Als beton wordt belast, vervormt het. Hoeveel het vervormt, is mede afhankelijk van de stijfheid van het materiaal. Deze eigenschap drukken we uit in de elasticiteitsmodulus (E-modulus). Een constructeur gebruikt de E-modulus om de vervorming, doorbuiging en stabiliteit van een constructie te berekenen en te beheersen. In sommige situaties, zoals voor de overlaging van stalen brugdekken, worden hoge eisen gesteld aan de stijfheid van het beton. In deze Betoniek laten we zien dat deze eigenschap met het ontwerp van het betonmengsel aardig te sturen is. We beschrijven achtereenvolgens de eigenschap, de wet van Hooke, de factoren die van invloed zijn op de E-modulus van beton, hoe je eraan rekent volgens de Eurocode, en twee praktijkvoorbeelden waarin de betontechnoloog een specifieke E-modulus heeft gerealiseerd.
september
2024
19
17
BAND
UITGAV E
Beton, een
rekbaar begrip
Over de
elasticiteitsmodulus
van beton
BAND
UITGAV E
2 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
Beton, een rekbaar begrip
Als beton wordt belast, vervormt het. Hoeveel het
vervormt, is mede afhankelijk van de stijfheid van het
materiaal. Deze eigenschap drukken we uit in de
elasticiteitsmodulus (E-modulus). Een constructeur
gebruikt de E-modulus om de vervorming,
doorbuiging en stabiliteit van een constructie te
berekenen en te beheersen. In sommige situaties,
zoals voor de overlaging van stalen brugdekken,
worden hoge eisen gesteld aan de stijfheid van het
beton. In deze Betoniek laten we zien dat deze
eigenschap met het ontwerp van het betonmengsel
aardig is te sturen. We beschrijven achtereenvolgens
de eigenschap, de wet van Hooke, de factoren die van
invloed zijn op de E-modulus van beton, hoe je eraan
rekent volgens de Eurocode, en twee praktijkvoor-
beelden waarin de betontechnoloog een specifieke
E-modulus heeft gerealiseerd.
E-MODULUS
De E-modulus is een maat voor de stijfheid
van een materiaal en bepaalt hoeveel het
ver vormt onder een bepaalde belasting. Dat
kan een externe druk- of trekbelasting zijn
of eigen gewicht. De E-modulus is het quoti -
ent van de spanning ? en de ver vorming ?
(formule 1). In de constructieve berekening
is het belangrijk de E-modulus te kennen,
omdat de stijfheid van het materiaal mede
bepalend is voor de doorbuiging van een
element. Te grote doorbuiging kan leiden tot
ongewenste ver vormingen, schade aan
afwerkingen en zelfs constructief falen,
maar ook tot een gevoel van onveiligheid en
ongemak.
Het ver vormingsgedrag van materialen ver -
schilt. Zo vertonen homogene materialen
zoals staal een zuiver elastische ver vorming
(fig. 1a). Zuiver elastisch betekent dat het
materiaal na het wegnemen van een
bepaalde belasting weer terugkeert in zijn
originele vorm. Dit lineaire ver vormingsge -
drag geldt binnen het elastisch gebied van
het materiaal. Elk materiaal, ook staal, kun
je nog verder ver vormen, tot buiten het elas -
tisch gebied. Dan is er sprake van blijvende
rek en keert het materiaal niet meer terug in
zijn oorspronkelijke vorm.
Beton is een heterogeen samengesteld
materiaal. Het is niet zuiver elastisch en
vertoont geen lineair ver vormingsgedrag.
Beton keert dus na het wegnemen van een
bepaalde belasting niet volledig terug in zijn
originele vorm. De spanning-ver vormings -
relatie voor beton is vereenvoudigd en sche -
matisch weergegeven in figuur 1b, waarbij
beton tot voorbij het elastisch gebied is
belast en de belasting ver volgens weer is
weggehaald.
De blijvende ver vorming van beton is tot een
belasting van 40% van zijn maximale belast -
baarheid zeer gering (dit komt later ook
terug in fig. 8). Binnen dit bereik is de span -
ning-ver vormingsrelatie bij benadering
lineair te noemen en wordt ter vereenvoudi -
ging aangenomen dat het beton zich
gedraagt als een lineair elastisch materiaal
(fig. 1a). De E-modulus in dit gebied noe -
men we de secant-modulus en kan worden
3 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
den gekarakteriseerd volgens de wet van
Hooke. Deze wet wordt als volgt uitgedrukt:
E = ? / ? (1)
Hierin is:
E = de elasticiteitsmodulus in N/mm 2
? = de spanning in N/mm 2 die ontstaat als
gevolg van de specifieke ver vorming
? = de ver vorming, dimensieloos
Voor de ver vorming geldt:
? = ?l/l (2)
Hierin is:
?l = de lengteverandering in (bijvoorbeeld)
mm 1
l = de oorspronkelijke lengte in (dezelfde
lengte-eenheid, bijvoorbeeld) mm 1
Voor de spanning geldt:
? = F/A (3)
Hierin is:
F = de belasting in N
A = het opper vlak van de doorsnede in mm 2
gekarakteriseerd volgens de wet van Hooke
(zie hierna).
