Wapening speelt een cruciale rol in de constructieve werking van een betonconstructie. Diameter, staafafstand en dekking van de wapening zijn bepalend voor de draagkracht van de betonconstructie. De betondekking is bovendien van belang voor de verwachte levensduur en de brandwerendheid. Soms kan het nodig zijn deze informatie achteraf te achterhalen en kan de wapening worden gedetecteerd. Er zijn verschillende methoden waarmee dat mogelijk is. Welke zijn dat, wat zijn de beperkingen en hoe deskundig moet je zijn om ze te gebruiken? Auteurs:ir. Niels Arendsen (Hilti), ir. Maarten Swinkels (SGS INTRON)              
                
             
                              
                                          
                        
                       
                                      
                      auteur  ir. Niels Arendsen Hilti, ir. Maarten Swinkels SGS INTRON	
Wat is wel en niet mogelijk met systemen voor wapeningsdetectie?
Meten aan wapening
Wapening speelt een cruciale rol in de constructieve 
werking van een betonconstructie. Diameter, staaf-
afstand en dekking van de wapening zijn bepalend 
voor de draagkracht van de beton constructie.   
De betondekking is bovendien van belang voor  
de verwachte levensduur en de brandwerendheid. 
Soms kan het nodig zijn deze informatie achteraf 
te achterhalen en kan de wapening worden  
gedetecteerd. Er zijn verschillende methoden 
waarmee dat mogelijk is. Welke zijn dat, wat  
zijn de beperkingen en hoe des kundig moet je  
zijn om ze te gebruiken?	
D	
e hoeveelheid en positie van 
wapening wordt bepaald in het 
ontwerp. Op basis van dit ontwerp 
moet de wapening worden gevlochten 
en in het werk aangebracht. Dat is 
meestal nog steeds mensenwerk, en 
waar wordt gewerkt, worden fouten 
gemaakt. Het is dus belangrijk om te 
weten waar de wapening in het beton 
werkelijk ligt, wanneer je zekerheid wilt 
krijgen over draagkracht, levensduur  
en brandwerendheid. Om die reden 
wordt vaak een opleverdocument ver-
langd, waarin de gerealiseerde wape-
ningseigenschappen zijn vastgelegd  
en waarmee kan worden aangetoond 
dat aan de minimale eisen is voldaan. 
Traditioneel controleerde de toezicht-	
1 
Toepassing van een dekkingsmeter
foto: Hilti	
Meer in Betoniek
Meer over de functie 
van en de eisen aan   
betondekking, wordt 
uitgebreid besproken in 
Betoniek Standaard 16/09 
Geef Dekking! Dit num-
mer is te raadplegen op 
www.betoniek.nl. 
Over de interpretatie en 
ijking van dekkingsme-
tingen volgt binnenkort 
een artikel in 	
Betoniek 
Vakblad.	
16	 VAKBLAD  	I  1   2015	
p16_Artikel 4.indd   16	06-03-15   08:47
Meten aan wapening	
treffers vermijdenlocaliserenanalyse
boren en zagen zonder wapeningtreffers wapening las aanbrengen controle van de wapening: 
patroon, dekking, diameter
ankers plaatsen loop van pijpen en kabels volgenminimale dekking t.a.v. corrosie en brand
veilig boren in elke ondergrond metal studs opsporen voor bevestiging documentatie, rapportage en archivering	2 
Detectiebehoeften	
17	 VAKBLAD  	I 1   2015	
p16_Artikel 4.indd   17	06-03-15   08:47
houder dit voordat de kist werd gesloten. 
Maar nu die vrijwel geheel van de bouw-
plaats is verdwenen en de technische 
mogelijkheden aanwezig zijn, wordt 
steeds vaker een niet-destructieve con-
trole achteraf geëist. Deze moet het liefst 
100% zijn in plaats van een steekproef.
Er zijn nog meer redenen waarom de 
wapening achteraf in kaart wordt 
gebracht: 
?   voor het achteraf bepalen van de duurzaamheid; 
?   voor controle van de aanwezige  wapening in geval van een veran-
derde belastingsituatie of verbou-
wing, vooral als de tekeningen 
ontbreken;
?   voor het vermijden van wapenings- treffers bij het boren van ankergaten 
of sparingen voor bijvoorbeeld 
leidingdoorvoeren;
?   voor het lokaliseren van de wapening  om er, bij uitbreiding van een 
bestaande constructie, achteraf stek-
wapening in te boren (fig. 2); 
?   indien wenselijk is om andere objec- ten in het beton op te sporen zoals 
metalen leidingen, holle ruimten of 
elektrische leidingen. 
Detectietechnieken
Er bestaan diverse methoden om niet-
destructief wapening in beton te detec-
teren. Deze worden hieronder kort 
besproken. Inductie
Bij inductie, een techniek die bijvoor-
beeld door een dekkingsmeter wordt 
gebruikt, wordt een magnetisch veld 
gegenereerd door een primaire elektri-
sche spoel (fig. 3). Wanneer de spoel 
over een wapeningsstaaf beweegt, 
wordt door de ijzermassa van de wape-
ning het magnetische veld vervormd. 
Dat leidt tot een inductieve stroom in 
een secundaire spoel. Aan de eigen-
schappen van dit signaal kunnen gege-
vens over positie, dekking en diameter 
worden ontleend. De bepaling van 
positie en dekking heeft een relatief 
hoge betrouwbaarheid en de techniek 
is ongevoelig voor de samenstelling of 
het vochtgehalte van de ondergrond. 
De scandiepte reikt tot ca. 180 mm. 
Er kan een redelijke schatting van de 
diameter van de wapening worden 
gedaan. Een beperking is wel dat deze 
techniek alleen werkt op ferro-metalen 
objecten. Voor een goede identificatie 
van individuele staven is een verhou-
ding dekking:staafafstand van 1:2 
noodzakelijk (fig. 4). Wapening in een 
dieper gelegen laag kan aan het zicht 
worden onttrokken wanneer deze 
parallel aan de bovenliggende laag 
loopt (fig. 5). 
Radar
Er kan een radargolf de ondergrond 
worden ingestuurd. Deze radargolf reflecteert op objecten die een andere 
permittiviteit (weerstand voor elektro-
magnetische straling) hebben dan het 
beton, zoals staal of lucht. De reflecties 
worden door het apparaat weer opge-
vangen. De tijd die verstrijkt tussen uit-
zenden van een puls en ontvangen van 
de reflectie, bepaalt de afstand van het 
object tot het betonoppervlak. Deze 
techniek is geschikt voor lokaliseren van 
objecten en bepalen van de relatieve 
diepte. De loopsnelheid van de radar-
golf is bijvoorbeeld afhankelijk van de 
vochtigheid van de ondergrond en de 
dichtheid van het beton. Dit maakt de 
dekkingsmeting minder betrouwbaar. 
Radartechniek is niet geschikt voor het 
vaststellen van de diameter van wape-
ning. De detectiemogelijkheden nemen 
af met de diepte en de hoeveelheid 
bovenliggende wapening. Voordeel is 
