Betoniek13|22 Betoniek februari 2006 1Geef me de vijf!Voordat een aannemer daadwerkelijk met beton aan de slag kan, zal hij eerstbetonspecie moeten bestellen. Dat begint met het duidelijk op een rij zettenvan de eisen aan het verharde beton en de betonspecie. Met die specificatiekan de aannemer, of wat algemener, de gebruiker, aan de producent vande betonspecie opgeven wat hij nodig heeft. En omgekeerd, bij de leveringmoet de producent van de betonspecie de gebruiker informeren over wat ergeleverd is. Tot zover eigenlijk niets nieuws onder de zon. Toch verandert ermet de komst van de nieuwe NEN-EN 206-1 in combinatie met de NEN 8005het nodige. Dat geldt niet zozeer voor het proces maar wel voor de spelregels.Er zijn namelijk nieuwe termen en definities geïntroduceerd en er moetentenminste vijf eigenschappen benoemd worden bij het bestellen van beton.In deze Betoniek zetten we het bestelproces van specificeren tot afleverenvan beton voor u op een rijtje.B A N D U I T G AV Efebruari 2 0 0 6 V A K B L A D V O O R B O U W E N M E T B E T O N13 2213|22 Betoniek februari 20062zelf wordt geproduceerd. Dat is bijvoorbeeld hetgeval bij veel prefab producenten. Al zijn in zo'ngeval gebruiker en producent dezelfde partij, tochgelden daar in principe dezelfde regels. Voor hetspecificeren en leveren zoals licht- en zwaarbetongelden afwijkende eisen. Hierop gaat deze afleveringniet verder in.Specificeren van betonBij het specificeren van beton moeten alle eisen dievan toepassing zijn worden vastgelegd. Dat betreftzowel de eisen aan het verharde beton als de eisenaan de betonspecie. De ontwerper zal vooral de eisenaan het verharde beton beschrijven. Die zijn nodigvanuit de functie van de betonconstructie, bijvoor-beeld sterkteklasse en duurzaamheid. Deze eisenvinden we in het bestek. Voor de uitvoering zijnmet name de eisen aan de betonspecie van belang,zoals verwerkbaarheid en sterkteontwikkeling.De specificatie is dus een combinatie van de eisenvan twee partijen: ontwerper en uitvoering.Bij het specificeren van beton is er, zoals voorheen,de keuze tussen beton op prestatie-eisen en beton opsamenstelling. Aangezien in de praktijk het meren-deel van het beton op prestatie-eisen gespecificeerdwordt, zullen we daar nu verder op ingaan.Beton op basis van prestatie-eisenBij het specificeren op prestatie-eisen maken weonderscheid tussen basiseisen en aanvullende eisen.Basiseisen zijn die eisen die in alle gevallen moetenworden aangegeven. Aanvullende eisen kunnenworden voorgeschreven, wanneer dat nodig is.BasiseisenDe specificatie van beton bevat naast de vermeldingdat het moet voldoen aan NEN-EN 206-1 in combi-natie met NEN 8005, ten minste de volgende vijfbasiseisen:1. druksterkteklasse2. milieuklasse(n)3. consistentieklasse4. grootste korrelafmeting5. klasse voor chloridegehalteHierna bespreken we de verschillende basiseisenmeer in detail.Om het bestellen en leveren van beton goed te latenverlopen zijn spelregels vastgelegd in de betonvoor-schriften. In NEN-EN 206-1 is hoofdstuk 6 gewijd aanhet specificeren van beton waarin wordt beschrevenwelke eisen de opsteller van de specificatie minimaalmoet vastleggen. Daarbij wordt onderscheidgemaakt tussen specificeren op prestatie-eisen enspecificeren op samenstelling.Hoofdstuk 7 beschrijft het leveren van beton en geeftaan welke informatie de gebruiker, naast de juistespecificatie, aan de producent moet opgeven énwelke informatie de producent aan de gebruikermoet geven. Zo is bijvoorbeeld voorgeschrevenwelke informatie de afleveringsbon moet bevatten.Daarmee kan de afnemer controleren of hij ookkrijgt wat hij besteld heeft.In deze aflevering beschrijven we welke informatiein het bestelproces moet worden uitgewisseld.Om