In figuur 1b is af te lezen dat de lijn voorbij
40% van de maximale belastbaarheid vlak -
ker gaat lopen en dat de E-modulus in func -
tie van de ver vorming afneemt. In dit gebied
moet de exacte waarde voor de E-modulus
worden bepaald op basis van een puntme -
ting en de raaklijn op dat punt. De E-modu -
lus in dit gebied noemen we de tangent-
modulus. In het ver volg van deze Betoniek
wordt met E-modulus de secant-modulus
bedoeld, tenzij specifiek anders benoemd.
DE WET VAN HOOKE
Zuiver elastische materialen volgen de wet
van Hooke. Deze wet beschrijft een lineaire
relatie tussen de opgelegde belasting en de
ver vorming van het materiaal. Zodra de
belasting wordt verwijderd, keert het mate -
riaal weer terug in zijn oorspronkelijke vorm
(fig. 1a). Ook beton kan, zoals we hier voor
hebben kunnen lezen, tot een belasting van
40% van zijn maximale belastbaarheid wor -
spanning
vervorming
tangent
modulus
40% van
maximale
belasting secant
modulus
ontlasten (b)
spanning
vervorming
belasten ontlasten
(a)
1 Schematische weergave spanning-ver vormingsrelatie van (a) een lineair elastisch materiaal, zoals staal, en (b) van het niet-lineair elastische samengestelde materiaal beton.
4 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
Voor de lengteverandering is uit het voorge -
noemde de volgende formule te destilleren:
?l = (F?l)/( E?A ) (4)
Uit deze formule is af te leiden dat wanneer
de belasting tweemaal zo groot wordt, de
lengteverandering ook verdubbelt. En wan -
neer de stijfheid ( E) of het opper vlak ( A)
verdubbelt, zoals geïllustreerd in figuur 2
met een dubbele veer, dan halveert bij
gelijke belasting de lengteverandering.
Wanneer de belasting F, het opper vlak A, de
lengte l en de lengteverandering ?l bekend
zijn, kan ook de E-modulus van beton wor -
den bepaald volgens onderstaande formule:
E = ( F/A ) / ( ?l/l) (5)
METEN VAN E-MODULUS
In constructieberekeningen wordt de
waarde van de E-modulus doorgaans
afgeleid van de druksterkte. Mocht je de
E-modulus nauwkeuriger willen weten, dan
is deze onder laboratoriumomstandigheden
te meten. Belangrijk is daarbij om de
E-modulus steeds op dezelfde gestandaar -
diseerde werkwijze te meten. Zo heeft een
verschil in snelheid van beproeven bijvoor -
beeld al invloed op het proefresultaat.
Voor het beproeven van beton is de normen -
reeks EN 12390 'Beproeving van verhard
beton' opgesteld. Waarbij EN 12390-13 gaat
over de bepaling van de secant-modulus
onder drukbelasting.
Voor de meting wordt meestal gebruikge -
maakt van cilinder vormige proefstukken
met een diameter-hoogteverhouding van
1:2 en een hoogte van 300 mm. De meting
vindt plaats over een bereik van 120 mm in
het midden van de cilinder, om de invloed
van de drukplaten aan beide uiteinden te
vermijden. De test wordt uitgevoerd op ten
minste drie proefstukken. Dit zorgt voor een
nauwkeurige en representatieve bepaling
van de E-modulus.
Voorafgaand aan de proef wordt eerst op
tenminste drie vergelijkbare cilinder vormige
proefstukken de druksterkte van het beton
bepaald. De maximale belasting binnen de
beproeving van de E-modulus bedraagt 33%
van de gemiddelde druksterkte, zodat de
meting binnen het aangenomen lineaire-
elastische bereik van beton blijft.
De test bestaat uit het aanbrengen van een
axiale drukbelasting op het proefstuk in een
gecontroleerde en beheerste manier.
2 Illustratie van de wet van Hooke
3 Meetopstelling E-modulus Foto: Heidelberg Materials Benelux
5 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
De ver vorming ( ?) in functie van de belas -
ting ( ?) wordt gemeten met rekstrookjes of
digitale meetinstrumenten die op tenminste
twee tegenover elkaar liggende zijden van
het proefstuk zijn aangebracht en over het
hart van de cilinderhoogte (fig. 3).
