Er zijn veel aspecten die het eindresultaat van schoonbeton kunnen beïnvloeden. Een daarvan is de samenstelling van de betonspecie. Cement, toeslagstoffen, water, hulpstoffen en vulstoffen: allemaal hebben ze in meer of mindere mate invloed op het eindresultaat.              
                Schoonbeton is beton waarbij specifieke esthetische eisen aan het oppervlak zijn gesteld. Schoonbeton vraagt (speciale) aandacht, zowel in ontwerp als in de uitvoering. Ook over de betonsamenstelling, verwerkbaarheid en kleur moet goed worden nagedacht. Hoewel de nodige richtlijnen zijn opgenomen in CUR-Aanbeveling 100 ‘Schoonbeton’ (CUR100), is goede afstemming tussen opdrachtgever, architect, aannemer en betonleverancier over wensen en mogelijkheden altijd raadzaam. Om die reden is in CUR100 een coördinator schoonbetonwerk benoemd.
             
                              
                                      
                      auteurs  	Wiljan de Moor	 Movares, 	Richard Giesen	 Cementbouw	
Invloed van betonsamenstelling op resultaat schoonbeton
      Schoon  
betonmengsel	
1 	 	
Villa Waalre in wit  
schoonbeton, foto: Kim Zwarts
24	 VAKBLAD  	I 2  2017	
24_Schoonbeton.indd   24	01-06-17   14:20
Er zijn veel aspecten die het eindresultaat van  
schoonbeton kunnen beïnvloeden. Een daarvan is 
de samenstelling van de betonspecie. Cement, 
toeslagstoffen, water, hulpstoffen en vulstoffen: 
allemaal hebben ze in meer of mindere mate 
invloed op het eindresultaat.
S	
choonbeton is beton waarbij speci- 
fieke esthetische eisen aan het 	
oppervlak zijn gesteld. Schoonbeton 
vraagt (speciale) aandacht, zowel in 
ontwerp als in de uitvoering. Ook over 
de betonsamenstelling, verwerkbaarheid 
en kleur moet goed worden nagedacht. 
Hoewel de nodige richtlijnen zijn opge-
nomen in CUR-Aanbeveling 100 
'Schoonbeton' (CUR100), is goede 
afstemming tussen opdrachtgever, 
architect, aannemer en betonleveran-
cier over wensen en mogelijkheden 
altijd raadzaam. Om die reden is in 
CUR100 een coördinator schoonbeton-
werk benoemd.
Verwerkbaarheid
Voor het eindresultaat van schoonbeton 
speelt de verwerkbaarheid van 
betonspecie, uitgedrukt in een consis-
tentieklasse, een belangrijke rol. Die 
verwerkbaarheid moet zodanig zijn dat 
een bekisting of mal goed kan worden 
gevuld, dat er niet te veel luchtbellen 
aan het oppervlak zichtbaar zijn en dat 
ontmenging wordt voorkomen. Zelfver-
dichtend beton (ZVB) ? beton met 
hoge vloeibaarheid en een hoge weer-
stand tegen ontmengen ? is zeer 
geschikt voor toepassing als schoonbe-	
ton. Met ZVB is het mogelijk een nage-
noeg luchtbelvrij en zandstreepvrij 
betonoppervlak te verkrijgen. Dat is ook 
een van de redenen dat in de prefab-
betonindustrie veel ZVB wordt toegepast. 
Aan de malzijde levert dat een zeer strak 
oppervlak.
Bij ter plaatse gestort beton is het niet 
gezegd dat ZVB altijd de beste oplos-
sing is voor een mooi betonoppervlak. 
Zolang de gehele uitvoering er bewust 
mee bezig is, zijn lagere consistenties 
ook goed mogelijk. In de praktijk zijn er 
zelfs uitstekende resultaten geboekt 
met consistentieklasse S3. Bovendien 
moet worden opgemerkt dat ZVB-
mengsels vaak erg kritisch zijn en dat 
door een hoge vloeibaarheid nagenoeg 
alle oneffenheden in de bekisting zicht-
baar zullen zijn. Meer over de (on)
mogelijkheden van ZVB staat in de 
recente uitgave van 	Betoniek Standaard	 	
16/20 'Zelfverdichtend beton: 
haarlemmerolie?'
