BAND
UITGAVE  februari
2025
21
17
BAND
UITGAVE  
Milieuzaken Over milieuklassen 
voor beton
2 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21 
Milieuzaken
De milieuklasse is een aanduiding voor de omstandig-
heden waaraan betonconstructies worden blootge-
steld. Je kunt je voorstellen dat een constructie die in 
contact komt met vorst een andere kwaliteit moet 
hebben dan een vloer in een woning. In deze Betoniek 
gaan we in op deze milieuklassen, inclusief de bijbe-
horende aantastings	mechanismen. Daarnaast bekij-
ken we via welke stappen je tot één of meerdere van 
toepassing zijnde milieuklasse(n) komt en hoe een 
betontechnoloog daar vervolgens mee omgaat. 
INDELING MILIEUKLASSEN
Om verschillende aantastingsmechanismen 
van beton te kunnen aanduiden, worden ze 
ingedeeld in milieuklassen. Sinds 2005 ken-
nen we een indeling in 6 hoofdklassen, die 
weer verder zijn onderverdeeld in 18 milieu-
klassen (zie NEN-EN 206 en Betoniek 13/03 
Milieuklassen van 8 naar 18). 
Vóór 2005 kenden we een indeling in 8 mili-
euklassen, te weten 1, 2, 3, 4, 5a, 5b, 5c en 
5d. In deze Betoniek laten we het verleden 
verder rusten. We richten ons op de huidige 
indeling in de 18 verschillende milieuklas-
sen, zoals we deze nu in Europa kennen vol-
gens NEN-EN 206. Wat in deze Betoniek ook 
buiten beschouwing blijft, zijn aantastings-
mechanismen die niet onder een milieu-
klasse vallen, zoals thaumasietvorming en 
alkali-silicareactie. Zie hiervoor artikelen 
als: Vijf vinkjes voor thaumasiet uit Betoniek 
Vakblad 2024/4 , Betoniek Standaard 15/02 
ASR verzekering , Betoniek Standaard 17/05 
ASR-bestand of CUR-Aanbeveling 89.
Zoals al genoemd, wordt onderscheid 
gemaakt in 18 verschillende milieuklassen, 
ingedeeld naar de verschillende aantas-
tingsmechanismen en de mate van agressi-
viteit van deze mechanismen. De aantasting 
heeft betrekking op het beton of de wape-
ning. Alle aantastingsmechanismen hebben 
gevolgen en invloed op de levensduur van 
de betonconstructie.
De opbouw van de aanduiding van de mili-
euklassen is als volgt: het begint met een X, 
die staat voor blootstellingsklasse (expo-
sure class), gevolgd door een cijfer of letter 
voor het betreffende aantastingsmecha-
nisme (0, C, D, S, F of A; tabel 1).
Na de letters C, D, S, F of A volgt een cijfer 1 
tot en met 3 of 1 tot en met 4. Dit cijfer geeft 
de omgevingscondities of de mate van 
agressiviteit aan (tabel 2). Over het alge-
meen geldt: hoe hoger het cijfer, des te gro-
Tabel 1. Indeling in hoofdklassen
X0 (zero risk) geen risico op corrosie van of aantasting van beton
XC (carbonation) corrosie van wapening ingeleid door carbonatatie
XD (de-icing) corrosie van wapening ingeleid door chloriden (niet uit zeewater)
XS (seawater) corrosie van wapening ingeleid door chloriden uit zeewater
XF (frost) aantasting beton door vorst en dooiwisselingen, met of zonder dooizouten
XA (agressive) aantasting van beton door chemische stoffen
? 
Coverfoto 
 iStock/Pawel 
Gaulen, 
bewerking 
Inpladi bv
3 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21
Tabel 2. Milieuklassen
KLASSE-
AANDUIDING
BESCHRIJVING VAN HET MILIEU INFORMATIEVE VOORBEELDEN WAAR DE MILIEUKLASSEN KUNNEN 
VOORKOMEN
1  Geen risico op corrosie of aantasting
X0 Voor beton zonder wapening of ingesloten metalen: 
alle omgevingsinvloeden, behalve bij vorst/dooi, 
afslijting of chemische aantasting.  
