Op 4 maart 2025 ging de cursus 'Verdieping betontechnologie' van start op twee locaties. In Den Bosch stond de cursus onder leiding van Eelco van der Weij en in Utrecht was Klaas Wiersma de docent. In elf lessen van twee uur zijn de cursisten voorbereid en klaargestoomd voor het examen, dat plaatshad op 10 juni. In totaal hebben 30 kandidaten het examen afgelegd, van wie er 16 zijn geslaagd.
Op 4 maart 2025 ging de cursus 'Verdieping betontechnologie' van
start op twee locaties. In Den Bosch stond de cursus onder leiding van
Eelco van der Weij en in Utrecht was Klaas Wiersma de docent. In elf
lessen van twee uur zijn de cursisten voorbereid en klaargestoomd
voor het examen, dat plaatshad op 10 juni. In totaal hebben 30
kandidaten het examen afgelegd, van wie er 16 zijn geslaagd.
EXAMEN
Betontechnoloog BV
2025
1 Schoonbeton in de uitvoeringsfase
(foto: Henk Oude Kempers)
20
VAKBLAD 3 2025
Auteur Klaas Wiersma Master Builders Solutions, Docent Betonvereniging
H
et examen bestond dit jaar uit dertien
vragen over alle onderwerpen uit de
cursus 'Verdieping Betontechnologie'.
Vraag 1 ging over de voorwaarden voor het
toepassen van een nieuw cement. De cursisten
moesten de te nemen stappen beschrijven
voordat een nieuw cement mag worden toege-
past voor de bereiding van betonspecie. Gezien
de huidige ontwikkelingen is dit een vraag die
UITWERKINGEN
Bekijk de opgaven en de uitwerkingen van het examen
Betontechnoloog BV 2025 op betoniek.nl.
Scan de QR-code
21 VAKBLAD 3 2025
in de dagelijkse praktijk zeker aan een beton-
technoloog gesteld kan worden.
Vraag 2 was een kennisvraag over het toe -
passen van een attestmengsel op basis van
CEM I en onder andere kalksteenmeel voor de
toepassing in zelfverdichtende betonspecie
(ZVB). Voor de benodigde hoeveelheid fijn
materiaal werd eveneens gebruikgemaakt
van kalksteenmeel. Er werd onder andere
gevraagd wat de water-bindmiddelfactor van
het gegeven mengsel was. Dit bleek voor
sommige cursisten lastiger dan gedacht.
Vraag 3 betrof een deel uit de berekening van
zelfverdichtende betonspecie. In dit geval
moest aan de hand van variƫrende cementpas-
tasamenstellingen en bijbehorende vloeima-
ten de waterbehoefte van het cement worden
bepaald. Hier wisten de cursisten wel raad
mee!
Vraag 4 was een kennisvraag over de waterbe-
hoefte van betonspecie. Men diende diverse
invloedsfactoren te benoemen en te beschrij-
ven op welke manier deze factoren invloed
hebben op de waterbehoefte. De score op deze
vraag was 60%.
Vraag 5 was een ouderwetse rekenvraag. Hier
moest een betonspeciesamenstelling worden
berekend op basis van een toeslagmaterialen-
mengsel met betongranulaat en de keuze uit
twee cementsoorten. Als randvoorwaarde
werd een minimale 2-daagse druksterkte
gevraagd.
Vraag 6 ging over het samenstellen van
schuimbeton en de daarvoor benodigde basis-
specie. Hiervoor moest eerst de samenstelling
van de basisspecie worden berekend en ver-
volgens de hoeveelheid schuim (lucht) die
nodig is voor 1 m
3
schuimbeton met een gege-
ven volumieke massa.
Vraag 7 was opnieuw een rekenvraag. Deze
keer moest de samenstelling van lichtbeton
worden bepaald, waarbij rekening moest wor-
den gehouden met de maximale volumieke
massa van het beton. Gezien de gemiddelde
score van 40% hadden veel cursisten moeite
met deze vraag.
Bij
vraag 8 moest worden beschreven
welke factoren invloed hebben op de druk-
sterkteontwikkeling van verhardend beton.
Voor de meeste cursisten leverde dit geen
problemen op.
Vraag 9 en 10 waren typische betontechnolo-
gische vragen. Bij vraag 9 werd gevraagd naar
de maatregelen die door de aannemer geno-
men kunnen worden om temperatuurspannin-
gen in een constructie te beperken en vraag 10
ging over de nabehandeling van betonspecie.
Bij vraag 11 moesten de cursisten beschrijven
hoe men het onderzoek naar de druksterkte in
een betonconstructie kan uitvoeren. Deze kennis
is voor de huidige betontechnoloog onmisbaar.
Vraag 12 ging over schoonbeton. Van de cursist
werd gevraagd om de aandachtspunten te
benoemen die van toepassing zijn op schoon-
beton.
In vraag 13 ten slotte moest de conformiteit
van de druksterkte worden bepaald op basis
van een steekproef. Dit is natuurlijk een onver-
mijdelijke opgave voor een aankomend beton-
technoloog!
Van de 30 kandidaten die het examen hebben
afgelegd, zijn er 16 geslaagd. Dat komt neer op
een slagingspercentage van 53%. Het gemid-
delde cijfer over alle 30 kandidaten is een 5,3.
Het hoogst behaalde cijfer is een 7.
2 Uitvoeren van indirecte metingen met de terugslaghamer.
(foto: Betonvereniging / Shutterstock)
Het examen bestond dit jaar uit dertien vragen over alle onderwerpen uit de cursus ‘Verdieping Betontechnologie’.
Reacties