dat duidelijk te maken gaan we uit van desituatie dat een aannemer bestelt bij een beton-centrale. Maar let op: NEN-EN 206-1 is ook vantoepassing voor betonspecie die door de gebruikerMixer wordt gevuld bij centrale1. DruksterkteklasseDe druksterkteklasse wordt door de constructeurgebruikt in zijn berekeningen. Hij zal deze ookvastleggen in het bestek of de materiaalspecificatie.Deze aanduiding ziet er wat anders uit dan wegewend waren bij de VBT. De sterkteklasse werdaltijd aangeduid met de letter B, gevolgd door eengetal, bijvoorbeeld B35.In de nieuwe normen wordt de sterkteklasse aange-duid met C X/Y, waarin:C = afkomstig van het woord `Concrete'X = fck;cil = karakteristieke cilinderdruksterkte inN/mm2. Gemeten aan cilinders met een diametervan 150 mm en hoogte 300 mm (h/d =2)Y = fck;kub = karakteristieke kubusdruksterkte inN/mm2. Gemeten aan kubussen met een ribbe van150 mmIn beide gevallen gaat het om gestorte proefstukken,bewaard onder standaardcondities (in de waterbakbij 20 °C) en beproefd na 28 dagen.We zien hier al direct de invloed van het feit datNEN-EN 206-1 een Europese norm is. Waar wij voorde sterktebepaling al sinds jaar en dag met kubussenwerken gebeurt dat in veel andere Europese landenmet cilinders. Beide methoden zijn in de normbeschreven. Voor ons is dus alleen de `Y' van belang.Waar we zojuist spraken over de sterkteklasse B35zullen we in de toekomst deze klasse aanduidenmet C28/35. In tabel 1 is een overzicht van allesterkteklassen volgens NEN 8005 weergegeven.2. Milieuklasse(n)Milieuklassen worden gebruikt om de betoneigen-schappen optimaal af te stemmen op de belastingvanuit de omgeving. Op die manier wordt degewenste duurzaamheid verkregen.13|22 Betoniek februari 2006 3Aflevering van beton op de bouwplaatsTabel 1: Gebruikelijke druksterkteklassen voor normaalbeton volgensNEN 8005sterkteklasse Karakteristieke kubus-druksterktefck;cub [N/mm2]C12/15 15C20/25 25C28/35 35C35/45 45C45/55 55C53/65 65C60/75 75C70/85 85C80/95 95C90/105 105C100/115 115Met de komst van NEN-EN 206-1 is de indeling vanmilieuklassen ingrijpend gewijzigd. Gingen we inde VBT uit van de omgeving van de betonconstructie,NEN-EN 206-1 gaat uit van de van toepassing zijndeaantastingsmechanismen van het beton.13|22 Betoniek februari 2006Tabel 2: MilieuklassenIn dit voorbeeld gaat het om een wand in de buitenluchtdie wordt blootgesteld aan vorst. De ontwerper heeftbepaald dat de volgende milieuklassen van toepassingzijn: XC4 en XF2. De betontechnoloog ontleent de bij-behorende randvoorwaarden aan de samenstellingstabelvan NEN 8005. In deze Betoniek is dat tabel 3. Voor eengrootste korrelafmeting (D) van 32 mm levert dit devolgende twee mogelijkheden op:milieuklasse max. min. lucht- min. bindmiddel-wbf gehalte gehalteXF2 0,55 3,5% 300XC4 0,50 - 300MilieuklassenAantastingmechanisme Klasse Beschrijving van het milieuGeen aantasting X0 (0 = `zero risk') X0 voor beton zonder wapening of ingesloten metalen,Geen risico op corrosie of behalve bij vorst-dooi, afslijting of chemischeaantasting aantastingAantasting wapening XC (C = `carbonatation') XC1 droog of blijvend natCorrosie ingeleid door XC2 nat, zelden droogcarbonatatie XC3 matige vochtigheidXC4 wisselend nat en droogXD (D = `deicing salts') XD1 matige vochtigheidCorrosie ingeleid door XD2 nat, zelden droogchloriden anders dan XD3 wisselend nat en droogafkomstig uit zeewaterXS (S = `seawater') XS1 zouthoudende luchtCorrosie ingeleid door XS2 blijvend onder zeewaterchloriden afkomstig XS3 getijde-, spat- en stuifzoneuit zeewaterAantasting beton XF (F = `forst') XF1 niet-volledig verzadigd met water, zonder dooizoutenAantasting door vorst/ XF2 niet-volledig verzadigd met water, met dooizoutendooi- wisselingen