Voor beton met wapening of ingesloten metalen: 
zeer droog
Beton binnen gebouwen met zeer lage luchtvochtigheid (RV < 40%)
2  Corrosie ingeleid door carbonatatie
Indien beton wapening of andere ingesloten metalen bevat en is blootgesteld aan lucht en vocht, moeten de volgende milieuklassen worden 
aangehouden:
XC1 Droog of blijvend nat	Beton binnen gebouwen met lage luchtvochtigheid (RV < 60%);  
Beton blijvend onder water (RV 100%)
XC2 Nat, zelden droog	Betonoppervlakken langdurig in contact met water (RV 85-100%); 
Veel funderingen
XC3 Matige luchtvochtigheid	Beton binnen gebouwen met matige of hoge luchtvochtigheid (RV 
60-85%); 
Beton buiten beschut tegen regen
XC4 Wisselend nat en droog	Betonoppervlakken in contact met water, maar die niet onder 
milieuklasse XC2 vallen (RV 60-100%)
3  Corrosie ingeleid door chloriden anders dan afkomstig uit zeewater
Indien beton wapening of andere ingesloten metalen bevat en is blootgesteld aan water dat chloriden, met inbegrip van dooizouten, bevat die 
komen uit andere bronnen dan zeewater, moeten de volgende milieuklassen worden aangehouden:
XD1 Matige vochtigheid	Betonoppervlakken blootgesteld aan chloriden uit de lucht
XD2 Nat, zelden droog	Zwembaden; Beton blootgesteld aan chloridehoudend industriewater
XD3 Wisselend nat en droog	Brugdelen blootgesteld aan chloridehoudend spatwater; 
Verhardingen; 
Vloeren van parkeerplaatsen voor voertuigen
4  Corrosie ingeleid door chloriden afkomstig uit zeewater
Indien beton wapening of andere ingesloten metalen bevat en is blootgesteld aan chloriden uit zeewater of aan lucht die zout uit de zee bevat, 
moeten de volgende milieuklassen worden aangehouden:
XS1 Blootgesteld aan zouten uit de lucht, maar niet in 
direct contact met zeewater
Constructies bij of aan de kust
XS2 Blijvend onder zeewater	Delen van constructies in zee
XS3 Getijde-, spat- en stuifzones Delen van constructies in zee
5  Aantasting door vorst/dooi met of zonder dooizouten
Indien beton is blootgesteld aan significante vorst/dooi-wisselingen terwijl het nat is, moeten de volgende milieuklassen worden aangehouden:
XF1 Niet volledig verzadigd met water, zonder 
dooizouten
Verticale betonoppervlakken blootgesteld aan regen en vorst
XF2 Niet volledig verzadigd met water, met dooizoutenVerticale betonoppervlakken van wegconstructies blootgesteld aan 
vorst en met de lucht meegevoerde dooizouten
XF3 Verzadigd met water, zonder dooizoutenHorizontale betonoppervlakken blootgesteld aan regen en vorst
XF4 Verzadigd met water, met dooizouten of zeewaterWegen en bruggen blootgesteld aan dooizouten; 
Betonoppervlakken blootgesteld aan direct gesproeide dooizouten  
en vorst 
Spatzones van constructies in zee blootgesteld aan vorst
6  Chemische aantasting
Indien beton is blootgesteld aan chemische aantasting door natuurlijke grond en grondwater, moeten de volgende milieuklassen worden 
aangehouden
XA1 Zwak agressief chemisch milieu Beton blootgesteld aan natuurlijke grond en grondwater volgens tabel 2
XA2 Matig agressief chemisch milieu Beton blootgesteld aan natuurlijke grond en grondwater volgens tabel 2
XA3 Sterk agressief chemisch milieu Beton blootgesteld aan natuurlijke grond en grondwater volgens tabel 2
4 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21 
ter het risico op mogelijke aantasting van het 
beton of de wapening. Uit tabel 2 is eigenlijk 
ook meteen af te lezen waar de aantasting 
betrekking op heeft, namelijk het beton of 
de wapening. Milieuklassen XA en XF heb-
ben betrekking op aantasting van het beton, 
XC, XD en XS op aantasting van de wapening. 