wel dat met radar bijna alle in het 
beton ingesloten objecten zichtbaar 
zijn te maken en in beperkte mate is te 
identificeren wat de aard van het gelo-
kaliseerde object is. Ook dieper gelegen 
lagen kunnen zichtbaar zijn en er zijn 
minder strenge eisen aan de staafaf-
stand. Verder is de grotere scandiepte 
(tot 300 á 400 mm) een pluspunt. Nog 
grotere diepten zijn ook mogelijk; dit 
gaat echter ten koste van de 
nauwkeurigheid.
Ioniserende straling
Door een soort röntgenfoto te maken 
van een betondeel, kan een tweedimen-
sionale projectie van het inwendige wor-
den gemaakt. Aan deze techniek kleven 
veel nadelen: het is kostbaar, tijdrovend, 
vergt maatregelen voor de veiligheid van 
omstanders en geeft geen diepte-indica-
tie. Bovendien moet het betonelement 
aan twee zijden bereikbaar zijn. Daar 
staat tegenover dat de projectie wel een 
zeer betrouwbaar beeld geeft van de 
situatie en dat alle objecten in het beton 
zichtbaar worden. Deze methode wordt 
in de staalindustrie veel toegepast maar 
nauwelijks voor betonconstructies. 	
Andere NDO-methoden
Er zijn diverse andere niet-destructieve 
onderzoeksmethoden (NDO) die op 	
3 
Bij inductie wordt 
een magnetisch veld 
gegenereerd door een 
primaire elektrische 
spoel
18	 VAKBLAD  	I 
1   2015	
p16_Artikel 4.indd   18	06-03-15   08:47
betonconstructies worden toegepast, 
maar die ongeschikt of minder geschikt 
zijn om iets over de wapening en de 
dekking te zeggen. Dit zijn onder meer: 
?   potentiaalmeter: de kans op corrosie;
?   ultrasoon meter: betonkwaliteit, scheurdiepte en delaminaties;
?   pulse echo ultrasoon meter: ligging  voorspankabels en andere objecten;
?   terugslaghamer: betonkwaliteit;
?   impact-echo: delaminaties en holten;
?   thermografie: holten.
De apparatuur
De twee eerder genoemde technieken 
? inductie en radar ? bieden de beste 
resultaten en zijn bovendien zonder 
vergunning en met beperkte instructie 
toepasbaar. Deze technieken hebben 
zich de laatste jaren sterk ontwikkeld 
door de toepassing van geavanceerde 
software en 3D-technieken. Dit zijn dan 
ook de meest toegepaste technieken.
Inductieve wapeningsdetectoren zijn 
verkrijgbaar van heel simpele die al 
voor een paar tientjes te koop zijn, tot 
geavanceerdere systemen die zeer 
nauwkeurig het beton en de wapening 
in kaart brengen, compleet met com-
putersoftware om de resultaten te 
analyseren en mogelijkheden om een 
3D-beeld te maken. Laatstgenoemde 
high end-systemen (bijvoorbeeld Hilti, 
Proceq) gaan voor een paar duizend 
euro over de toonbank.
Ook radarsystemen zijn in veel verschil-
lende vormen en maten beschikbaar. 
Van compacte handzame scanners voor 
het lokaliseren van wapening, holle 
ruimten en metalstuds, tot uitgebreide 
systemen die met meerdere antennes 
of verwisselbare antennes zijn uitge-
voerd. Deze systemen worden, net als 
de uitgebreide inductiesystemen, gele-
verd met computersoftware voor ana-
lyse en rapportage van de metingen en 
de mogelijkheden om een 3D-beeld te 
maken (bijvoorbeeld JRC, GSSI, Hilti). 
De output van de radarsystemen is een 
beeld dat bestaat uit allemaal parabo-
len ? de top van elke parabool duidt de 
positie aan van een object ? maar er 
bestaan ook systemen die deze weer-
gave vertalen naar eenvoudig te inter-	
5 
Wapening in een dieper 
gelegen laag kan aan 
het zicht worden ont-
trokken wanneer deze 
parallel aan de boven-
liggende laag loopt	
preteren 2D- of 3D-representatie van 
de gemeten objecten. De high end-
radarapparatuur vergt een investering 
die een veelvoud is van de inductieve 
apparatuur.
Welk apparaat heb ik nodig?
Alvorens tot aanschaf van een detectie-
apparaat over te gaan, dient u vooraf 
goed bij uzelf te rade te gaan welke 
apparatuur de gewenste functionaliteit 
levert. Hierbij gaat het om nauwkeurig-
heid, dieptebereik, de wens om de dia-
meter van de wapening achteraf te 
bepalen, het meten van meerdere 
lagen wapening en/of het lokaliseren 
van andere objecten dan wapening. De 
beschikbare technieken hebben een  beperkte overlapping qua meetresul-
taat. De gebruiksaanwijzingen geven 
duidelijk weer binnen welke randvoor-
waarden de apparatuur inzetbaar is. 
Deze moet dan ook echt worden gele-
zen. Daarnaast dient u te overwegen of 
u in staat bent de verkregen informatie 
te interpreteren en te controleren. 
Wie vooral is geïnteresseerd in contro-
leren van gerealiseerde dekking, kan 
het best een simpele dekkingsmeter 
nemen. Tenslotte meet u alleen wape-
ning in de bovenste laag (dus geringe 
diepte) en is de nauwkeurigheid hoog 
(typisch ca. 1 à 2 mm wanneer aan de 
verhouding dekking:staafafstand  van 
1:2 wordt voldaan). Indien er gaten 
moeten worden geboord door een 	
4 
Voor een goede 
identificatie van 
individuele staven is 
een verhouding 
dekking:staafafstand 
van 1:2 noodzakelijk	
19	 VAKBLAD  	I 
1   2015	
p16_Artikel 4.indd   19	06-03-15   08:47
400 mm dik vloer veld met voorspan-
wapening, kan beter worden gekozen 
voor een radarsysteem om zeker te zijn 
dat bij het boren de voorspanstrengen 
niet worden geraakt.
Ook al is met de huidige technieken 
veel mogelijk, er blijven situaties 
bestaan waarin de beperkingen van 
beide technieken een goede meting 
uitsluiten. De jongste ontwikkelingen 
maken het mogelijk om het beste van 
radar en dekkingsmeter te combineren. 
Hierdoor kunnen we met computer-
software de meetnauwkeurigheid van 
de radar ijken aan de uitkomsten van 
de Ferroscan (waardoor de radar de 
nauwkeurigheid van de dekkingsmeter 
benadert). Bovendien kan, door verge-
lijking van beide beelden, onderscheid 
worden gemaakt tussen wapening en 
andere objecten. Op dit moment zijn 
hiervoor twee separate systemen ver-
eist en dat vergt een flinke investering 
en een behoorlijke kennis van zaken. 
De verschillende apparaten van de ver-
schillende leveranciers ontlopen elkaar 
niet veel qua mogelijkheden. Wel is er 
vaak veel verschil in het gebruiksgemak 
van apparatuur en software.
Verantwoordelijkheid
De uitspraken die worden gedaan aan 
de hand van metingen van de boven -
staande apparatuur, kunnen grote con -sequenties hebben voor veiligheid en 
duurzaamheid. Hoewel de apparatuur 
met beperkte instructie bruikbaar is, 
 