De E-modulus wordt berekend op basis van
onderstaande formule:
E = ( ?2 ? ?1)/( ?2 ? ?1) (6)
Hierin is:
E = de elasticiteitsmodulus in GPa
?1 en ?2 = de spanningen in MPa bij res -
pectievelijk het begin en het
einde van het lineaire traject
van de spanning-rekcur ve
?1 en ?2 = de bijbehorende begin- en
eindver vorming, uitgedrukt als
een verhouding of in %
Deze methode is een destructieve en stati -
sche methode. Er is ook een dynamische en
niet destructieve methode op basis van
geluidsgolven. De waarde voor de dynami -
sche E-modulus ligt in de regel 20-30%
hoger (zie kader 'Dynamische E-modulus').
Waarom zou je de E-modulus meten en
natuurgetrouw willen weten? Zoals uitge -
legd, wordt deze in de constructieve bere -
kening, net als een aantal andere eigen -
schappen zoals de treksterkte, afgeleid van
de druksterkte van beton. Echter, waar in de
regel de relatie druksterkte-treksterkte
Dynamische E-modulus
De E-modulus kan destructief en statisch wor -
den bepaald, maar ook niet-destructief en
dynamisch. Bij de dynamische manier wordt de
E-modulus gemeten aan de hand van (bijvoor -
beeld) ultrasone pulsmetingen. Hierbij worden
door ultrasone transducers geluidsgolven door
het beton gezonden en weer opgevangen en
worden de reistijden van de golven gemeten
(fig. 4). Gedetecteerde variaties in snelheid
wijzen op onregelmatigheden in het beton,
zoals scheuren of leemten. Deze data geven
inzicht in de elasticiteit, dichtheid en integriteit
van het beton, en helpen bij het beoordelen van
de kwaliteit en consistentie ervan.
De dynamische E-modulus is in de regel
20-30% hoger dan de statische secant
E-modulus. Onderzoek leert dat de relatie
tussen de dynamische en secant E-modulus
uniek is voor een betonsamenstelling. Deze
methode is niet geschikt om de secant
E-modulus als rekenwaarde te herleiden.
In de praktijk kan de dynamische methode wor -
den toegepast om in de tijd de kwaliteit van een
betonconstructie te monitoren. De methode
wordt ook in het laboratorium ingezet. Bijvoor -
beeld om bij mortels en lijmen de stijfheidsont -
wikkeling op jonge leeftijd te monitoren, of als
aanvulling bij het testen op vorst- of sulfaat -
bestandheid. De dynamische E-modulus wordt
daarbij gebruikt om trendmatig potentiële
interne schade in beeld te brengen.
zenden ontvangen
scheur
geluidsgolf
defect
4 Bepalen van de dynamische E-modulus op basis van ultrasone pulsmetingen
6 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
redelijk zuiver is, is dit niet vanzelfsprekend
voor de E-modulus. Bij gelijke druksterkte
kan de E-modulus in de praktijk enkele tien -
tallen procenten afwijken van de theoreti -
sche waarde. Het mengselontwerp van het
beton, zoals de keuze van het toeslagmate -
riaal, kan van grote invloed zijn. Hier gaan
we nu verder op in.
INVLOEDSFACTOREN VANUIT
MENGSELONTWERP
Allereerst kijken we naar de invloedsfacto -
ren voor de E-modulus vanuit het ontwerp
van een betonsamenstelling.
Aandeel cementsteen en toeslagmateriaal
Beton is een heterogeen samengesteld
materiaal dat in de basis bestaat uit cement -
steen en toeslagmateriaal. Beide dragen bij
aan de E-modulus van het verharde beton.
In figuur 5a is voor cementsteen, toeslagma -
teriaal en beton de spanning-ver vormings -
relatie weergegeven. Hoe steiler de cur ve,
des te groter de E-modulus. Het is in dit
figuur meteen inzichtelijk dat de E-modulus
van toeslagmateriaal groter is dan die van
cementsteen. Uitgaande van harde, dichte
toeslagmaterialen, zal bij het toenemen van
het volumeaandeel toeslagmateriaal ook de
E-modulus van het beton toenemen. Deze
relatie is in de regel niet lineair en volgt een
empirische cur ve zoals weergegeven in het
Hirsch-model (fig. 5b).
Kwaliteit en stijfheid toeslagmateriaal
Naast het aandeel toeslagmateriaal spelen
ook de kwaliteit en stijfheid van het toeslag -
materiaal een rol. De E-modulus van hard,
dicht toeslagmateriaal kan afhankelijk van
de oorsprong variëren tussen de 40 GPa en
120 GPa. De ontstaansgeschiedenis van het
toeslagmateriaal speelt hier een belangrijke
rol. Zo heeft sedimentatiegesteente zoals
zandsteen en kalksteen in de regel een rela -
tief lage E-modulus (40-70 GPa). Stollings -
gesteenten als porfier of graniet (50-90
GPa) en basalt (90-120 GPa) liggen op een
hoger niveau en zijn daarmee zeer geschikt
om beton te ontwerpen waar van een hoge
E-modulus is gevraagd. Het binnen Neder -
land meest toegepaste rivierzand en -grind
(kwarts) ligt in de range 50-70 GPa (zie
voorbeeld in kader 'Spelen met invloeds-
factoren').