Bedenk dat het in de praktijk vrijwel altijd zo 
is dat er geen sprake is van slechts één enkel 
aantastingsmechanisme, maar dat de aan-
tastingsmechanismen gelijktijdig en ook na 
elkaar kunnen inwerken op het beton en/of 
de wapening. Vaak zijn er dan ook meerdere 
milieuklassen van toepassing.
OMSCHRIJVING 
AANTASTINGSMECHANISMEN
We lichten nu de hoofdklassen en enkele bij-
behorende schademechanismen kort toe.
X0
Milieuklasse X0 is van toepassing als het 
beton geen wapening bevat (bijvoorbeeld 
een werkvloer), of als het beton wel wape-
ning bevat, maar zich in een zeer droge 
omgeving zonder schadelijke invloeden 
bevindt. Er is dan geen sprake van omge-
vingsomstandigheden die schadelijk kunnen 
zijn voor het beton of de wapening.
XC
Bij milieuklasse XC is er sprake van corrosie 
van de wapening, ingeleid door carbonata-
tie. Voor we uitleggen wat carbonatatie 
inhoudt, is het goed om te begrijpen waarom 
wapening in beton normaal gesproken goed 
is beschermd tegen corrosie (roest). Bij de 
reactie tussen cement en water ontstaat 
calciumhydroxide (Ca(OH)
2
). Calciumhy-
droxide is in water oplosbaar en geeft door 
de ontstane hydroxylionen (OH¯) een hoge 
pH. Door de hoge pH (>12) ontstaat een 
beschermende stabiele laag om het wape-
ningsstaal, de zogeheten passiveringslaag.
Carbonatatie is een natuurlijk proces en 
treedt bijna altijd in meer of mindere mate 
op, afhankelijk van de aanwezigheid van 
water en lucht (lucht bevat onder andere 
koolstofdioxide, CO
2
). Carbonatatie is kort-
gezegd de reactie van koolstofdioxide met 
water tot waterstofcarbonaat, in formule-
vorm: CO
2
 + H
2
O ? H
2
CO
3
. Waterstofcarbo-
naat reageert vervolgens met calciumhy-
droxide tot calciumcarbonaat en water, in 
formulevorm: H
2
CO
3
 + Ca(OH)
2
 ? CaCO
3
 + 
2H
2
O. Minder calciumhydroxide in het porie-
water zorgt voor verlaging van de pH (fig. 1). 
Als de pH-waarde lager wordt dan 10, wordt 
het wapeningsstaal gevoelig voor corrosie 
doordat de beschermende passiveringslaag 
afbreekt (fig. 1). Doordat de wapening van-
wege de corrosie minder aanhechting met 
het beton heeft, ontstaat schade. Daardoor 
heeft de constructie uiteindelijk minder 
draagkracht. Daar komt nog bij dat corrosie-
producten veel meer volume innemen dan 
het oorspronkelijke wapeningsstaal, met als 
passivering
voortschrijdend carbonatiefront
beginnende corrosie
roestvormige      barsten, afbrokkeling
zuurstof
water
1 Aantasting van wapening door carbonatatie 
(bron: bulletin Febelcem, november 2008)
5 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21
gevolg dat het beton scheurt (foto 2).
Bedenk hierbij dat de carbonatatiereacties 
alleen plaatsvinden op het grensvlak van 
lucht en water in het beton. Voor uitvoeriger 
informatie over carbonatatie, zie bijvoor-
beeld Betoniek Standaard 16/24 Carbonata-
tie onder de loep.
XF
Bij milieuklasse XF is er sprake van aantas-
ting van het beton door vorst-dooiwisselin-
gen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt 
tussen of het beton wel of niet volledig is 
verzadigd met water en of er wel of niet 
sprake is van dooizouten. 
