkte proef.
In de norm is de keuze gemaakt om het Rüsch-
e#ect niet expliciet mee te nemen (de factor
voor de langetermijne#ecten op de druksterkte
is op 1 gesteld). De onderbouwing hiervoor is
dat een belangrijk deel van het negatieve e#ect
van de langdurige belasting wordt gecompen-
seerd door de positieve bijdrage van de door-
gaande sterkte-ontwikkeling.
Het is daarom dat de druksterkte wordt
bepaald bij een ouderdom van 28 dagen. Wordt
de druksterkte bepaald na 28 dagen, dan zal
die waarde voor de berekening, vermenigvul-
digd moeten worden met een k
t
-factor van
0,85. Zo wordt een bu#er ingebouwd om het
e#ect van langdurige belasting af te dekken.
Anders gezegd: een deel van de sterktetoename
die je als constructeur denkt te kunnen benut-
ten, is al stilzwijgend meegerekend in de norm.
Alleen het deel dat boven die 15% uitstijgt is
beschikbaar als extra sterkte voor het ontwerp.
PRAKTIJKTOEPASSING:
VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK
Om de doorgaande sterkteontwikkeling ver-
antwoord toe te passen, verscheen daarom in
2018 de CUR-Aanbeveling 122. Deze Aanbeve-
ling beschrijft hoe doorgaande sterkteontwik-
keling meegenomen kan worden in het ont-
werp, de betonkwaliteit en in de uitvoering.
Daarbij zijn drie punten van belang. Laten we
aan de hand van een voorbeeld, een wand in
een onderdoorgang gebouwd in een bouwkuip,
deze drie punten toelichten.
Het begint met de beoordeling of het ontwerp
en de uitvoering toelaten dat de druksterkte op
een later tijdstip wordt bereikt. In ons voorbeeld
geeft de planning aan dat de onderdoorgang
een jaar na het storten in gebruik genomen
wordt. Het benutten van de doorgaande sterk-
teontwikkeling lijkt een goede optie. Deze
wordt gekozen en verwerkt in het ontwerp. Dit
resulteert in een aangepaste rekenwaarde van
de betondruksterkte en daaraan gerelateerde
materiaaleigenschappen. CUR Aanbeveling 122
geeft hiervoor richtlijnen. Vanuit het ontwerp
volgt een speci?catie van de sterkteklasse (op
28 dagen) en een karakteristieke druksterkte
op latere ouderdom (56, 91 of 182 dagen). De
ontwerper geeft ook aan dat er een eis aan de
druksterkte is op het moment van het aanvullen
van de grond achter de wand.
Met de speci?catie komt de volgende stap: het
ontwerp van de betonsamenstelling. Hierbij is
de sterkteontwikkeling in de tijd van groot
belang, denk hierbij aan een geschiktheidson-
derzoek waarbij de druksterkte bij diverse tijd-
stippen wordt bepaald. Het mengselontwerp
wordt geoptimaliseerd op de langdurige sterk-
teontwikkeling (56, 91 of 182 dagen) vanwege
de gevraagde karakteristieke druksterkte op
3 De bouw van de 154m hoge Cooltoren in Rotterdam, wat een
opvallende toevoeging is aan de skyline van de stad. Het
benutten van de doorgaande sterkteontwikkeling kan een
optie zijn voor bijvoorbeeld de bouw van de stabiliteitskern.
(foto: Jan van Helleman / www.nieuws.top010.nl)
BV 02-2025_Doorgaande sterkteontwikkeling.indd 12BV 02-2025_Doorgaande sterkteontwikkeling.indd 12 16-05-2025 12:4716-05-2025 12:47
13 VAKBLAD 2 2025
REGELGEVING
CUR-AANBEVELING 122
Om het benutten van doorgaande sterkteontwikkeling mogelijk te maken, verscheen in enkele jaren
geleden CUR-Aanbeveling 122 'Ontwerpen en vervaardigen van betonconstructies met gebruikma-
king van de doorgaande sterkteontwikkeling van beton'. Deze aanbeveling bevat concrete aanpassin-
gen op drie vlakken:
? Ontwerp (NEN-EN 1992-1-1): aangepaste rekenwaarden van de betondruksterkte en aanwijzin-
gen voor het gebruik hiervan in de relevante paragrafen voor druksterkte, treksterkte en andere
materiaaleigenschappen.
? Technologie (NEN-EN 206): aanvullende eisen voor de conformiteitscontrole inclusief de bepaling
van de karakteristieke cilinderdruksterkte na 56, 91 of zelfs 182 dagen verharding.
? Uitvoering (NEN-EN 13760): speci?eke aandachtspunten voor nabehandeling en
temperatuursinvloeden.
NB NEN-EN 1992-1-1:2024
In de update van de nationale bijlage van NEN-EN 1992-1-1 is de aanpak van CUR Aanbeveling 122,
voor wat betreft het ontwerp, overgenomen als normatief in bijlage NB.A.
RÜSCH-EFFECT ? EFFECTEN VAN LANGDURIGE BELASTING [1]
Een bekend onderzoeksprogramma dat zich richtte op de e!ecten van langdurige belasting was dat
van Rüsch [1960]. Hij voerde proeven uit met betonnen prisma's, die hij belastte tot een bepaalde
fractie van de druksterkte op korte termijn: vervolgens werd de belasting gedurende een lange peri-
ode constant gehouden. Als de belasting op lange termijn hoger was dan ongeveer 80% van de draag-
kracht op korte termijn, trad na een bepaalde periode bezwijken op. Figuur 4 toont Rüsch's schemati-
sche weergave van betonspanningen als functie van de toegepaste spanningen voor verschillende
belastingtijden.