met of XF3 verzadigd met water, zonder dooizoutenzonderdooizouten XF4 verzadigd met water, met dooizouten of zeewaterXA (A = `aggressive') XA1 zwak agressieve omgevingChemische aantasting XA2 matig agressieve omgevingXA3 sterk agressieve omgevingofmilieuklasse max. min. lucht- min. bindmiddel-wbf gehalte gehalteXF2 0,45 - 300XC4 0,50 - 300De eerste optie levert een maximale wbf van 0,50 én eenminimumeis voor het luchtgehalte. De tweede keuzelevert een maximale wbf van 0,45. In beide gevallen ishet minimum cementgehalte 300 kg/m3. Zo wordt steedsvoldaan aan de eisen uit beide milieuklassen.Omdat beton tegelijkertijd aan verschillende aan-tastingsmechanismen blootgesteld kan worden, zijner per constructieonderdeel ook meer milieuklassenmogelijk. De ontwerper moet aangeven welkemilieuklasse(n) van toepassing zijn, zie tabel 2.4Bepalen maatgevende eisen mengselsamenstelling3. ConsistentieklasseDe gewenste verwerkbaarheid van de betonspeciewordt aangegeven met behulp van een consistentie-klasse. Welke klasse gekozen wordt, is afhankelijkvan het te storten bouwdeel (afmetingen, wapenings-dichtheid), de stortmethode en de wijze van ver-dichten.Om de consistentie van betonspecie te meten zijner verschillende meetmethoden. In NEN-EN 206-1zijn de verschillende methoden gekoppeld aanbijbehorende consistentieklassen. Per meetmethodezijn er een aantal consistentieklassen gedefinieerd.milieuklasse max. toelaatbare min. vereiste cement-/ min. luchtgehaltewater-cementfactor/ bindmiddelgehalte grootste korrel- luchtgehaltewater- bindmiddelfactor afmeting Dkg/m3 mm % (v/v)X0 0,70 200X0 0,70 1) 200 1) -XC1 0,65 260 -XC2 0,60 280 -XC3 0,55 280 -XC4 0,50 300 -XD1 0,55 300 -XD2 0,50 300 -XD3 0,45 300 -XS1 0,50 300 -XS2 0,45 300 -XS3 0,45 320 2) -XF1 0,55 300 -0,55 300 63 3,031,5 3,5XF2 16 4,08 5,00,45 300 -XF3 0,50 300 -0,50 300 63 3,031,5 3,5XF4 16 4,08 5,00,45 320 2) -XA1 0,55 300 -XA2 3) 0,50 320 -XA3 3) 0,45 340 -1) Alleen voor onderwaterbeton. Ongewapend beton geen eisen2) Bouwdelen dikker dan 1 m, zie NEN 80053) In bepaalde situaties hoog sulfaatbestand cement gebruiken, zie NEN 8005Aan de milieuklasse(n) ontleent de betontechnoloogde randvoorwaarden voor de samenstelling zoalsweergegeven in tabel 3 (waterbindmiddelfactor,bindmiddelgehalte en eventueel luchtgehalte).De maatgevende randvoorwaarde(n) kunnen afkom-stig zijn van verschillende milieuklassen, zie kader.Omdat NEN-EN 206-1 de indeling in milieuklassenvolledig anders benaderd is het niet mogelijk om eendirecte vertaling van de milieuklassen van de VBTnaar die van NEN-EN 206-1 te maken. Bovendienzien we bij de nieuwe norm dat er niet één maarmeerdere milieuklassen van toepassing kunnen zijn.Tabel 3: Eisen aan de betonsamenstelling afhankelijk van de milieuklasse13|22 Betoniek februari 2006 5De wijze van beproeven van de schudmaat is immersgewijzigd.13|22 Betoniek februari 20066Dit blijft mogelijk in de Europese Richtlijn, zij het metenige aanpassingen van de bandbreedtes. Wanneer wezelfverdichtend beton specificeren op basis van de trech-tertijd gebruiken we hiervoor de afkorting VF (`V-funneltest'). Voor de vloeimaat staat de afkorting SF (`slumpflow') tot onze beschikking. De nieuwe consistentieklassenstaan in de onderstaande tabellen benoemd.VF V-funnel time (trechtertijd)consistentieklasse trechtertijd in sVF1 1,46aardvochtig C1 1,45-1,26 S1 (10-40) F1 (< 340)half plastisch C2 (1,25-1,11) S2 50-90 F2 (350-410)plastisch C3 (1,10-1,04) S3 100-150 F3 (420-480)zeer plastisch S4 (160-210) F4 490-550vloeibaar S5 (> 220) F5 560-620zeer vloeibaar F61 (> 630)Tenzij een meetmethode vooraf is overeengekomen, worden voor de desbetreffende consistentieklassen de meetmethoden inde lichtgekleurde