Ferrocement is een bouwmateriaal dat wordt samengesteld uit een cementgebonden mortel en één of meerdere lagen fijnmazige wapening ('ferro'). Hiermee kunnen zeer dunne of holle constructies worden gemaakt, waarmee aanzienlijk op het gewicht kan worden bespaard.
Ferrocement en gewapend beton zijn verwante materialen. Het zijn beide cementgebonden en met betonstaal gewapende composieten. Het cementgehalte bij ferrocement is hoog, waardoor het materiaal zeer sterk is en een dichte oppervlaktestructuur heeft. Als bindmiddel kunnen verschillende soorten cement worden gebruikt. Vanwege de eigenschappen wordt over het algemeen gekozen voor portlandcement (CEM I). De minimale hoeveelheid cement bedraagt 600 kg/m³ en de water-cementfactor is maximaal 0,4. De gemiddelde druksterkte van ferrocement is rond de 80 N/mm². De grootte van het toeslagmateriaal verschilt sterk met dat van normaal beton. Waar de maximumkorreldiameter van normaal beton rond de 30 mm ligt, is dat bij ferrocement ongeveer 4 mm. Er worden ook hulpstoff en toegepast, zoals een stof om waterstofvorming door het gegalvaniseerde draadgaas te voorkomen. De korrelopbouw van de zandfactie is, net als bij normaal beton, een belangrijk aspect voor de verwerkbaarheid en de uiteindelijke dichtheid van het materiaal. Die dichtheid is bij ferrocement aanzienlijk. Het materiaal is zo dicht dat water niet door het oppervlak dringt en een dekking van 6 mm op het verzinkt stalen wapeningsnet afdoende is (foto 2). Dit is vastgesteld met carbonatatiemetingen en indringingsproeven. De diameter van het staal is overeenkomstig kleiner. Tegenover staafdiameter van Ø6 tot ongeveer Ø20 mm van normaal beton in het betreff ende toepassingsgebied (balkons,luifels, enz.), staan draadgaas en staven met diameters van ongeveer Ø1 mm à Ø1,5 mm tot circa Ø10 mm (foto 2). Het wapeningspercentage en het specifi eke aanhechtingsoppervlak per volume-eenheid liggen bij ferrocement veel hoger.
Ferrocement is geen nieuw materiaal. De ontstaansgeschiedenis gaat terug naar omstreeks 1850, toen er voor het eerst bloembakken en tuinmeubels werden vervaardigd van met draadgaas versterkte cementmortel. Met de opkomst van gewapend beton is ferrocement in de vergetelheid geraakt tot omstreeks 1940. Toen ontdekte de Italiaanse bouwmeester Pier Luigi Nervi het materiaal opnieuw. In deze tijd was arbeid heel goedkoop en materiaal duur. In samenwerking met onder andere de Technische Hogeschool Milaan is uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar ferrocement en de eigenschappen verricht en onder Nervi’s leiding zijn prachtige architectonische bouwwerken in het materiaal gerealiseerd. Doordat er na de Tweede Wereldoorlog op een gegeven moment geen materiaalschaarste meer was en arbeid steeds duurder werd, werd ferrocement opnieuw minder toegepast. De ontwikkeling van ferrocement zette zich met name door in de jachtbouw en kano’s. Later, eind jaren tachtig, bleek het materiaal ook weer interessant voor de bouw. Zo bleken balkons vervaardigd met ferrocement, die circa 70% lichter waren dan conventionele balkons, zeer geschikt voor de herontwikkeling van bestaande gebouwen.
Reacties