50
4 0
3 0
2 0
1 0
0 1000 2000
3000
s
p anni ng (Mp a)
ve rv o rm in g ? 10 ?6
to e sla g m ate riaal
beto n
ce m ents te e n
(a
) (b)
E-pasta E-toeslag-
materiaal
toeslagmateriaal volumeaandeel V
a
parallel model Hirsch-model
0.00.1
0.20.3
0.4
0.5 0.6
0.7 0.8 0.9
1.0
E-modulus van
composietmateriaal
5 Relatieve spanning-ver vormingsrelatie voor cementsteen, toeslagmateriaal en beton (a), en twee modellen voor de E-modulus van beton in functie van aandeel toeslagmateriaal (b)
7 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
De E-modulus van lichtgewicht toeslagma -
teriaal is aanzienlijk lager en kan variëren
van 10-25 GPa, afhankelijk van de product -
variant en dichtheid. Dit komt doordat een
poreuze en lichtere structuur over het alge -
meen meer samendrukbaar en minder stijf is
dan dichte toeslagmaterialen.
Cementsterkteklasse en water-cementfactor
De E-modulus van cementsteen heeft een
relatie met de druksterkte van het cement -
steen. De druksterkte en in het verlengde
de E-modulus, zijn afhankelijk van de
cementsterkteklasse en de water-cement -
factor (wcf). Zo zal cementsteen op basis
van CEM I 52,5 R met een wcf van 0,35 een
hogere E-modulus hebben dan cement -
steen op basis van CEM I 32,5 N met een
wcf van 0,50.
Luchtgehalte
Om beton met een lagere E-modulus te
ontwerpen kan het harde toeslagmateriaal
(deels) worden ver vangen door licht,
poreus toeslagmateriaal. Ook een
additioneel verhoogd luchtgehalte draagt
bij aan een verdere verlaging van de
E-modulus.
Spelen met invloedsfactoren
Om het spel met type en aandeel toeslagmateriaal en cementsteen te illustreren, volgt hier
beknopt een onderzoek. Het is uitgevoerd door Heidelberg Materials Benelux met het doel de
E-modulus van een C90/105 te verhogen tot 50 (+/?5) GPa. Dit is hoger dan de bijbehorende
rekenwaarde volgens de Eurocode (44 GPa), zie verderop. Bij de opdrachtgever bestond initieel
de voorkeur om te werken met een type zandsteen. Bij de eerste proeven werd met dit zandsteen
een prima druksterkte gerealiseerd van 123 MPa, echter bleef de E-modulus steken op 39 GPa.
Om het zandsteen toch een tweede kans te geven, werd het mengsel geoptimaliseerd door het
pastavolume (mengsel cement en water) te reduceren met circa 25% (van 410 l/m 3 naar
310 l/m 3). De E-modulus steeg hierdoor van 39 GPa naar 44 GPa (fig. 6).
Helaas werd met deze optimalisatie nog niet voldaan aan het doel van 50 (+/?5) GPa. Vervolgens
is verder getest met mengsels waarin het zandsteen werd vervangen door stollingsgesteentes,
waaronder porfier en basalt. Uiteindelijk is de keuze gemaakt voor basalt, waarmee een
E-modulus van 51 GPa werd gerealiseerd, alsook een vergelijkbare druksterkte.
E-modulus vs. pastagehalte
pastagehalte (liter/m³)
E-modulus (Gpa)
45
44 43
42
41
40
39
38 300 340
380 420(a) E-modulus vs. toeslagmateriaal
E-modulus (Gpa)
5
2
5 0
4 8
4 6
4 4
4 2
4 0
3 8(b)
zan dst een
por er basa lt
6 Relatie E-modulus en pastagehalte voor C90/105 met zandsteen (a), en relatie E-modulus en type toeslagmateriaal voor C90/105 met 310 liter pastagehalte (b)
8 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
OVERIGE INVLOEDSFACTOREN
Naast de hier voor besproken invloedsfacto -
ren vanuit het mengselontwerp, zijn er in de
praktijk ook andere invloedsfactoren. Zo kan
de E-modulus van beton met een relatief
hoge vochtigheid bij een kortstondige
belasting tot 15% hoger zijn dan de E-modu -
lus van droog beton. Dit is toe te schrijven
aan de stijfheid van water in de poriën dat bij
belasten niet snel genoeg kan worden uitge -
perst.