Welke consistentieklasse nodig is, is 
afhankelijk van de manier waarop het 
beton wordt verwerkt en verdicht en de 
omstandigheden waarbij dat gebeurt. 
Op de invloed van het verwerken van 
beton op het uiterlijk wordt in een vol-
gende aflevering in deze serie ingegaan.	
Artikelenserie schoonbeton
Dit artikel is een onderdeel van een serie artikelen over de  
realisatie van schoonbeton. In overige delen wordt ingegaan 
op onder meer de invloed van de bekisting en op de schoon-
betoncoördinator. Ook komen enkele praktijkvoorbeelden 
aan bod. Alle artikelen uit deze serie zijn te raadplegen op 
www.betoniek.nl/schoonbeton	.	
25	 VAKBLAD  	I 2  2017	
24_Schoonbeton.indd   25	01-06-17   14:20
Kleur
Een van de eisen die aan schoonbeton  
kan worden gesteld, betreft de grijstint 
of kleur. Normaal beton heeft een grijze 
kleur die min of meer overeenkomt met 
de kleur van het toegepaste cement. 	
Om andere, specifieke kleuren te berei	-	
ken, anders dan deze natuurlijke grijstint, 
kunnen speciale cementen of pigmen	-	
ten worden gebruikt. Ook is het mogelijk 
een coating of verfsysteem te gebrui	-	
ken. Op dit laatste wordt in dit artikel 
echter niet ingegaan.
Tint- en kleurnuanceverschillen in het 
oppervlak zijn onvermijdelijk en horen 
bij de natuurlijke eigenschappen van 
beton. Om over de grijstint of kleur en 
de toegestane afwijkingen overeen	-	
stemming te bereiken, kan de CUR-
grijsschaal-beton (behorend bij 
CUR100) een belangrijk hulpmiddel 
zijn. Deze grijsschaal is echter niet 
bedoeld om exact een tint in een 
bepaalde schaal te bestellen. Wel kan hij 
worden gebruikt om richting te geven 
en tintverschillen van het gerealiseerde 
werk te kunnen beoordelen. Naast de 
grijsschaal kunnen ook foto's van eerder 
uitgevoerd werk uitkomst bieden, zeker 	
als het gaat om gekleurd beton. Vaak is 
het nodig proefstukken te maken ten 
behoeve van de beoordeling van kleur 
of grijstint. 
De grijstint of kleur wordt voor een  
belangrijk deel bepaald door de beton	-	
samenstelling, ofwel het te gebruiken 
cement, de hoeveelheid fijne delen, het 
toeslagmateriaal, de hulpstoffen, de 
vulstoffen, de pigmenten (in geval van 
gekleurd beton) en de water-bindmid	-	
delfactor. Er kan vanuit worden gegaan 
dat het gewenste schoonbeton in de 
klassen in B1 en B2 is te realiseren met 
de gebruikelijke bindmiddelen en toe	-	
slagmaterialen. Als gekozen wordt voor 
een beton met een bijzondere cement	-	
soort, bijzonder toeslagmateriaal, 	 	
bijzondere vulstoffen en/of pigmenten, 
moet dit in de projectspecificatie 	 	
expliciet worden vermeld.
Daarnaast hebben ook de manier van 	
2  	 	
Invloed cementtype op  
betonkleur
3  	 	
Trappen in gekleurd 
blauw beton	
Zelfverdichtend beton
Meer over de aandachtspunten bij de  
toepassing van zelfverdichtend beton 
staat in 	Betoniek 	16/20 'Zelfverdichtend 	
beton: haarlemmerolie?'. Deze uitgave 
is beschikbaar op 	www.betoniek.nl	.	
 	
 	
CEM I portlandcement	CEM IIIhoogovencement	CEM I witportlandcement	
26	 VAKBLAD  	I 2  2017	
24_Schoonbeton.indd   26	01-06-17   14:20
verwerken, het ontkistingstijdstip en het  
nabehandelen invloed op het resultaat. 
Hierop wordt in een volgend artikel ver	-	
der ingegaan.
Invloed cement
Normaal beton is meestal wit tot grijs. 
Dit is voor een groot deel afhankelijk 
van het cementtype (tabel 1). Er bestaat 
een grote variatie aan grijstinten en 
deze kleur is bovendien niet contant. 