XF1 en XF3 zonder dooizouten
Als het beton niet volledig is verzadigd met 
water (milieuklasse XF1, veelal bij verticale 
betonoppervlakken) is er meestal genoeg 
ruimte voor het water om uit te zetten in het 
beton (bij bevriezen zet water ongeveer 9% 
uit). Als dat het geval is zal er geen schade 
optreden. Dit kan als volgt worden ver-
klaard: bij de reactie tussen cement en water 
tot cementsteen (hydratatie), ontstaan 
kleine poriën in het beton. Dit komt doordat 
het reactieproduct minder volume inneemt 
dan het oorspronkelijke cement en water. 
Afhankelijk van de aanwezigheid van lucht 
en/of water op het betonoppervlak, wordt er 
2 Aantasting door carbonatatie  
(foto: Farid van der Vurst)
6 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21 
water en/of lucht het beton ingezogen. De 
met lucht gevulde ruimte is voldoende om 
als expansieruimte te dienen voor het water 
dat eventueel kan bevriezen.
Als beton dat volledig met water is verzadigd 
(milieuklasse XF3, veelal bij horizontale 
beton oppervlakken) bevriest, wordt het water 
in het beton van de omgeving afgesloten; het 
water bevriest immers van buiten naar binnen. 
Het nog niet bevroren water komt zo onder 
druk te staan. Door deze druk kunnen stukjes 
van het beton afspatten, ook wel scaling 
genoemd (foto 3). Voor het wel of niet optre-
den van vorstschade is de mate van waterver-
zadiging in het beton dus een cruciale factor.
XF2 en XF4 met dooizouten
Bij de hiervoor genoemde milieuklassen XF1 
en XF3 zijn er geen dooizouten aanwezig. Als 
er, in combinatie met vorst, wel dooizouten 
aanwezig zijn, geldt een andere milieu-
klasse. Dat komt doordat dooizouten het 
bestanddeel chloride bevatten. Milieuklasse 
XF2 geldt als het beton niet volledig is verza-
digd met water (veelal verticale betonop-
pervlakken), milieuklasse XF4 als het beton 
wel volledig is verzadigd met water (veelal 
horizontale oppervlakken).
De werking van dooizouten berust op het 
verlagen van het vriespunt van water. Bij het 
strooien van zout op een ijslaag smelt het ijs. 
Om ijs te laten smelten is warmte nodig. 
Deze warmte wordt onttrokken aan de 
directe omgeving, waaronder het onderlig-
gende beton. De temperatuur van het beton 
daalt hierdoor sterk. Dit temperatuurver-
schil tussen de toplaag en de rest van het 
beton leidt tot inwendige spanningen die 
aanleiding kunnen geven tot scheurvorming 
in de oppervlaktezone. 
Wanneer het ijs ontdooit, ontstaat water met 
een hoog chloridegehalte. Chloriden wor-
den zo mee het poriënsysteem ingezogen. 
Dit zorgt voor een vriespuntverlaging, die 
toeneemt naarmate de concentratie toe-
neemt. Dieper in het beton vermindert de 
concentratie, maar stijgt de betontempera-
tuur. De combinatie vriespunt/betontempe-
3 Vorstschade (foto: Jeroen van Oosten)
7 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21
ratuur kan ervoor zorgen dat twee bevroren 
lagen in het beton worden gescheiden door 
een tussenliggende niet-bevroren laag 
(fig. 4). Als bij verdere temperatuurdaling 
het water in deze laag eveneens bevriest, is 
er niet genoeg expansieruimte en kunnen er 
net als bij milieuklassen XF1 en XF3 stukken 
van het oppervlak van het beton afspatten 
(foto 3).
XD
Waar milieuklassen XF2 en XF4 gaan over 
aantasting van het beton door dooizouten, 
gaat milieuklasse XD over de aantasting van 
de wapening door dooizouten. Chloriden in 
beton zijn zeer schadelijk voor de wapening. 
Vrije chloride-ionen dringen de passive-
ringslaag van het wapeningsstaal binnen en 
wrikken daarbij ijzeratomen los uit het staal 
via zogenoemde ijzerchloride-complex
vorming. In formulevorm:
Fe
2+
 + 6Cl
?
 ? FeCl
6
4-
FeCl
6
4-
 + 2(OH)
?
 ? Fe(OH)
2 
+ 6Cl
?
Hierbij worden OH
?