vakken als maatgevend aanbevolen.1 zie kader `Consistentieklassen ZVB'Consistentieklassen ZVBWanneer we gebruik willen maken van zelfverdichtendbeton zullen we ook de verwerkbaarheid op een goedemanier moeten specificeren. In NEN-EN 206-1 en NEN 8005levert dit consistentieklasse F6 op (Schudmaat > 630 mm).Betoniek-lezers weten dat dit niet voldoende is om zelf-verdichtend beton correct te beschrijven. Naast vloeige-drag is immers ook stabiliteit een belangrijke eigenschap.De normen voorzien hierin niet. Onlangs is echter eennieuwe `European Guideline for Self Compacting Concrete'verschenen. Dit document heeft niet de status van norm,maar wordt door alle betrokken Europese branchevereni-gingen (betonmortel, prefab cement en hulpstoffen)ondersteund. Naar verwachting wordt binnenkort ook deCUR-Aanbeveling `Zelfverdichtend beton' op deze richtlijnafgestemd.In Nederland was het al gebruikelijk om zelfverdichtendbeton te benoemen via de trechtertijd en de vloeimaat.BetonspecieIn NEN 8005 zijn de consistenties gegroepeerdvan `droog' tot `zeer vloeibaar' (zie tabel 4).De daarbij behorende consistentieklassen zijngekoppeld aan een maatgevende meetmethode.De tabel beperkt het aantal consistentieklassen totde meest gebruikelijke. In bijzondere situaties blijfthet mogelijk afwijkende keuzes te maken, bijvoor-beeld door te kiezen voor een consistentieklasse F3.Hoewel de consistentiegebieden uit de VBT veelgelijkenis hebben met de consistentieklassen uitNEN-EN 206-1 in combinatie met NEN 8005 is,een één-op-één vertaling niet helemaal mogelijk.4. De grootste korrelafmeting van hettoeslagmateriaalIn de praktijk zijn meestal de volgende korrel-groepen beschikbaar:· 4-8 mm· 4-16 mm· 4-32 mmDe korrelgroep wordt in de normen voor toeslag-materialen (NEN-EN 12620 in combinatie met NEN5905) beschreven met respectievelijk de kleinste zeef-maat `d' en de grootste zeefmaat `D'. Bedenk hierbijdat de norm ook een zeker percentage bovenmaattoestaat. Het toeslagmateriaal mag dus groverekorrels bevatten dan de hiervoor genoemde grootstekorrelafmeting. In de nieuwe Europese norm voortoeslagmaterialen is dat 5%. Dat is nog wat meerdan in onze oude Nederlandse norm was toegestaan.In Nederland wordt toeslagmateriaal met een groot-ste korrelafmeting (D) van 32 mm het meest toege-past. Bij een dicht wapeningsnet (kleine maaswijdte)moet echter voor het goed vullen van de bekisting engoed omhullen van de wapening gekozen wordenvoor fijner toeslagmateriaal. Regelmatig wordt daar-om een grootste korrelafmeting van 16 mm in plaatsvan 32 mm gevraagd. Deze grootste korrelafmetingis ook gebruikelijk bij zeer vloeibare betonspecies.5. Klasse voor chloridegehalteDeze klasse geeft aan wat het maximum gehalte aanin de betonspecie mag zijn. Welke chloridenklassemoet worden voorgeschreven wordt bepaald doorde aard van de constructie: ongewapend, gewapendof voorgespannen. Er worden drie klassen onder-scheiden, zie tabel 5.Aanvullende eisenNaast de 5 hiervoor beschreven basiseisen kunnenook aanvullende eisen worden gesteld, zie tabel 6.Denk bijvoorbeeld aan een vertraagde binding ofaan de warmteontwikkeling.Ook aan de sterkteontwikkeling kunnen aanvullen-de eisen worden gesteld. Het spreekt voor zich datin die gevallen vooraf overleg met de leveranciernodig is. Dit vanwege de beschikbaarheid vanbepaalde grondstoffen of om te voorkomen datonverenigbare eisen worden gesteld, bijvoorbeeldeen lage temperatuurontwikkeling én een extreemsnelle sterkteopbouw.Beton op samenstellingTot nu toe ging het over het specificeren van betonop prestatie-eisen. De norm geeft ook de mogelijk-heid om beton op samenstelling te specificeren.13|22 Betoniek februari 2006 7ToeslagmateriaalTabel 5: Klasse voor