Algemeen kan worden gesteld dat 
beton met portlandcement (CEM I) iets 
donkerder/grijzer van kleur is en hoog	-	
ovencement (CEM III) iets lichter/witter. 
Cement wordt echter niet op een speci	-	
fieke grijstint geproduceerd: er is altijd 
sprake van een zekere bandbreedte. 
Uitzondering is wit cement, een port	-	
landcement dat wél op kleurspecificatie 
wordt geproduceerd. Ten opzichte van 
normaal portlandcement zijn uit wit 
cement praktisch alle ijzerhoudende 
grondstoffen verwijderd. Hierdoor is de 
kleur nagenoeg wit. We kennen verder 
ook terrament, een samengesteld port	-	
landcement waarmee zonder toepas	-	
sing van pigmenten een rood-bruine 
kleur wordt verkregen.
Fijne delen
In het mengsel zijn vooral de fijne 
delen, de delen kleiner dan 0,25 mm, 
bepalend voor het uiterlijk. Fijne delen 
bestaan uit cement, de fijne fractie van 
het zand en een (eventueel) toege	-	
voegde vulstof. Een hoog aandeel fijne 
delen draagt bij aan een egale tint van 
het betonoppervlak en aan een stabie	-	
ler betonmengsel.
Door het kist- of wandeffect liggen met 
name de fijne delen aan het oppervlak. 
Hierdoor hebben deze delen een grote 
invloed op de kleur van het beton. Ook 
voor de stabiliteit van het betonmeng	-	
sel (geen ontmenging) is het gehalte 
aan fijn materiaal erg belangrijk. De 
ondergrens is in CUR100 gelegd op 
160 l/m	3. Voor consistentieklasse F4 en 	
F5 is in verband met een hogere ver	-	
werkbaarheid / hogere vloeibaarheid 
een hoger gehalte aan fijn materiaal 
wenselijk. CUR100 geeft hierbij het 
advies om 170 l/m	3 of zelfs 180 l/m	3 	
Tabel 1	 	Invloed cementtype en betonmengsel op betonkleur	
cementtype	benaming	kleur	
CEM I	portlandcement	grijs	
CEM I wit	portlandcement wit	wit	
CEM II/A-V of CEM II/B-V	portlandvliegascement	grijs	
CEM II/B-T	portlandleisteencement	rood-bruin	
CEM III/A	hoogovencement	grijs-wit	
CEM III/B	hoogovencement	wit	
betonmengsel	benaming	kleur	
ZVB op basis van CEM I en kalksteenmeel	zelfverdichtend beton	wit	
ZVB op basis van CEM III en kalksteenmeel	zelfverdichtend beton	wit	
ZVB op basis van CEM III en vliegas	zelfverdichtend beton	grijs	
5  	 	
Verschillende kleuren pigment, foto: Scholz Benelux  
toe te passen. Overigens zorgt een 
hoger aandeel fijn ook voor een taaier 
mengsel. Om een goede stabiliteit te 
bereiken, is het belangrijk de gehele 
korrelopbouw te optimaliseren en niet 
alleen naar het aandeel fijn te kijken.
Toeslagmateriaal
Toeslagmateriaal in beton bestaat 
meestal uit zand en grind. Vooral de 
fijne fractie van het zand heeft invloed 
op de oppervlaktekwaliteit (zie onder 
kopje 'Fijne delen'). De kleur van het 
toeslagmateriaal zelf heeft beperkte 
invloed op de kleur van beton. Wel kan, 
als een donkere kleur is gewenst, don	-	
ker toeslagmateriaal uitkomst bieden, 
zoals basalt of graniet.	
4 	 	
Rood beton voor het  
dienstengebouw van de 
Dorntermeertunnel, foto: 	Ben 	
Vulkers	
27	 VAKBLAD  	I 2  2017	
24_Schoonbeton.indd   27	01-06-17   14:20
2% 
      4%
      6%
      8% 	
zeker van te zijn dat er geen put- of  
vlekvorming zal ontstaan, is toepassing 
van standaardrivierzand en -grind niet 
geschikt en moet worden uitgeweken 
naar basalt of andere toeslagmaterialen. 
Dit verhoogt echter de kostprijs waar	-	
door hier in de praktijk niet vaak voor 
wordt gekozen. 
