Op 18 maart 2025 organiseerde de ECSN (European Concrete Societies Network) haar vierde internationale webinar. Titel van dit webinar was 'Current and future trends in the concrete sector'. Vanuit de inmiddels achttien aangesloten nationale betonverenigingen leverden er elf een inhoudelijke bijdrage. Daarnaast vertelden twee sprekers over studies die worden verricht binnen RILEM, het internationale netwerk van wetenschappers in de materiaaltechnologie. Het webinar gaf weer een mooie indruk van alle internationale ontwikkelingen en blijk van de kracht die uitgaat van samenwerkingen over de grenzen heen.
ACTUELE EN TOEKOMSTIGE TRENDS IN DE BETONSECTOR
Op 18 maart 2025 organiseerde de ECSN (European Concrete Societies
Network) haar vierde internationale webinar. Titel van dit webinar was
'Current and future trends in the concrete sector'. Vanuit de inmiddels
achttien aangesloten nationale betonverenigingen leverden er elf een
inhoudelijke bijdrage. Daarnaast vertelden twee sprekers over
studies die worden verricht binnen RILEM, het internationale netwerk
van wetenschappers in de materiaaltechnologie. Het webinar gaf weer
een mooie indruk van alle internationale ontwikkelingen en blijk van
de kracht die uitgaat van samenwerkingen over de grenzen heen.
ECSN webinar 2025
E
en eerste opmerkelijke conclusie bij het
zien van het programma is dat de weg
naar een CO
2
-neutrale toekomst Europa-
breed is ingezet. De bijdragen vanuit Oosten-
rijk, Finland en Letland waren alle gebaseerd
op de 5C-aanpak van het Europese Betonplat-
form: minder klinker in cement, minder cement
in beton, minder beton in de constructie, min-
der constructie in het bouwwerk en (meer)
erkenning van het feit dat beton in de gebruiks-
fase via carbonatatie ook CO
2
opneemt. Vanuit
Finland kwam een voorbeeld van het actief
toepassen van carbonatatie in prefab-beton-
producten. Daarnaast was er ook een toelich-
ting op de recente ingebruikname van de CO
2
-
afvangfaciliteit (carbon capture facility) bij de
cementfabriek van Heidelberg in het Noorse
Brevik.
ONTWERPOPTIMALISATIE
Nog voordat beton wordt gestort liggen de uit-
gangspunten van een bouwwerk al min of meer
vast binnen het ontwerp. Tiago Vieira uit Por-
tugal is betrokken bij brugprojecten in Noor-
wegen, waar wordt geprobeerd enige unifor-
miteit te krijgen in de modellering. Door de
verschillende onderdelen van een brugcon-
structie, zoals landhoofden, pijlers en liggers,
apart in 3D-BIM te modelleren en berekenen,
kunnen heel eenvoudig constructies van ver-
schillende afmetingen en belastingschema's
worden samengesteld. Een belangrijk bijko-
mend voordeel van deze methode is de nauw-
keuriger bepaling van materiaalhoeveelheden.
Jens Peter Ulfkjaer, universitair docent bij de
universiteit van het Deense Aarhus, vertelde
over de door zijn afdeling ontwikkelde structu -
ral sustainability indicator. Dit gereedschap
maakt het mogelijk om de factor duurzaamheid
toe te voegen aan de tot nu gebruikelijke indi-
catoren sterkte, stijfheid en stabiliteit. Hier-
mee zou het mogelijk moeten worden om voor
een bepaalde bouwopgave de meest duur-
zame oplossing te kiezen uit verschillende
constructies en materialen. Concreet komt dit
neer op een factor die de hoeveelheid materi-
aal deelt door de kosten voor duurzaamheid.
3D-PRINTEN
Twee sprekers gingen in op de ontwikkelingen
rond het 3D-printen van beton. Johan Silfwer-
brand, hoogleraar aan het KTH in Zweden, gaf
een overzicht van de ontwikkelingen in de afge-
lopen vier decennia. Wat begon met het gebruik
van polymeren als inkt, werd al snel gevolgd
door het met metaalpoeder printen van metalen
voorwerpen met behulp van lasertechnologie.