-ionen gebruikt, waar-
door hun aantal afneemt en de pH-waarde 
van het poriewater in het beton daalt. Zoals 
te zien in de reactievergelijkingen, komen de 
chloride-ionen aan het eind weer vrij. Ze 
worden dus niet verbruikt en zijn opnieuw 
beschikbaar voor het lokaal verder corrode-
ren van de wapening. Op deze wijze kan het 
betonstaal plaatselijk sterk worden aange-
tast en ontstaat een putje. Deze vorm van 
wapeningscorrosie wordt daarom ook wel 
putcorrosie genoemd. Door de putcorrosie 
neemt de treksterkte van de wapening af, 
wat de draagkracht van de constructie in 
gevaar kan brengen.
XS
In milieuklasse XS gaat het over aantasting 
van de wapening in beton door zeewater. 
Het is daarom goed om eerst te kijken naar 
wat zeewater voor stoffen bevat. Zeewater 
zal niet overal dezelfde samenstelling heb-
ben, maar voor Nederland wordt aangehou-
den dat in 1 liter zeewater gemiddeld de 
	volgende hoeveelheden opgeloste zouten 
voorkomen:
? 24 gram natriumchloride (NaCl)
? 5 gram magnesiumchloride (MgCl
2
)
? 4 gram natriumsulfaat (Na
2
SO
4
)
? 0,8 gram magnesiumbromide (MgBr
2
)
? 0,7 gram calciumchloride (CaCl
2
)
De aantasting van de wapening komt vooral 
door zouten van chloriden uit het zeewater. 
4 Water tussen twee bevroren lagen kan bevriezen
8 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21 
Voor een beschrijving van het mechanisme 
van de aantasting, zie de eerdere toelichting 
over XD. Doordat er sprake is van langdurige 
blootstelling kan de wapening ernstig wor-
den aangetast. Er moet in deze milieuklasse 
ook rekening worden gehouden met het feit 
dat chloride-ionen kunnen worden meege-
voerd met de 'zoute' lucht aan zee. 
XA
Milieuklasse XA gaat over de aantasting van 
beton door grond, grondwater en/of che-
misch agressieve stoffen. Chemische aan-
tasting van beton valt in drie delen uiteen: 
expansie, oplossing en uitwisseling. We 
gaan ze straks alle drie kort behandelen. 
Voor milieuklasse XA gelden restricties met 
betrekking tot de aanwezigheid van ver-
schillende agressieve stoffen (tabel 3).
Expansie
De beruchtste expansiereactie is ongetwij-
feld die van sulfaataantasting. Sulfaten 
(SO
4
2-
) komen voornamelijk voor in de grond, 
grondwater, chemische industrie, mest, riool 
en zeewater. Sulfaten komen van nature niet 
in grote concentraties voor in de grond in 
Nederland (tabel 3 en fig. 5). Bij sulfaataan-
tasting leiden sulfaten tot de vorming van 
ettringiet. Het ontstane ettringiet neemt, 
doordat het extra water in het kristalrooster 
bevat, een veel groter volume in dan de sulfa-
ten en kalk oorspronkelijk innamen. Een 
voorbeeld van de reactie met natriumsulfaat:
Ca(OH)
2
 + Na
2
SO
4
 +2H
2
O ? CaSO
4 
· 2H
2
O + 
2NaOH 
Het calciumsulfaat reageert vervolgens met 
tricalciumaluminaat (C
3
A) in aanwezigheid 
van water tot ettringiet, in formulevorm:
3CaO · Al
2
O
3
 + 3CaSO
4
 · 2H
2
O + 30H
2
O ? 
3CaO · Al
2
O
3
 · 3CaSO
4
 · 32H
2
O 
Het beton wordt kapot gedrukt door de 
enorme volumetoename van het ontstane 
ettringiet.