chloridegehalteaard van de constructie klasse voor chloridegehalte maximaal chloridegehaltein % (m/m)Beton zonder wapening of Cl 1,0 1,0ingesloten metalen, m.u.v.corrosievaste hijsvoorzieningenBeton met wapening, ingestorte Cl 0,40 0,40metalen en nagerekt staalBeton met voorgerekt staal Cl 0,20 0,20De manier waarop verschilt niet van de opzet bijbeton op prestatie-eisen. Ook hier zien we basiseisen,die in ieder geval in de specificatie moeten wordengenoemd, en aanvullende eisen. Natuurlijk zijn ditwel andere basiseisen en andere aanvullende eisen.In tabel 6 is het overzicht van alle eisen voor zowelspecificeren op prestatie-eisen als op samenstellingopgenomen.Let op: bij het specificeren op samenstelling zit eenaddertje onder het gras verscholen. Hierbij wordt debetonsamenstelling en de toe te passen grondstoffenvoorgeschreven. De producent zorgt ervoor dat debetonspecie aan deze eisen voldoet. Of de beton-specie ook voldoet aan de andere eisen uit NEN-EN206-1 is de verantwoordelijkheid van de opstellervan de specificatie.13|22 Betoniek februari 20068Specificatie voor beton op prestatie eisenBasiseisen1:- een eis dat aan NEN-EN 206-1 en NEN 8005 moetworden voldaan- druksterkteklasse- milieuklassen- consistentieklasse (voor betonmortel en op de bouw-plaats vervaardigd beton)- grootste korrelafmeting- klasse voor chloridegehalteAanvullende eisenDe volgende onderwerpen mogen worden voor-geschreven door het aangeven van prestatie-eisen enbeproevingsmethoden, waar van toepassing:- speciale soorten of klassen cement (bijvoorbeeldcement met lage hydratatiewarmte)- speciale soorten of klassen toeslagmateriaal- eigenschappen in het kader van de weerstand tegenvorst-dooi-aantasting (bijvoorbeeld het luchtgehalte)- eisen voor de temperatuur van de betonspecie- sterkte-ontwikkeling- warmte-ontwikkeling gedurende het hydratatieproces- vertraagde binding- weerstand tegen waterindringing- weerstand tegen afslijting- splijttreksterkte- overige technische eisen (bijvoorbeeld voor hetverkrijgen van een bijzonder oppervlak of specialestortmethode)Specificatie voor beton op samenstellingseisenBasiseisen1:- een eis dat aan NEN-EN 206-1 en NEN 8005 moetworden voldaan- cementgehalte- cementsoort en de sterkteklasse- water-cementfactor of de consistentie in de vorm vaneen klasse of, in speciale gevallen, een richtwaarde- soort, de categorie en het maximum chloridengehaltevan het toeslagmateriaal- bij lichtbeton of zwaarbeton maximale of minimalevolumieke massa, welke van toepassing is- de maximale nominale grootste korrelafmeting vanhet toeslagmateriaal en iedere begrenzing van dekorrelverdeling- indien van toepassing, de soort en de hoeveelheidhulpstof of vulstof- bij gebruik van hulpstoffen of vulstoffen de herkomstvan deze grondstoffen en de herkomst van hetcement ter vervanging van kenmerken die niet opandere wijze kunnen worden vastgelegdAanvullende eisenDe specificatie mag bevatten:- herkomst van sommige, of alle, grondstoffen tervervanging van kenmerken die niet op andere wijzekunnen worden vastgelegd- aanvullende eisen voor de toeslagmaterialen- eisen voor de temperatuur van de betonspecie- overige technische eisen.Tabel 61 Voor lichtbeton dient tevens de klasse voor de volumieke massa te wordengespecificeerd. Bij zwaarbeton is dat een richtwaarde voor volumieke massa.Bestellen van betonNa het specificeren van het beton zijn we toe aan devolgende stap: het daadwerkelijke bestellen van hetbeton. We hebben de technische eisen in de vormvan de basiseisen en de eventuele aanvullende eisenparaat. Dan zijn we er nog niet.Bij het bestellen wil de producent namelijk meerinformatie hebben van de gebruiker. De producentmoet immers de betonspecie ook afleveren.Om dit op de