20	 VAKBLAD  	I 2  2015	
auteurs  ir. Edwin Vermeulen MBA Van Nieuwpoort Beheer B.V., ing. Peter de Vries, FICT ENCI B.V. 
Wat weerhoudt geopolymeerbeton van grootschalige toepassing?
De uitdagingen van 
geopolymeerbeton
In het streven de betonketen te 'vergroenen' wordt in toenemende  
mate gestudeerd op de mogelijkheden van alternatieve groene 
bind middelen. Belangrijk uitgangspunt hierbij is het zo veel 
mogelijk terugdringen van de hoeveelheid portlandcementklinker 
in het bindmiddel. Een mogelijk alternatief is geopolymeerbeton. 
Maar wat is dat precies, wat kunnen we ermee, hoe gaan we 
ermee om en wat zijn de mogelijke aandachtspunten?	
G	
eopolymeerbeton, beton geba- 
seerd op geopolymeren, is een 	
populaire term die is ontstaan in de jaren 
zeventig. De term wordt gebruikt voor 
alkalisch geactiveerde aluminiumsilica-
ten die het bindmiddel vormen in beton. 
De basis voor het bindmiddel zijn meta-
kaolines (een thermisch behandelde klei-
soort), slakken die vrijkomen bij diverse 
industriële processen en (natuurlijke) 
puzzolanen. Voor grootschalige toe-
passingen in beton kunnen we gebruik-
maken van de bekende grondstoffen als 
poederkoolvliegas en gemalen hoog-
ovenslak. De activatie gebeurt echter 
niet door het bijmengen van portland-
cementklinker, maar door toevoeging 
van een sterke alkalische activator. 
Hoe vervolgens de verhardingsreactie 
verloopt, is sterk afhankelijk van de 
gebruikte grondstof en de verhouding 
tussen de verschillende grondstoffen. 	
Een groot verschil met traditioneel 
cement is dat bij de activering van 
vliegassen en puzzolanen ? gekenmerkt 
door een laag gehalte CaO ? de verhar-
ding berust op de vorming (polymeri-
satie) van een driedimensionaal netwerk 
van silicium-, aluminium- en zuurstof-
atomen (Si, Al en O). Deze reactie is 
niet te vergelijken met de hydratatie-
reactie tussen cement en water (vorming 
van CSH-fasen). Het water in geopoly-
meerbeton is noodzakelijk voor de ver-
werkbaarheid en als medium waarin de 
polymerisatie zich afspeelt, maar neemt 
zo goed als geen deel aan de reactie zelf.
Bij alkalische activatie van hoogovenslak 
? gekenmerkt door een hoog gehalte 
CaO ? ontstaan wel laagmoleculaire 
silicaatpolymeren (ketens korter dan 
Si4O12), maar is toch vooral sprake van 	
de vorming van calciumsilicaat-hydraat-
verbindingen (CSH-verbindingen). Er is 	
1 
Voor de nieuwe melkpoederfabriek in Gorinchem  
is voor het eerst in Nederland op grote schaal 
geopolymeerbeton toegepast	
p20_Artikel 3   20	04-06-15   13:40
21	 VAKBLAD  	I 2  2015	
De uitdagingen van 
geopolymeerbeton	
p20_Artikel 3   21	04-06-15   13:40
22	 VAKBLAD  	I 2  2015	
karakteristieken morgen al zou willen  
toepassen. De werkelijkheid is echter 
weerbarstig en vele openstaande vragen 
staan een grootschalige toepassing in 
de weg.
Te nemen hobbels
Een niet onbelangrijke hobbel is het 
ontbreken van regelgeving. Toepassing 
van gewapend beton op basis van de 
traditionele cementsoorten kent een 
historie van bijna 200 jaar. Een periode 
waarin eigenschappen van beton uit-
puttend zijn gedocumenteerd en 
waarin ervaringen met betrekking tot 
het ontwerpen en uitvoeren zijn vast-
gelegd in nationale, Europese en 
ISO-voorschriften.
Voor een nieuw bindmiddel, in dit 
geval gebaseerd op geopolymeren, 
bestaan deze voorschriften (nog) niet. 
En een-op-een kopiëren gaat ook niet: 
geopolymeerbeton is per definitie 
anders dan een beton ver vaardigd met 
een cementsoort conform EN 197-1. 
Bij een gekozen cementsoort, type en 
sterkteklasse, weten we door te sturen 
met de water-cementfactor inmiddels 
vrij goed een bepaalde prestatie van 
normaal beton te bereiken. Maar voor 
het ontwerpen van een mengsel op 
basis van geopolymeren voor een 
willekeurig beton(product) gelden 
die automatismen niet en zal de ver-
houding tussen basisgrondstoffen en 
activators telkens opnieuw moeten 
worden vastgesteld. Dat maakt het 
aantal mogelijke recepten en combina-
ties van eigenschappen voor alkalisch 
geactiveerde bindmiddelen wel heel 
erg groot.