Ook de betontemperatuur heeft invloed op
de E-modulus. Bij lage temperaturen neemt
de E-modulus toe. Dit is het gevolg van een
dichtere pakking van de deeltjes door tem -
peratuurkrimp. Bij temperaturen onder 0 °C
zet deze ontwikkeling zich nog verder door.
Het water in de poriën bevriest, waardoor
deze feitelijk zijn gevuld met een vaste stof
(ijs) die bijdraagt aan de krachtsoverdracht.
Jong beton
De ontwikkeling van de E-modulus in jong
beton kan in bepaalde situaties leiden tot
scheur vorming. Jong beton ontwikkelt rela -
tief sneller stijfheid dan druksterkte en trek -
sterkte. Ten opzichte van de 28-daagse res -
pectievelijke waarden, ligt de E-modulus
van beton op 16 uur na storten al rond de
40%, terwijl de treksterkte dan nog maar op
15-20% ligt. Daarna groeit de E-modulus op
24 uur en 48 uur door tot respectievelijk 65%
en 85% van de 28-daagse waarde. Omdat de
druksterkte en treksterkte achterblijven ten
opzichte van de stijfheid, kan dit een ver -
hoogd risico op scheur vorming van jong
beton geven.
Belastingduur
Tot slot speelt ook de belastingduur een rol.
Bij een kortdurige en variabele belasting,
zoals bij verkeer of wind, wordt de E-modu -
lus gemeten volgens EN 12390-13 of bere -
kend volgens de Eurocode.
Bij een langdurige belasting, zoals eigen
gewicht en permanente belasting, moet
rekening worden gehouden met het ver -
schijnsel kruip (zie ' Betoniek Standaard
17/16 ? Kruipend beton' [1]). In de con -
structieve berekening wordt de waarde voor
de E-modulus gecorrigeerd voor kruip en zal
de rekenwaarde er van lager uitvallen
(fig. 7). Hoeveel lager is afhankelijk van de
kruipfactor. De aanpak hier voor staat opge -
nomen in de Eurocode.
ve rv o rm in g
spa nn in g
ko rt duri ge b ela stin g
la n g duri ge b e la stin g
Ecm
Ec, e
kru ip
7 Invloed belastingduur op E-modulus
9 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
Wat zegt de Eurocode nog meer over de
waarde van de E-modulus in de construc -
tieve berekening? Daar gaan we nu dieper
op in.
E-MODULUS IN DE EUROCODE
Eurocode 2, de norm EN 1992-1-1 die door
constructeurs wordt gebruikt voor het ont -
werpen van betonconstructies [2],
beschrijft de beginselen en regels voor het
constructief rekenen met beton. In deze
norm worden bijvoorbeeld betondruksterk -
teklassen ( fck) gegeven, maar ook de eigen -
schappen die invloed hebben op ver vor -
ming, zoals kruip en de E-modulus van
beton.
De Eurocode gaat uit van een lineair elas -
tisch ver vormingsgedrag van beton tot 40%
van de gemiddelde druksterkte ( fcm). De
rekenwaarde voor de E-modulus van beton
is dan ook geldig in het bereik tot een belast -
baarheid van 0,4 fcm (fig. 8).
Alle betoneigenschappen binnen de Euro -
code worden in principe afgeleid van de
karakteristieke cilinderdruksterkte fck of
karakteristieke kubusdruksterkte fck,cube.
Zo is de E-modulus ( Ecm) berekend volgens
onderstaande formule:
Ecm = 22( fcm/10) 0,3 (7)
Hierin is:
Ecm = E-modulus secantwaarde
(bereik 0 tot 0,4 fcm) in GPa
fcm = gemiddelde cilinderdruksterkte op
28 dagen volgens fcm = fck + 8 [N/mm 2]
De Eurocode houdt ook rekening met het
type toeslagmateriaal dat wordt toegepast
in het beton. Standaard is de waarde voor
Ecm gebaseerd op beton met kwartshou -
dend toeslagmateriaal, zoals het vaak in
Nederland toegepaste rivierzand en -grind.
Er geldt een aanpassing in geval van zand -
steen, kalksteen en basalt. Voor kalksteen
en zandsteen wordt de waarde met respec -
tievelijk 10% en 30% verlaagd en bij basalt
met 20% verhoogd.
Voorbeeld: voor beton met fck = 25 MPa
(C25/30) is op basis van formule (7) de stijf -
heid gelijk aan Ecm = 31 GPa. Afhankelijk van
het toeslagmateriaal varieert de E-modulus
van 21,7 GPa in geval van zandsteen, tot
37,2 GPa bij basalt.