dienen de resultaten altijd kritisch te 
worden beoordeeld. De randvoorwaar -
den waarbinnen de apparatuur goede 
resultaten geeft, zijn in de handleidin -
gen duidelijk weergegeven. Veelal wordt 
de apparatuur echter buiten die voor -
waarden gebruikt en geeft deze toch 
ogenschijnlijk duidelijke antwoorden.   
De meeste apparatuur waarschuwt daar 
niet voor, al gaan de nieuwste apparaten 
wel deze kant op. Destructief ijken van de 
meting is in deze gevallen noodzakelijk: 
meerdere lagen wapening, te kleine dek-
king: staafafstand-verhouding, nabijheid 
van andere magnetische materialen, 
metingen starten op de verkeerde loca-
tie of metingen in een schuine stand ten 
opzichte van de wapening.   
Voor de interpretatie is het noodzakelijk 
dat u goed doorhebt hoe een construc-
tie er zou moeten uitzien, wat u in het 
beton zou kunnen verwachten en dat   
u voldoende inzicht in de apparatuur   
en het meetprincipe heeft. In een latere   
uitgave van Betoniek Vakblad wordt die-
per ingegaan op de interpretatie van 
wapeningsdetectie.	Ruimte voor verbetering
Zoals uit bovenstaande blijkt, bestaat 
het ideale apparaat nog niet dat voor  alle situaties de beste oplossing biedt. 
 