Oplossing
De aantasting door oplossing van het beton, 
of beter gezegd het oplossen van de 
cementsteen (calciumsilicaathydraat, 
CaO·SiO
2
·H
2
O, afgekort tot CSH) door een 
zuur werkt als volgt. In het poriewater aan-
wezige calciumhydroxide reageert met een 
Tabel 3.  Grenswaarden voor de milieuklassen met chemische aantasting door natuurlijke grond 
en grondwater
CHEMISCHE 
BESTANDDELEN
XA1	XA2	XA3
Grondwater
SO?²
?
 mg/l ? 200 en ? 600 > 600 en ? 3000 > 3000 en ? 6000
pH	? 6,5 en ? 5,5 < 5,5 en ? 4,5 < 4,5 en ? 4,0
CO? mg/l agressief? 15 en ? 40 > 40 en ? 100 > 100 tot verzadiging
NH?
+
 mg/l ? 15 en ? 30 > 30 en ? 60 > 60 en ? 100
Mg²
+
 mg/l ? 300 en ? 1000 > 1000 en ? 3000 > 3000 tot verzadiging
Grond  
SO?²
?
 mg/kg totaal? 2000 en ? 3000> 3000 en ? 12000 > 12000 en ? 24000
Zuurgehalte volgens  
Baumann Gully ml/kg
> 200	In de praktijk niet aangetroffen
9 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21
zuur waarmee het in contact komt. De reac-
tie met bijvoorbeeld zoutzuur is deze: 
Ca(OH)
2
 + 2HCl ? CaCl
2
 + 2H
2
O. Zodra er 
niet genoeg calciumhydroxide meer in het 
poriewater aanwezig is, zal calciumsilicaat-
hydraat uit het cementsteen oplossen in het 
poriewater. Kortom, het cementsteen ver-
dwijnt. Calciumsilicaathydraat en zoutzuur 
reageren tot calciumchloride, kiezelzuur en 
water, in formulevorm: 
CaO
 
· SiO?
 
· H?O + 2HCl ? CaCl? + SiO? + 2H?O 
Uitwisseling
De aantasting van beton door een uitwisse-
lingsreactie is als volgt te verklaren. Een 
sterke base reageert graag met een sterk 
zuur. Cementsteen kan worden gezien als 
een zout van een sterke base (calciumhy-
droxide, Ca(OH)
2
) en een zwak zuur (silici-
umdioxide, SiO
2
). Via de uitwisselings
reactie wordt cementsteen dan ook sterk 
aangetast door een zout dat bestaat uit een 
sterk zuur en een zwakke base zoals ammo-
nium- en magnesiumzouten.
Ammoniumnitraat komt als natuurlijke stof 
voor in grond en water. Daarnaast treffen we 
ammoniumnitraat aan in (kunst)mest. Ook 
in de chemische industrie komen we ammo-
niumnitraat tegen. De reactie is als volgt: 
calciumsilicaathydraat en ammoniumnitraat 
reageren tot ammoniak, calciumnitraat, kie-
zelzuur en water. In formulevorm:
CaO · SiO
2
 ? H
2
O + NH
4
NO
3
 ? 2NH
3
 + 
Ca(NO
3
)
2
 + SiO
2
 + 2H
2
O
Ammoniak is een vluchtig gas en zal ver-
dwijnen uit het beton. Net als bij een oplos-
sing verdwijnt dan ook hier uiteindelijk het 
cementsteen. Zie voor meer informatie 
Betoniek Standaard 5/13 Chemische invloe-
den op beton, Betoniek Standaard 15/16 
Beton in XA  en de website van het 
Cement&BetonCentrum (Chemische  
aantasting van beton).
BEPALEN JUISTE MILIEUKLASSE 
We hebben gezien welke milieuklassen er 
zijn voor beton en welke schademechanis-
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
winter zomer winter zomer winter zomer
slootwater landbouw regionaal landbouw 
beïnvloed water
overige wateren
zandregio veenregio kleiregio
sulfaat (mg/l als SO
4
)
5 Sulfaatconcentraties (gemiddelden in mg/l) in oppervlaktewater in Nederland behorende bij de 
landbouwpraktijk van de periode 2007-2010 (bron: Vijf vinkjes voor thaumasiet, Betoniek Vakblad 
2024/4)
10 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21 
men daaraan ten grondslag liggen. Hoe kom 
je nu tot de definiëring van de van toepas-
sing zijnde milieuklassen? Dat wordt 
bepaald door de ontwerper van de beton-
constructie (fig. 6). De constructeur houdt 
vervolgens rekening met bijvoorbeeld de 
minimale dekking en maximale scheurwijdte 
die bij deze milieuklassen horen. Op deze 
manier zorgt de constructeur ervoor dat de 
wapening voldoende beschermd blijft. 