verwachte tijd, plaats en in de juistehoeveelheid te kunnen doen is de volgende infor-matie noodzakelijk:· Wie: de naam van de aannemer en/of de persoondie de bestelling opgeeft· Waar: afleveradres, zonodig met route-beschrijving· Wanneer: de datum· Hoe laat: tijdstip waarop u de levering verwachtop de bouwplaats· De hoeveelheid: totaal aantal m3 dat geleverdmoet worden· De stortsnelheid: tempo waarin u de specie denktte verwerken in m3 per uur· De stortwijze: pomp, kraan, kubel, pomp(-mixer),enzovoort.Het spreekt voor zich dat speciale stortmethodenaangegeven moeten worden, bijvoorbeeld het stortenvan beton onder water of het verpompen van beton.Ook als er beperkingen zijn voor de truckmixersmoet dit gemeld wordt. Het is erg vervelend als eentruckmixer het werk niet kan bereiken, bijvoorbeelddoor onvoldoende draagvermogen van de onder-grond of door ruimtegebrek.Levering van betonUiteindelijk komt het moment dat de betonspecieook werkelijk geleverd wordt. Dan wil de gebruikerkunnen controleren of de betonspecie aan despecificatie voldoet. Daarom overhandigt de pro-ducent bij iedere lading een afleveringsbon.Op deze afleveringsbon staat algemene informatie,zoals de naam en de locatie van de bouwplaats.Daarnaast wordt de gehele technische specificatieopgegeven. Bij levering op samenstelling geeft debon de details van de samenstelling. In het kader iseen overzicht van de informatie gegeven die deproducent op de afleveringsbon moet aangeven.13|22 Betoniek februari 2006 9Vereiste informatie op de leveringsbonvolgens NEN-EN 206-1 in verkorte vormAlgemeen- naam van de betoncentrale- serienummer van de bon- datum en tijd van laden, met name het tijdstip vanhet eerste contact tussen cement en water- nummer van de truckmixer of identificatie van hetvoertuig- naam van de afnemer- naam en de locatie van de bouwplaats- details van of verwijzingen naar specificaties, zoalsnormnummer, ordernummer- hoeveelheid beton in kubieke meters- verklaring van conformiteit met verwijzing naar despecificaties en naar NEN-EN 206-1- naam en merkteken van de certificatie-instelling- aankomsttijd van de betonmortel op de bouwplaats- tijdstip van het begin van het lossen- tijdstip van het eind van het lossenVoor beton op prestatie-eisen:- sterkteklasse- milieuklasse(n)- klasse voor chloridegehalteGrootste korrelafmeting- consistentieklasse of de richtwaarde- indien voorgeschreven:· grenswaarden voor de betonsamenstelling· soort en de sterkteklasse van het cement· soort hulpstof en vulstof· speciale eigenschappenVoor beton op samenstelling:- details van de samenstelling, zoals het cementgehalte,en indien voorgeschreven, de soort hulpstof- de water-cementfactor of de consistentie in de vormvan een klasse of richtwaarde, afhankelijk van wat isvoorgeschreven- maximale nominale grootste korrelafmeting.- bij lichtbeton of zwaarbeton: klasse van devolumieke massa of de richtwaarde daarvoor.13|22 Betoniek februari 200610ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied van debetontechnologie en verschijnt 10 keerper jaar. In de redactie zijn vertegen-woordigd: ENCI, MEBIN, CUR, BAM Civielen de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave: ENCI MediaPostbus 3532,5203 DM 's-HertogenboschRedactie: 073 - 640 12 31E-mail: encimedia@enci.nlWebsite: www.enci.nlAbonnementen/adreswijzigingen:Abonnementen en adreswijzigingenvoor betoniek worden verzorgd door:Betapress Abonnementen ServicesPostbus 97, 5126 ZH Gilzetel: 0161 - 45 95 86fax: 0161 - 45 29 13email: betoniek@Betapress.Audax.nlAbonnementsprijzen 2006:Nederland 1 21,00België 1 22,00Overige landen 1 29,00Aanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op ieder gewenstmoment ingaan en worden automatischvoor een