In CUR100 wordt geëist dat het toeslag	- 	
materiaal bij oplevering en gedurende 
een periode van twee jaar daarna, niet 
mag leiden tot roestvlekken in het 
beton	 oppervlak of het ontstaan van 	
holten (pop-outs) in het oppervlak. Er is 
een termijn genoemd omdat het optre	-	
den van roestvlekken tijdsgebonden is. 	 	
Deze eis is te beschouwen als een ver	-	
plichting van de opdrachtnemer tot 
esthetisch herstel indien roestvlekken en 
holten ontstaan.
Als maat voor het risico op het optreden 
van roestvorming wordt vaak de zoge	-	
noemde vlekkenindex gebruikt. Deze 
index mag ten hoogste 20 bedragen. 
Meer hierover staat in CUR100, bijlage H. 
Volgens CUR100 mogen geen secun	- 	
daire toeslagmaterialen zoals beton-, 
metselwerk- of menggranulaat worden 
toegepast. Dat komt omdat het in 
Nederland beschikbare of aangeboden 
secundaire toeslagmateriaal nog te veel 
problemen oplevert bij toepassing in 
schoonbeton. In de toekomst is het 	
gebruik van dergelijke toeslagmateria	-	
len bij schoonbeton niet uit te sluiten. 
Uiteraard staat het de opdrachtgever 
vrij om af te wijken van de eis ten aan	-	
zien van het toepassen van secundair 
materiaal en in de projectspecificatie 
anders te bepalen.
Hulpstoffen
Hulpstoffen zijn stoffen die in kleine 
hoeveelheden aan een betonsamenstel	-	
ling worden toegevoegd, met het doel 
één of meer eigenschappen te beïnvloe	-	
den. De meeste hulpstoffen hebben 
invloed op de eigenschappen van het 
beton in de vloeibare of plastische fase, 
en niet op het uiterlijk van beton. Uiter	-	
aard wel op de verwerkbaarheid (zie 
onder kopje 'Verwerkbaarheid').
Vulstoffen
Vulstoffen, inert, dan wel (latent) 
hydraulisch, zijn fijne stoffen waarmee 
de ruimten tussen de toeslagstoffen 
worden gevuld. Deze vulstoffen verho	-	
gen de samenhang van het beton	-	
mengsel. Hierdoor worden de mengsels 
stabieler en minder gevoelig voor ont	-	
mengen. Op deze manier hebben de 
vulstoffen ook invloed op de esthetica.
Bekende vulstoffen zijn kalksteenmeel 
(veel gebruikt in de prefab-betonindus	-	
trie) en (poederkool)vliegas (veel 
gebruikt voor in situ gestort beton). 
Toepassing van vulstoffen heeft invloed 
op de kleur van het beton. Zo wordt 
met kalksteenmeel een egale en lichtere 
betonkleur verkregen ten opzichte van 
vliegas. Met vliegas zijn wisselende 
ervaringen opgedaan. De kans bestaat 
dat dankzij vliegas de variatie in grijstint 
toeneemt wat leidt tot een zogenoemd 
wolkeffect (foto 8). Over het algemeen 
kleurt vliegas het beton donkerder. De 
invloed op de kleur geldt vanaf circa 40 
kg per m	3 beton. Door de aanwezig	-	
heid van koolstof veroorzaakt vliegas 
soms zwarte strepen in het betonopper	-	
vlak. Het koolstofgehalte moet daarom 
zo laag mogelijk zijn.