Al is dit met de combinatie van radar   
en Ferroscan wel een stuk dichterbij 
gekomen. Het bepalen van de diame -
ter van de wapening komt in de prak -
tijk meestal neer op een ruwe schat -
ting, aangezien de uitkomst niet 
zelden een grote spreiding vertoont 
doordat de data van de scan vaak veel 
onzuiver-heden bevat.
Op een bijeenkomst over NDO, geor -
ganiseerd door de Betonvereniging   
in voorjaar 2013, presenteerde TNO 
een radartechniek, waarbij door inter -
ferentie van twee radargolven met 
verschillende frequentie een verbluf -
fende nauwkeurigheid kon worden 
verkregen voor diepte en diameter -
bepaling. Het zou zelfs mogelijk zijn 
te detecteren of de wapening is aan -
getast door corrosie. Deze techniek 
bestaat nu nog alleen in een ontwik -
kelfase. Het zou fantastisch zijn als 
deze beschikbaar komt voor de markt.
Voor de nabije toekomst zijn lichtere, 
handzame en volledig draadloze   
systemen te ver wachten die via wifi 
communiceren met een tablet of   
telefoon en die daarnaast waar -
schuwen of geen resultaat geven   
bij metingen buiten de randvoor -
waarden. Maar gelukkig kunnen   
we met de huidige stand der techniek 
al een heleboel.  	
6 
Opsporen van voorspankabels met 
behulp van een betonradar
foto: Hilti	Lees de gebruiks aanwijzing!
De nieuwe generatie detectoren geeft mooie plaatjes   
en snelle resultaten. Realiseer u dat deze onjuist kunnen zijn 
indien niet aan de randvoorwaarden wordt voldaan.   
De voorwaarden voor een betrouwbare meting staan om-
schreven in de gebruiksaanwijzing. Lees deze dus vooraf 
aandachtig om de beperkingen te kennen en ijk de meting 
als u niet aan de voorwaarden voldoet.
20	 VAKBLAD  	I  1   2015	
p16_Artikel 4.indd   20	06-03-15   08:47                  
                 
                              
Reacties