Licht beton
De Eurocode geeft een aangepaste werk -
wijze voor de E-modulus van licht beton. Er
wordt een correctiefactor ( ?E ) gehanteerd,
gebaseerd op de ovendroge volumieke
massa ( ?) van het licht beton volgens for -
mule ?E = ( ?/2200) 2. Door ?E te vermenig -
vuldigen met de waarde van Ecm van nor -
maal beton met gelijke cilinderdruksterkte
fck, wordt de rekenwaarde voor Elcm, de
E-modulus van lichtbeton, verkregen.
Voorbeeld: voor lichtbeton in gewichts -
klasse D1,6 met ? = 1600 kg/m 3 en fck =
25 MPa wordt de correctiefactor ?E =
(1600/2200) 2 = 0,53. De rekenwaarde voor
de E-modulus Elcm, wordt dan 0,53 × 31 =
16,4 GPa.
?
?? ?
fcm
0,4 f cm
= cm ?
? ? tan
c1
cu1 c
c
8
Schematische weergave spanning-rekrelatie uit de Eurocode
10 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
Alternatieve granulaten en bindmiddelen
Bij het gebruik van meer dan 50% grof
betongranulaat dient er volgens CROW-CUR
Aanbeveling 112 rekening te worden gehou -
den met een reductiefactor 0,9 voor de elas -
ticiteitsmodulus. Dat lijkt nog redelijk bin -
nen de eerder genoemde marges te vallen.
Echter, ook de kruipfactor wordt in dit geval
hoger en dat leidt tot een nog lagere effec -
tieve E-modulus ( Ec,eff , zie verderop).
Gerecyclede toeslagmaterialen zoals AEC-
granulaat vragen een aangepaste reken -
wijze met oog op (onder andere) de
E-modulus en kruip. Het verdient aanbeve -
ling hier voor de relevante regelgeving of
richtlijn op na te slaan. Met de introductie
van nieuwe bindmiddelen zoals geopolyme -
ren, is eveneens gebleken dat er niet meer
standaard kan worden uitgegaan van de
elasticiteitsmodulus die in de Eurocode
staat. Alleen door te meten weet je in dat
geval welke rekenwaarde voor de E-modu -
lus je dient aan te houden.
Jong beton
In de Eurocode is aan de sterkteontwikke -
ling van beton een model gekoppeld om de
ontwikkeling van de E-modulus voor jong
beton te berekenen. Dit model komt redelijk
overeen met de eerder beschreven relatief
snelle ontwikkeling van de E-modulus ten
opzichte van de gemiddelde druk- en trek-
sterkte.
Langdurig belast en gescheurd beton
Ecm (of Elcm), zoals in de tekst hier voor
beschreven, wordt als rekenwaarde
gebruikt in geval van een kortdurende ver -
vorming van een ongescheurde constructie.
Dit is bijvoorbeeld een constructie die wordt
belast door verkeer of wind. De reken -
waarde voor de E-modulus wijzigt afhanke -
lijk van de constructie en de omstandig-
heden. Zo is deze lager bij een langere
belastingduur en voor constructiedelen
waar scheuren worden verwacht
(gescheurde doorsnede). Startpunt voor
deze rekensituaties is telkens wel weer de
basiswaarde van de Ecm volgens de Euro -
code of empirisch bepaald. Het effect van
een langdurige belasting en gescheurde
doorsnede op de E-modulus worden hierna
verder uitgelegd.
Voor een constructie die langdurig wordt
belast, bijvoorbeeld door eigen gewicht of
permanente belasting, wordt in de con -
structieve berekening gewerkt met een
effectieve E-modulus ( Ec,eff ), waarin kruip is
verdisconteerd. Eurocode 2 geeft hier voor
de volgende formule:
Ec,eff = Ecm /(1+ ?(?,t0) ) (8)
Hierin is:
?(?,t0) = de kruipcoëfficiënt behorende bij
de belasting en tijdinter val
Voorbeeld: bij beton met fck = 25 MPa
(C25/30), rekenwaarde Ecm = 31 GPa en een
aangenomen waarde voor de kruipcoëffici -
ent van 1,5, wordt de rekenwaarde voor
Ec,eff = 12,4 GPa.
In een groot deel van de situaties is beton
(gedeeltelijk) gescheurd. Je kunt je voor -
stellen dat beton met scheuren minder stijf
is dan beton zonder scheuren. Dit wordt
meegenomen in de constructieve bereke -
ning. Voor gescheurd beton in combinatie
met langdurige belasting wordt voor stabili -
teit of doorbuiging gerekend met Ef, de
fictieve E-modulus. Hier voor wordt meestal
gebruikgemaakt van rekensoftware.
Het verschil tussen Ec,eff (ongescheurd met
kruip) en Ef (gescheurd met kruip) is signifi -
cant en kan een factor 1,5 tot 2 verschil
geven.