jaar verlengd, tenzij één maandvoor vervaldatum schriftelijk wordt opge-zegd.Overname van artikelen en illustratiesis toegestaan, onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xBetonnen straatstenenWe kennen ze allemaal wel. Betonnen straatstenen. We lopen en/of rijdener dagelijks wel overheen. Het maken van deze betonnen straatstenenis een vak apart. Betontechnologisch zijn er duidelijke verschillen metgangbare leveranties van betonmortel. Betonnen straatstenen hoevenniet te voldoen aan de NEN-EN 206-1. Er bestaat een eigen Europeseproductnorm de NEN-EN 1338 waarin alle eisen aan de productie maarook aan het beton zijn beschreven. In de volgende Betoniek willen we stilstaan bij de productie van betonnen straatstenen, de eisen waaraan dezestraatstenen moeten voldoen en de bijbehorende betontechnologischeaspecten.Tot slotBij het bestellen en leveren van betonspecie moet decommunicatie tussen afnemer en producent vlekke-loos verlopen en mag er geen enkele ruimte voormisverstanden zijn. De gevolgen van een verkeerdespecificatie of fouten bij de levering kunnen immersheel groot zijn. Daarom zijn de spelregels voor ditproces uitgebreid beschreven in de nieuwe beton-voorschriften.We hebben in deze aflevering van Betoniek allesnog eens duidelijk op een rij gezet en hopen daar-mee alle betrokken partijen een bruikbare hand-reiking te hebben gedaan. U weet nu wat er van uverwacht wordt als uw betonleverancier vraagt:`geef me de vijf'!Foto pagina 1: Vijf zaken die klant en producent rakenIn onze volgende uitgaveVoorbeeld afleverbonProduct Norm: NEN-EN 206-1/NEN 8005Omschrijving : C20 / 25 XD1 S3 32 0,4 CEM III/B 42,5 NMixcode : C25D1S332JSterkteklasse : C20 / 25Milieuklasse : XD1 / XC3Consistentieklasse : S3Korrelgroep : 32Chlorideklasse : Cl 0,40Cementsoort : CEM III/B 42,5 N LH13|22 Betoniek februari 2006 11nieuwsNederlandse versieNEN-EN 206-1 beschikbaarNEN heeft onlangs deNederlandse vertaling vanNEN-EN 206-1 `Beton - Deel 1:Specificatie, eigenschappen,vervaardiging en conformiteit'uitgegeven.In deze vertaling zijn de wijzi-gingsbladen A1 (2004) en A2(2005) op de Europese normverwerkt.De norm laat op een aantal plaat-sen (normatief) toe dat volgens denorm en/of voorschriften die opde plaats van gebruik (`place ofuse') van het beton van toepassingzijn, nadere invulling wordt gege-ven aan de ter plaatse opgenomenteksten. Die nadere invulling is tevinden in NEN 8005.Beide normen zijn te bestellenbij NEN, www.nen.nl.NEN-EN 206-1 kost 1 103,- enNEN 8005 kost 1 26,50LiteratuurOndersteuningsconstructies enbreedplaatvloerenHet optimaliseren van de onder-steuningsconstructie van breed-plaatvloeren kan leiden tot eeninteressante kostenbesparing.Dat blijkt uit het nieuwe infor-matieblad dat het Gietbouw-centrum samen met STIPB enVSB heeft ontwikkeld.Het informatieblad is gebaseerdop een onderzoek van een werk-groep met vertegenwoordigersvan het Gietbouwcentrum, STIPB(Stichting Promotie Breedplaat-vloeren) en VSB (Vereniging vansteiger-, hoogwerk- en betonbe-kistingsbedrijven). Uit dit onder-zoek is gebleken dat bij een juisteaanpak een kostenbesparing van6 tot 13% mogelijk is. Een inte-grale benadering van de onder-steuning en de breedplaatvloerenis daarbij essentieel. Een geringeverzwaring van de wapening ofdikte van de breedplaatvloer kanresulteren in vermindering vanhet aantal stempels en daarmeein een aantrekkelijke besparingop arbeid en kosten.U kunt hetinformatie-blad gratisdownloadenof aanvragenvia www.giet-bouw.nl.agenda13-14 maart 20066th European Cement Conferenceand Exhibition, LondenMeer informatie:www.propubs.com/ec200613-16 maart 2006Betonpaviljoen (onderdeel vanBouwbeurs Zuid-Nederland),Den BoschMeer informatie:www.betonpaviljoen.nl23 