Mortelspecie werd zo'n dertig jaar geleden voor
het eerst gebruikt en sinds vijftien jaar lukt het
om met betonspecie te printen. Inmiddels zijn er
wereldwijd meer dan 2000 wetenschappelijke
artikelen gepubliceerd over het 3D-printen van
beton. De conferentie Digital Concrete, 4-6 sep-
tember 2024 in München, liet een mooie bloem-
lezing zien van de ontwikkelingen wereldwijd.
10 VAKBLAD 3 2025
Auteur Henk Wapperom, Betonvereniging
1 Framework voor 3D-betonprinten in het werk.
(foto: Harcourt Technologies Ltd)
Naast de vele voordelen zijn er nog altijd vier
grote nadelen die moeten worden overwonnen:
de grote benodigde cementhoeveelheid, het
aanbrengen van de wapening, de beperkte
kwaliteit van de voegen tussen de printlagen en
het gestreepte uiterlijk.
Jandré Oosthuizen, directeur van het Ierse
Harcourt Technologies (www.htl.tech), ver-
telde over een woningbouwproject waar op
grote schaal 3D-geprint beton is toegepast.
Een veelbeproefde bouwmethode bestaat uit
constructiedelen van beton die in een fabriek
met 3D-printers zijn gemaakt en vervolgens op
de bouwplaats tot een constructie zijn geas-
sembleerd. Daarnaast is Harcourt in staat de
3D-printer naar de bouwplaats te brengen en
ter plekke de onderdelen te printen en assem-
bleren. Voor het ontwerp van een dergelijke
woning maakt men gebruik van Eurocode 6,
Design of Masonry Structures.
Op deze manier zijn in het project Grange Close
(Dundalk Co., Louth) woningen van twee ver
-
diepingen hoog gemaakt. (fig. 5) Om de
3D-printer te kunnen installeren is eerst een
stalen frame opgebouwd. (fig. 1) Voor de muren
zijn bredere stroken beton geprint dan gebruike
-
lijk. (fig. 4) Binnen de geprinte muren zijn ver-
volgens prefab betonnen vloerplaten opgelegd.
Vergeleken met de in Ierland traditionele bouw
werd dit project 35% sneller opgeleverd.
RILEM
Nieuw dit jaar vormden twee bijdragen vanuit
het samenwerkingsverband van ECSN met
RILEM. De eerste bijdrage was vanuit TC 315-
DCS over 'Data Driven Concrete Science'. San-
dra Barbosa Nunes, verbonden aan de faculteit
Civiele Techniek van de TU Delft, ging in op de
ontwikkeling van het materiaal beton door de
jaren heen. Was beton ooit een eenvoudig
mengsel van cement, zand, grind en water,
inmiddels is het geworden tot een hoogwaardig
en complex materiaal, waaraan vele eisen wor-
den gesteld aan zowel prestaties als duurzaam-
heid. Het zijn bijna te veel parameters waarmee
een betontechnoloog tijdens zijn ontwerp reke-
ning moet houden. In deze Technische Commis-
sie alleen al zijn wereldwijd 136 wetenschap-
pers uit 28 landen en vanuit 100 instituten actief.
Sandra vertelde hoe alle data verzameld wordt,
met het doel via zogenoemd 'machine learning'
tot betere mengsels te komen.