Zoals te zien is in de ?guur: Hoe langer de belastingstijd, hoe dichter de uiteindelijke sterkte de lange-
termijnwaarde 80% benadert.
De proeven uitgevoerd door Rüsch waren beperkt tot beton met een kubussterkte van ongeveer 60MPa.
Proeven door Walraven en Han met beton met kubussterktes tot 100 MPa toonden aan dat het gedrag bij
langdurige belasting voor beton met hoge sterkte vergelijkbaar is met dat van conventioneel beton.
latere ouderdom en de daarbij behorende
sterkteklasse op 28 dagen. Gebruikmaken van
de doorgaande sterkteontwikkeling betekent
dat op een eerder tijdstip een lagere sterkte
aanwezig kan zijn. Denk hierbij aan de belas-
ting in de bouwfase: het aanvullen de grond
achter de wand. Het is goed om te checken of
deze actie op de geplande tijd kan plaatsvin-
den. Zeker als de uitvoering in een winterperi-
ode plaatsvindt kan het langer duren dan ver-
wacht voordat de gewenste sterkte is bereikt.
Tot slot zal de gevraagde betonkwaliteit tijdens
de realisatie aangetoond moeten worden via de
conformiteitscontrole. Hiervoor zijn voor de
sterkteklasse de gebruikelijke betonkubussen
op 28 dagen noodzakelijk. Daarnaast zijn voor de
karakteristieke druksterkte op latere ouderdom
extra betonkubussen noodzakelijk. In CUR-Aan-
beveling 122 worden hiervoor richtlijnen gege-
ven. Voor de uitvoering is het goed om te weten
dat in de CUR-Aanbeveling de eis ten aanzien
van de nabehandeling bij het benutten van de
doorgaande sterkteontwikkeling is uitgebreid:
beton moet worden nabehandeld tot de beton-
druksterkte in het oppervlak tenminste 70% van
de 28-daagse betondruksterkte en 50% van de
karakteristieke druksterkte op latere ouderdom
bedraagt. Vanwege de druksterkte-eis in de
bouwfase kan het van belang zijn om het berei-
ken van de druksterkte in het werk vast te stel-
len. Met een rijpheidsgra?ek en het meten van
de sterkteontwikkeling in het beton kan te vroeg
belasten ondervangen worden.
CONCLUSIE: BENUT DE TIJD ? EN DE STERKTE
Het benutten van de doorgaande sterkteontwik-
keling biedt een interessante mogelijkheid om
beton te verduurzamen. Door ?exibeler om te
gaan met het tijdstip van sterktebepaling ? én
door onze ontwerppraktijk hierop aan te passen
? kunnen we e!ciënter en duurzamer bouwen.
De regelgeving is hiervoor gereed, dankzij
nieuwe richtlijnen zoals CUR-Aanbeveling 122
en de recente normaanpassing in de nationale
bijlage bij NEN-EN 1992:2024. Wel vraagt het
benutten van de doorgaande sterkteontwikke-
ling om een integrale aanpak: vanaf de ontwerp-
fase kiezen voor deze benadering én nauw
samenwerken met producent en uitvoerder.
Beton geeft ons tijd. Het is tijd dat wij die ook
gaan gebruiken.
Literatuur
1 Commentary EuroCode2, European Concrete Platform
ASBL, rev. A 2017.
1.0
0.8
0.6
0.4
0.2
0
012345678
m fc
?c [?]
t=
'
t=2min
20min
100min
failure under constant load
3days
70day s
instantaneous strain
ma x s tr ain
4 Spanning-rek
relaties voor
verschillende
tijdsduren van axiale
drukbelastingen
(Rüsch, 1960)
BV 02-2025_Doorgaande sterkteontwikkeling.indd 13BV 02-2025_Doorgaande sterkteontwikkeling.indd 13 16-05-2025 12:4716-05-2025 12:47
Beton is een materiaal dat zich in de tijd blijft ontwikkelen. Na het mengen van cement, zand, grind en water begint het verhardingsproces: de hydratatie van het cement. Deze reactie zorgt ervoor dat het beton in de eerste dagen snel in sterkte toeneemt. Maar het stopt daar niet. Ook na de klassieke 28 dagen, het standaardmoment waarop de druksterkte wordt bepaald, blijft beton, weliswaar steeds langzamer, sterker worden.
In vrijwel alle constructieve berekeningen gebruiken we de sterkteklasse als uitgangspunt. De sterkteklasse van het beton (zoals C30/37) vormt de basis voor het bepalen van de rekenwaarden in de Eurocode (NEN-EN 1992). De sterkteklasse en daarmee de constructieve berekeningen worden bepaald door de karakteristieke druksterkte van beton. Deze wordt volgens NEN-EN 206 en NEN-EN 1992 bepaald op 28 dagen ouderdom.
Het moment van 28 dagen is historisch gegroeid en biedt in veel gevallen een goede balans tussen praktische haalbaarheid en zekerheid: het beton heeft dan voldoende sterkte ontwikkeld om met betrouwbare toleranties te meten en in de meeste projecten wordt het materiaal rond die tijd ook daadwerkelijk belast.
Echter, in andere gevallen – denk aan infrastructurele werken zoals tunnels of viaducten, funderingen of kelders die pas maanden na aanleg worden belast (fig. 1) – zou het prima zijn om op een later tijdstip dan 28 dagen de gevraagde sterkte te hebben.
Reacties