maart 20063D/4D CAD in de praktijk:Van Model naar Constructie,AmsterdamMeer informatie:www.betonvereniging.nl5 april 2006Constructeursplatform, PapendalMeer informatie:www.betonvereniging.nl27 april 2006Avondcollege Bouwbesluit en deConstructeur, PapendalMeer informatie:www.betonvereniging.nl11 mei 2006LIFE CYCLE Design i.s.m. RWS,BWD, VBR, VLB en VABORMeer informatie:www.betonvereniging.nl14-19 mei 2006Cursus betonmicroscopie, DelftMeer informatie: www.citg.tudelft.nl(zoek naar "microlab")16 mei 2006Avondcollege Innovaties A50(incl. Excursie)Meer informatie:www.betonvereniging.nl18 mei 2006CUR-dag, GoudaMeer informatie: www.cur.nl31 mei 2006Studiemiddag vloerenMeer informatie:www.betonvereniging.nl13 22B A N D U I T G AV Efebruari 2 0 0 6RegelgevingCursussenImmobilisatie in de praktijkHergebruik door middel van de immobilisatie-aanpak vindt steeds meer plaats in de gww-markt.Verontreinigde minerale materialen, zoals grond,baggerslib en industriële reststoffen in combinatiemet een bindmiddel worden zo omgezet in duur-zame bouwstoffen.Toepassingen zijn onder andere funderingenvoor wegen en terreinen, terpen en ophogingen.De cursus `Immobilisatie in de praktijk' geeftinzicht in:· de eigenschappen van immobilisatie-productenen hun uitgangsmaterialen· civieltechnische en milieuhygiënische eisen diegelden bij toepassing in werken· het wegbouwkundig ontwerp van funderingenvoor wegen en terreinen· de economie en kwaliteitszorg bij toepassing inwerken, inclusief praktijkvoorbeeldenDe cursus is bedoeld voor projectvoorbereiders,uitvoerders en toezichthouders van infrastructurelewerken die werkzaam zijn bij de overheid,aannemerij, adviesbureaus en toeleveranciers.De cursus is ook geschikt voor onderwijsgevendenen onderzoekers.De cursus duurt één dag en wordt gegeven doorervaren docenten. Deze cursus zal alleen in 2006worden verzorgd, en wel in Vught, Culemborg enUtrecht. Data zijn 7, 16 en 21 maart 2006.De cursusprijs bedraagt slechts 110 Euro incl. BTWper deelnemer. Dit is inclusief koffie of thee, een-voudige lunch en cursusmap. Meer informatie vindtu op www.immobilisatie.nl13|22 Betoniek februari 2006Variëren met Vloeren' weer bij de tijdIn 2001 verscheen de brochure 'Variëren metvloeren'. In deze brochure werden de ontwikke-lingen rond flexibele vloersystemen op een rijtjegezet. Onlangs is een update verschenen, waarinpraktijkervaringen van gebruikers zijn verwerkt.De brochure 'Flexibele leidingvloeren in de praktijk'is bedoeld als hulpmiddel voor opdrachtgevers,aannemers en architecten die willen inspelen opde trend van consumentgericht bouwen.De nieuwe brochure is in feite een vervolg op'Variëren met vloeren'. De karakteristieken van detien vloertypen die zijn beschreven in deze brochurezijn compleet geactualiseerd. Alleen die vloerenzijn onderzocht die industrieel vervaardigd zijn enzonder aanvullingen hun constructieve draag- en/ofstabiliteitsfunctie kunnen vervullen, zonder dat erop de bouwplaats een constructieve toevoeging(beton) nodig is. Daarnaast dienen de vloeren bij tedragen aan flexibiliteit (proces -en/of gebruikers-flexibiliteit). Gietbouw, breedplaatvloeren en dezogenaamde computervloeren vallen daarmeebuiten het kader. Bovendien zijn de ervaringen vanopdrachtgevers, aannemers en architecten aan deinhoud toegevoegd.U vindt uitgebreide informatie over de volgendevloersystemen:Leidingvloer (VBI) - Wing+vloer (Betonson) - Dycore leiding-vloer - Infra+ vloer (Prefab Limburg) - Star-Frame vloer(Corus) - Staalvloer (Sadef) - Flexvloer (ID Bouw) - Framevloer (Haitsma Beton) - Ides vloer (ZNS van Dam) - Bestcon60 vloer (Heijmans Bestcon)`Flexibele leiding-vloeren in depraktijk' kost1 14,90 en iste bestellen bijSBR, www.sbr.nl
Reacties