11 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
E-MODULUS IN DE PR AK TIJK
Voor het berekenen van de krachtsverdeling
bij een langdurige belasting gaat een con -
structeur vanuit een praktische benadering
vaak uit van deze vuistregel: rekenwaarde
van de E-modulus = 1/3 tot 1/4 Ecm. Voor
doorbuiging of stabiliteitsberekeningen bij
een gescheurde constructie is een nauw -
keuriger benadering van de E-modulus van
belang, zoals eerder toegelicht. Deze bere -
keningen kunnen redelijk complex zijn en
worden in de regel uitgevoerd met eindige-
elementensoftware.
Radartoren Neeltje Jans
Een voorbeeld van een constructie waarbij
tijdens het ontwerp rekening is gehouden
met kortdurende ver vorming als gevolg van
wind, is de 118 m hoge radartoren De Lange
Neel op Neeltje Jans (foto 9). Hier voor werd
een hoge constructieve stijfheid gevraagd
ten behoeve van een stabiel radarbeeld. Dit
is onder andere gerealiseerd door minimale
eisen te stellen aan de Ecm van het beton.
Voor de fundering en de basis van de toren is
een minimale waarde van 38 GPa opgeno -
men. Vanaf halverwege de toren tot aan het
dak is deze eis verlaagd naar minimaal
33 GPa. Deze hoge eis voor de E-modulus is
gerealiseerd door een combinatie van een
toeslagmateriaaloptimalisatie en de keuze
voor een hoge betonsterkte.
Overlaging
Een tweede praktijkvoorbeeld gaat over een
betonnen overlaging op een rijdek van een
stalen brug, die is aangebracht vanwege
toenemende verkeersbelasting. Hiermee is
het dek verstevigd en stijver gemaakt zodat
spanningspieken in het rijdek voldoende
worden gereduceerd. Wanneer een con -
structie stijver moet worden gemaakt, zal
een constructeur bijna altijd de doorsnede
groter maken. In dit geval kon dat niet,
omdat de hoogte gelijk moest zijn aan de
oorspronkelijke laagdikte van het asfalt van
50 mm (fig. 10). Daarom zijn er aanvullende
eisen gesteld aan de E-modulus van het
beton van 50 (+/- 5) GPa. Niet geheel toe -
vallig is dat dezelfde eis als het eerder in
deze Betoniek beschreven onderzoek. De
oplossing voor het mengselontwerp van dit
praktijkvoorbeeld staat beschreven in het
kader 'Spelen met invloedsfactoren'.
9 Radartoren De Lange Neel op Neeltje Jans. Foto: Shutterstock
asfalt (dikte circa 50 mm) ver vangendekplaatdikte 10-14 mm
trog
10 Detail stalen rijdek, te ver vangen door betonnen overlaging
12 SEPTEMBER 2024 STANDA ARD 17 19
BETONIEK = STANDAARD + VAKBLAD
Onderdeel van het Betoniek -abonnement is naast Betoniek Standaard ook Betoniek
Vakblad . Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder meer projecten,
ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze artikelen worden geschreven
door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek Vakblad dus af van Betoniek
Standaard , dat volledig door een deskundige redactie wordt geschreven. Betoniek Vakblad
verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn te raadplegen op betoniek.nl .
Voor leden van Betoniek is dat gratis!
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 2 2024
Van maatschappelijke
waarde
NIEUWE SLUIS TERNEUZEN ? BESTR ALINGSBUNKERS ISAL A
? VEILIGHEID BEPALEND IN ONTWERP ? ECSN-WEBINAR
01 -BV 2-20 24_cover.in dd 101-BV 2-20 24_cover.in dd 1 27-05-2024 09:1227-05-2024 09:12
TOT SLOT
In deze Betoniek hebben we een licht geschenen op de materiaal -
eigenschap E-modulus van beton. We hebben kunnen zien dat
deze eigenschap betontechnologisch is te sturen vanuit het meng -
selontwerp, onder andere met de keuze voor het toeslagmateriaal.
En we weten nu dat de E-modulus waarmee in het constructief
ontwerp wordt gerekend, sterk afhankelijk is van de constructie en
belastingduur. In de praktijk zal een betontechnoloog niet gauw
worden geconfronteerd met een concrete ontwerpvraag voor een
E-modulus. Maar mocht deze vraag wel komen, dan staat hij met
deze Betoniek in de hand een stuk sterker.
Literatuur 1 Betoniek Standaard 17/16 Kruipend beton 2 EN 1992-1-1:2005 (Eurocode 2), Ontwerp en berekening van betonconstructies: Algemene regels en regels voor gebouwen Overige geraadpleegde bronnen? Neville, A.M., Properties of Concrete , 4th Edition , 1995.? Pan, Y., Reliability of Nondestructive test methods on Elastic modulus , 2011. ? Spiesz, Przemek, ENCI klantenstudiedag Quenast presentatie.? CB1 - Basiskennis Beton, 2015.? CB2 - Constructieleer Gewapend Beton, 2011.