2 BIM model van Raunesteinslibrua in de E39
(beeld: Armando Rito Engenharia SA, Portugal)
4 Printer legt brede betonrupsen (foto: Harcourt
Technologies Ltd)
11
VAKBLAD 3 2025
3 Foto van het opgeleverde viaduct
(foto: Beata Starowicz / Implenia)
De tweede RILEM-bijdrage betrof TC CUC 'Car -
bon Dioxide uptake by Concrete during and
after Service Life'. Gregor Gluth van de Bun-
desanstalt für Materialforschung und -prüfung
(BAM) uit Berlijn vertelde over het coördineren
van de onderzoeken binnen dit werkveld. Car-
bonatatie van beton is in eerste instantie een
schademechanisme, omdat dit leidt tot corro-
sie van wapening. Maar bij ongewapende
betonproducten heeft het uit oogpunt van
duurzaamheid juist positieve effecten, omdat
het tijdens de gebruiksfase CO
2
vanuit de
atmosfeer opneemt. Vrij vertaald gaat het hier
om de inverse scheikundige reactie van de pro-
ductie van portlandcementklinker, waarbij juist
CO
2
vrijkomt: Ca(OH)
2
+ CO
2
+ H
2
O ? CaCO
3
+
2H
2
O. In 2014 bijvoorbeeld is wereldwijd 3
gigaton CO
2
uitgestoten tijdens de productie
van cement, maar in dezelfde periode is 0,5
gigaton CO
2
door betonelementen en andere
cementeuze materialen opgenomen.
Bij aanvang in mei 2024 telde de commissie 46
leden en inmiddels doen 135 wetenschappers
mee vanuit de hele wereld. De taken zijn onder-
verdeeld in vijf werkgroepen (Task Groups):
definities, overzicht van parameters, gebruiks-
fase, sloop en niet-constructieve betonproduc-
Bekijk het
volledige
webinar online
op de website
van ECSN.
ten. Task Groups hebben normaliter een looptijd
van 5 jaar en een officiële aanbeveling (RILEM
recommendation) als resultaat. Uiteindelijk is
het doel om een meer realistische inschatting
van de opname van CO
2
door carbonatatie van
cementeuze materialen te kunnen maken, zodat
we nog beter de voetafdruk van een bouwmate-
riaal kunnen bepalen.
INTERNATIONALE KENNISUITWISSELING
Dit gratis toegankelijke online ECSN-webinar
is langzaam een interessante expositie van
ontwikkelingen op het gebied van beton aan
het worden. Pluspunt is dat zowel het (beton)-
bedrijfsleven als onderzoeksinstellingen en
universiteiten hieraan bijdragen. Het versterkt
de kennisdeling over de grenzen binnen
Europa.
5 Woongebouw na oplevering (foto: Harcourt Technologies Ltd) a
d
F
F
F
F
+F
0
00 0
0 0
+2F
-F
F FF FF F
+3F
-2F
+4F
-3F
+4F
-4F
+4F
-4F
+4F
-3F
+3F
-2F
+2F
-F
+F
0
F
F
F
c
F
F
drukdiagonaal (beton) trekzone (wapening)
F
F
drukzone (beton)beugels (trek)
F
b
F
scheuren
F F
F
F
2
F
2
F
2F
2
F
2F
2
F
2
F
20
0
Nieuw
Meer informatie of direct bestellen? www.cementonline.nl/CB2-2025
Binnenkort wordt de nieuwe Eurocode 2 van
kracht. Wil je je daar alvast op voorbereiden?
Dan is de nieuwe Constructieleer Gewapend
Beton iets voor jou! Dit standaardwerk is
volledig herzien en aangepast aan de nieuwe
rekenregels.
Voorbereiden op de nieuwe Eurocode?
CONSTRUCTIELEER GEWAPEND
BETON (2025) (CB2)
ISBN: 978-94-6104-055-8
AANTAL PAGINA'S: 336
PRIJS: ? 59 (INCL. BTW)
Een eerste opmerkelijke conclusie bij het zien van het programma is dat de weg naar een CO2-neutrale toekomst Europabreed is ingezet. De bijdragen vanuit Oostenrijk, Finland en Letland waren alle gebaseerd op de 5C-aanpak van het Europese Betonplatform: minder klinker in cement, minder cement in beton, minder beton in de constructie, minder constructie in het bouwwerk en (meer) erkenning van het feit dat beton in de gebruiksfase via carbonatatie ook CO2 opneemt. Vanuit Finland kwam een voorbeeld van het actief toepassen van carbonatatie in prefab-betonproducten. Daarnaast was er ook een toelichting op de recente ingebruikname van de CO2-afvangfaciliteit (carbon capture facility) bij de cementfabriek van Heidelberg in het Noorse Brevik.
Reacties