Pigmenten
Om kleur aan het beton te geven, kun	-	
nen pigmenten worden toegepast. Pig	-	
Rivierzand en -grind zijn nooit geheel 
vrij van zwellende of ijzerhoudende 
bestanddelen, al verschilt het aantal van 
deze bestanddelen per winplaats. Aan	-	
wezig oerhout (versteend hout) kan 
putjes veroorzaken (zogenoemde pop-
outs) en door in het toeslagmateriaal 
aanwezige ijzerverbindingen kunnen 
bruin/zwarte vlekken ontstaan (ook wel 
pyrietvlekken, foto 7). Om er 100% 	
6 	 	
Invloed van pigment	- 	
concentratie op de 
kleurtoon van beton, 
beeld: Scholz Benelux
7  	 	
Pyrietvlekken in beton	
Tabel 2	   	Geschikte pigmenten voor  
in beton	
pigment	kleur	
titaandioxide	wit	
ijzeroxide zwart	zwart	
ijzeroxide rood	rood	
ijzeroxide geel	geel	
ijzeroxide bruin	bruin	
kobaltoxide	blauw	
chroomoxide	groen	
28	 VAKBLAD  	I 2  2017	
24_Schoonbeton.indd   28	01-06-17   14:20
Blauwkleuring
Na het ontkisten kan het betonopper	- 	
vlak een tijdelijke, soms blauw-grijze 
kleur vertonen. Deze zogenoemde 
blauwkleuring is een fenomeen dat kan 
optreden bij gebruik van hoogoven	-	
cement of van cementmengsels die 
hoogovenslak bevatten. Bij een dichte 
structuur van het betonoppervlak of bij 
een betonconstructie die lange tijd in 
de bekisting is gebleven, kan het soms 
langer duren voordat de lichte eind	-	
kleur wordt verkregen. Bij schoon	-	
beton is het daarom aan te bevelen de 
verblijfstijd in de bekisting niet te veel 
te laten variëren. Het gaat vooral om 
het ontkisten op gelijke gewogen rijp	-	
heid. Meer over blauwkleuring is te 
lezen op 	www.betonlexicon.nl	.	
menten zijn gemalen poeders (veelal  
ijzeroxiden) met een zeer hoge fijnheid, 
meestal hoger dan die van cement. 
Door deze fijnheid wordt een sterk kleu	-	
rend effect verkregen. Pigmenten 	 	
hechten aan de cementdeeltjes maar 
leveren geen bijdrage aan de chemi	-	
sche reactie. De hoeveelheid pigment 
heeft invloed op de kleurintensiteit. Hoe 
hoger het percentage, des te voller de 
kleur. De hoeveelheid toe te passen pig	-	
ment varieert van 3 tot circa 9% van het 
cementgewicht (	m/m	).	
Het kleurbehoud is bij gebruik van anor	-	
ganische pigmenten goed. Wel moet er 
rekening mee worden gehouden dat bij 
een expositie in een buitenmilieu op 
termijn verkleuring kan optreden. Om 
een langdurig kleurbehoud te verkrij	-	
gen, is het raadzaam geen lager percen	-	
tage toe te passen dan 2% van het 
cementgewicht (	m/m	).	
Pigmenten kunnen in de vorm van een 
slurry (opgelost in een vloeistof) of als 
poeder aan de betonspecie worden toe	-	
gevoegd. Voor de eisen ten aanzien van 
pigmenten is een aparte norm beschik	-	
baar. Pigmenten moeten voldoen aan 
NEN-EN 12878.
Water en water- 
bindmiddelfactor
De hoeveelheid water is vooral bepa	- 	
lend voor de verwerkbaarheid (zie 
onder kopje 'Verwerkbaarheid'). Lokale 
afwijkingen in de water-bindmiddelfac	-	
tor kunnen echter kleurverschillen in 
het betonoppervlak veroorzaken.
Tot slot
Het is eigenlijk heel logisch dat de 
samenstelling van beton zeer bepalend 
is voor het uiterlijk. In het voorgaande is 
beschreven wat die invloed precies is. 
Omdat de betonsamenstelling een 	 	
verantwoordelijkheid is van de betonle	-	
verancier en vooraf bekend moet zijn, is 
het belangrijk tijdig te overleggen over 
eisen en mogelijkheden. Verder moet 
worden gerealiseerd dat de betonsa	-	
menstelling niet allesbepalend is. Het 
eindresultaat is voor het belangrijkste 
deel afhankelijk van ontwerp en uitvoe	-	
ring.	 	
8  	 	
Wolkeneffect in beton door  
koolstof of uit de vliegas	
9 	   	
Hendrik Bulthuis Akwadukt bij 
Burgum, foto: VOBN Jan Heuveling	
Zwart beton
Beton kan, onder meer afhankelijk van de nabehandeling en  
het toegepaste cement, te maken krijgen met kalkuitbloei, 
die vooral zichtbaar wordt bij donkere oppervlaktes. Het 
maken van egaal zwart beton is dan ook niet mogelijk. Don	-	
kere betontinten (antraciet) worden verkregen door wit 
portlandcement te combineren met zwarte pigmenten. Voor 
meer informatie zie CUR100.	
29	 VAKBLAD  	I 2  2017	
24_Schoonbeton.indd   29	01-06-17   14:20                  
                 
                                
Reacties