KENNISDELING VIA BETONIEK , DANKZIJ ONZE PARTNERS
Lidmaatschap 2024Kijk voor meer informatie over onze lidmaatschappen op betoniek.nl/lidworden of neem contact op via klantenser vice@aeneas.nl of 073 205 10 10.
VoorwaardenJe vindt onze algemene voorwaarden op betoniek.nl/algemene-publicatievoorwaarden-betoniek.
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform , hét kennisplatform over technologie en uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is een uitgave van Aeneas Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de redactie zijn vertegenwoordigd: Betonova, Cement&BetonCentrum, Heidelberg Mate - rials, IJB Groep, Faber Betonpompen B.V., Heijmans, SKG-IKOB, TNO en Aeneas.
UitgaveAeneas Media bvruimte 4125Veemarktkade 85222 AE 's-Hertogenbosch
Website betoniek.nl
Klantenservice 073 205 10 10klantenser vice@aeneas.nl
Vormgeving Inpladi bv, Cuijk
Redactie 073 205 10 27betoniek@aeneas.nl
Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van het blad, zijn redactie en uitgever van Betoniek niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke aard ook, van handelingen en/of beslis -singen gebaseerd op de informatie in deze uitgave. Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald. Belang-hebbenden kunnen contact opnemen met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2024ISSN: 2352-1090
De E-modulus is een maat voor de stijfheid van een materiaal en bepaalt hoeveel het vervormt onder een bepaalde belasting. Dat kan een externe druk- of trekbelasting zijn of eigen gewicht. De E-modulus is het quotiënt van de spanning σ en de vervorming ε (formule 1). In de constructieve berekening is het belangrijk de E-modulus te kennen, omdat de stijfheid van het materiaal mede bepalend is voor de doorbuiging van een element. Te grote doorbuiging kan leiden tot ongewenste vervormingen, schade aan afwerkingen en zelfs constructief falen, maar ook tot een gevoel van onveiligheid en ongemak.
Het vervormingsgedrag van materialen verschilt. Zo vertonen homogene materialen zoals staal een zuiver elastische vervorming (fig. 1a). Zuiver elastisch betekent dat het materiaal na het wegnemen van een bepaalde belasting weer terugkeert in zijn originele vorm. Dit lineaire vervormingsgedrag geldt binnen het elastisch gebied van het materiaal. Elk materiaal, ook staal, kun je nog verder vervormen, tot buiten het elastisch gebied. Dan is er sprake van blijvende rek en keert het materiaal niet meer terug in zijn oorspronkelijke vorm.
Beton is een heterogeen samengesteld materiaal. Het is niet zuiver elastisch en vertoont geen lineair vervormingsgedrag. Beton keert dus na het wegnemen van een bepaalde belasting niet volledig terug in zijn originele vorm. De spanning-vervormingsrelatie voor beton is vereenvoudigd en schematisch weergegeven in figuur 1b, waarbij beton tot voorbij het elastisch gebied is belast en de belasting vervolgens weer is weggehaald.
De blijvende vervorming van beton is tot een belasting van 40% van zijn maximale belastbaarheid zeer gering (dit komt later ook terug in fig. 8). Binnen dit bereik is de spanning-vervormingsrelatie bij benadering lineair te noemen en wordt ter vereenvoudiging aangenomen dat het beton zich gedraagt als een lineair elastisch materiaal (fig. 1a). De E-modulus in dit gebied noemen we de secant-modulus en kan worden gekarakteriseerd volgens de wet van Hooke (zie hierna).
In figuur 1b is af te lezen dat de lijn voorbij 40% van de maximale belastbaarheid vlakker gaat lopen en dat de E-modulus in functie van de vervorming afneemt. In dit gebied moet de exacte waarde voor de E-modulus worden bepaald op basis van een puntmeting en de raaklijn op dat punt. De E-modulus in dit gebied noemen we de tangent-modulus. In het vervolg van deze Betoniek wordt met E-modulus de secant-modulus bedoeld, tenzij specifiek anders benoemd.
Reacties
Janneke - Betoniek 05 september 2024 10:33
Beste Jos en Gerrit Jan, De pdf is inmiddels toegevoegd, dus deze kun je nu wel downloaden. Excuus voor de vertraging. Groet, Janneke
Gerrit Jan Holtland - Mobilis B.V. 04 september 2024 09:05
Blijkbaar niet meer als pdf. Je kunt het altijd kopiëren en plakken in een Word-document.
Jos van Schijndel - SKG-IKOB Certificatie 03 september 2024 16:16
ik wil deze Betoniek graag dowloaden, kan dat niet meer?