Stapsgewijs ziet dit er als volgt uit:
1. Bepaling van de omgeving voor de vocht-
huishouding van het beton (zeer droog, 
droog, vochtig, nat/droog, nat of perma-
nent onder water). 
2. Bepaling of er sprake is van vorst met of 
zonder dooizouten. 
3. Bepaling of er sprake is van een agressief 
milieu en de mate van agressiviteit. 
4. Bepaling van de invloed van de milieu-
klassen op de verschillende bouwonder-
delen. 
5. Bepaling van de milieuklasse(n) per 
bouwonderdeel of project.
De betontechnoloog ontwerpt in een later 
stadium van het bouwproces de betonsa-
menstelling. Hierbij houdt hij rekening met 
de maximale waterbindmiddelfactor, het 
minimale bindmiddelgehalte, het klinker
gehalte en eventueel luchtgehalte.
INVLOED OP BETONSAMENSTELLING 
Om tot een juiste betonsamenstelling te 
komen, is in Nederland naast NEN-EN 206, 
NEN 8005 (de Nederlandse invulling van 
NEN-EN 206) ontwikkeld. In deze NEN 8005 
worden voor elke milieuklasse een maxi-
male water-cementfactor/water-bindmid-
binnenland kuststreek
zeewater
zoetwater
gevel, borstwering
XC4, XF1
balkon, galerij
XC4, XD3, XF4
parkeerdek
XC4, XD3, XF4
gevel
kelderwand
XS2
kelderwand, kade
XC4, XF4, XS3, XA2
XC4, XF2, XS1, XD1
vloeren, wanden binnen
XC1
zwembad
XC2, XD2
zwembad
XC3, XD1
keldervloer
XC3, XD2
kelderwand, kade
werkvloer
X0
funderingspalen
XC2, XA2
kelderwand
XC3, XD1, XF2
XC4, XF3
6 Mogelijke milieuklassen beton
11 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21
delfactor en een minimaal cementgehalte/
bindmiddelgehalte gegeven (tabel 4). Voor 
sommige milieuklassen wordt ook een 
minimum luchtgehalte en/of minimum 
klinkergehalte voorgeschreven. Op deze 
wijze wordt geregeld waaraan een beton-
samenstelling minimaal moet voldoen.  
Dit geeft de betontechnoloog voldoende 
handvatten om in samenspraak met de 
afnemer tot een passende betonsamen-
stelling te komen.
TOT SLOT
We zijn inmiddels goed gewend aan het werken 
met de verschillende milieuklassen. Nu alle 
milieuklassen en bijbehorende aantastings
mechanismen weer onder de aandacht zijn 
gebracht, blijkt dat het een uitdaging is en blijft 
om tot de juiste betonsamenstelling te komen. 
Het beton moet immers, mits goed verwerkt en 
nabehandeld, gedurende de gehele levensduur 
goed functioneren met betrekking tot de omge-
ving waarin het verkeert.
Tabel 4. Eisen aan de betonsamenstelling afhankelijk van de milieuklasse
MILIEUKLASSE	MAXIMAAL TOELAATBARE 
WATER-CEMENTFACTOR / WATER-
BINDMIDDELFACTOR
MINIMAAL VEREIST CEMENT- / 
BINDMIDDELGEHALTE [KG/M³]
1  Geen risico op corrosie of aantasting
X0	0,70, of geen grens 200, of geen grens
2  Corrosie ingeleid door carbonatatie
XC1	0,65	260
XC2	0,60	280
XC3	0,55	280
XC4	0,50	300
3  Corrosie ingeleid door chloriden andersdan afkomstig uit zeewater
XD1	0,55	300
XD2	0,50	300
XD3	0,45	320
4  Corrosie ingeleid door chloriden afkomstig uit zeewater
XS1	0,50	300
XS2	0,45	300
XS3	0,45	320
5  Aantasting door vorst/dooiwisselingen met of zonder dooizouten
XF1	0,55	300
XF2 met luchtbelvormer 0,55	300
XF2	0,45	300
XF3	0,50	300
XF4 met luchtbelvormer 0,50	300
XF4	0,45	320
6  Chemische aantasting
XA1	0,55	300
XA2	0,50	320
XA3	0,45	340
12 FEBRUARI 2025   STANDA ARD   17   21 
 BETONIEK = STANDAARD + VAKBLAD
 Onderdeel van het Betoniek-abonnement is naast Betoniek Standaard ook Betoniek 
Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder meer projecten, 
ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze artikelen worden geschreven 
door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek Vakblad dus af van Betoniek 
Standaard, dat volledig door een deskundige redactie wordt geschreven. Betoniek Vakblad 
verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn te raadplegen op Betoniek.nl.  
Voor leden van Betoniek is dat gratis! 
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BE TONVAK BL AD
4  2024 
Buitenlandse les in 
verhardingsbeheersing 
KOUDGEDEUK T BE TONSTA AL B500B ? DE 5 VOORWA ARDEN VOOR TH AUM A SIE T
? HOE M A AK JE K A BELTREK PUT TEN E X TR A WATERDICHT?
BV-4_Cover.indd   1BV-4_Cover.indd   1
22-11-2024   12:3722-11-2024   12:37
Geraadpleegde bronnen
? Aantasting van beton door sulfaten,  
website Cement&BetonCentrum. 
? Beton - schade, website Rijksdienst voor 
het Cultureel Erfgoed, 30 september 2022.
? Chemische aantasting van beton, website 
Cement&BetonCentrum.
? Corrosie van wapeningen in gewapend en 
voorgespannen beton, bulletin Febelcem, 
november 2008.
? Milieuklassen en duurzaamheid,  
website Cement&BetonCentrum.
? Loman, J., Sulfaat in relatie met beton. 
Januari 1990.
? Leenders, F., Vijf vinkjes voor thaumasiet, 
Betoniek Vakblad 2024/4.  
? Wapeningscorrosie door chloriden,  
website Cement&BetonCentrum.
? Maes, M., Weerstand van beton met  
hoogovenslak tegen sulfaten, chloriden 
en alkali-silica reactie. Masterproef,  
Universiteit Gent, 2010.
? Diverse uitgaven Betoniek Standaard. 
KENNISDELING VIA BETONIEK, DANKZIJ ONZE PARTNERS
Lidmaatschap 2025
Kijk voor meer informatie over 
onze lidmaatschappen op  
betoniek.nl/lidworden  
of neem contact op via 
klantenservice@aeneas.nl of 
073 205 10 10.
Voorwaarden
Je vindt onze algemene 
voorwaarden op  
betoniek.nl/algemene-
publicatievoorwaarden-betoniek. 
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over  
technologie en uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is een 
uitgave van Aeneas Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de  
redactie zijn vertegenwoordigd: Betonova, Cement&BetonCentrum, Heidelberg Mate-
rials, IJB Groep, Faber Betonpompen B.V., Heijmans, SKG-IKOB, TNO en Aeneas.
Uitgave
Aeneas Media bv
ruimte 4125
Veemarktkade 8
5222 AE 's-Hertogenbosch
Website 
betoniek.nl
Klantenservice 
073 205 10 10
klantenservice@aeneas.nl
Vormgeving 
Inpladi bv, Cuijk
Redactie 
 betoniek@aeneas.nl
Hoewel de grootst mogelijke zorg 
wordt besteed aan de inhoud van 
het blad, zijn redactie en uitgever 
van Betoniek niet aansprakelijk 
voor de gevolgen, van welke aard 
ook, van handelingen en/of beslis
singen gebaseerd op de informatie 
in deze uitgave.  
Niet altijd kunnen rechthebbenden 
van gebruikt beeldmateriaal 
worden achterhaald. Belang
hebbenden kunnen contact 
opnemen met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2025
ISSN: 2352-1090                  
                 
                  
Reacties