Een ander praktisch probleem is de 
verwerkbaarheid van geopolymeer-
beton. In traditioneel beton speelt 
water een belangrijke rol bij de ver-
werkbaarheid én bij de vorming van 
cementsteen. Bij beton op basis van 
alkalisch geactiveerde basisgrondstof-
fen is de speelruimte voor water afhan-
kelijk van het type geopolymeerbeton 
? zoals hier voor al toegelicht ? slechts 
heel beperkt. 	
15 
10
5
0	
verhouding chemische elementen vanuit basisgrondstoffen	
((SiO
2 + Al
2O3) / CaO)
react	
silicumhoudend vliegas (CaO	react < 5 m/m %)	
silicum- en kalkhoudend vliegas en/of gemalen hoogovenslak 
silicum- en kalkhoudend vliegas en/of gemalen hoogovenslak	
kalkhoudend vliegas en/ofgemalen hoogovenslak (CaO	react > 15 m/m %)	
(CaO	react = 5 ? 10 m/m %)	
(CaO	react = 5 ? 10 m/m %)	
zeolieten
CASH*	
laag-CaO geopolymeren
tussenvormen
hoog-CaO geopolymeren	
*CASH = calciumaluminiumsilicaathydraat	
gebruikelijke verhardingstemperatuur: T = 20 ? 90 C	
pH van activatoroplossing
~ 11,5
> 13,5	
gebruiksvriendelijk
corrosief,  sterk agressief	
alkaline-(aard)-metaalcarbonaten
alcalisilicaat loogzout	
2 
Samenstelling grond- 
stoffen en benodigde 
activators	
dan dus wel meer overeenkomst met  
de verharding van traditioneel cement. 
Het water neemt in dit geval wel deel 
aan de reactie. De verhouding calcium-
silicium is in alkalisch geactiveerde slak 
circa 1:1, terwijl die verhouding bij 
reguliere cementsteen 1,5 - 1,8:1 
bedraagt. De microstructuur is bij alka-
lisch geactiveerde slak veel dichter dan 
bij reguliere cementsteen.	
Eerdere publicaties over geopolymeren 
roemen de soms fantastische prestaties 
zoals een hoge (eind)sterkte, thermisch 
zeer stabiel (tot ca. 1000 °C), snelle 
reactie en dus snel de eindsterkte bereikt, 
een hoge zuurbestandheid, bestand 
tegen vorst-dooicycli, bestand tegen 
chloriden en sulfaten en een lage 
warmteontwikkeling. Kortom een ide-
aal bindmiddel dat je op basis van deze 	
Tabel 1 	Typische waarden van belangrijkste aspecten t.a.v. bindmiddeleigenschappen	
eigenschap	vliegas	gemalen gegranuleerde 	
hoogovenslak	siliciumhoudend calciumhoudend	
glasfase [m/m %]	60 - 80	40 - 60	90 - 100	
totaal CaO [m/m %]	0 - 10	12 - 40	35 - 45	
reactief CaO [m/m %]	0 - 10	10 - 30	35 - 45	
vrije kalk [m/m %]	0	2 - 10	0	
onverbrand koolstof [m/m %] 0 - 5	0 - 8	0	
specifiek oppervlak [cm²/g] Het reactieve oppervlak hangt af van de maalfijnheid. 	Een fijnheid van ongeveer 4000 cm²/g (Blaine) wordt aanbevolen.	
Tabel 2 	Typische samenstellingen van industriële alkaliën	
product	totaal silica
[m/m % SiO	2]	
totaal alkali
[m/m % Na	2O]	
SiO	2/Na	2O	pH van 1% 
oplossing 
bij 20 °C	
vloeibare natriumsilicaten	26 - 33	8 - 17 1,6 - 3,2 11 - 13	
natriummetasilicaat pentahydraat	28,5	28,7	1,0	12,5	
natriummetasilicaat (watervrij)	47,0	51,0	0,9	12,6	
natriumhydroxide	-	76,0	-	13,1	
natriumcarbonaat	-	58,0	-	11,4	
p20_Artikel 3   22	04-06-15   13:40
23	 VAKBLAD  	I 2  2015	
Basisgrondstoffen en activators
Zoals voor veel bulkproducten geldt,  
wordt de keuze voor een bepaalde 
grondstof vaak bepaald door beschik-
baarheid en prijs. Voor grondstoffen 
van een geopolymeerbeton is het niet 
anders. Aluminium- en siliciumbronnen 
als vliegas en hoogovenslak zijn voor-
alsnog ruim voor handen. De geschikt-
heid dan wel reactiviteit van dit basis-
materiaal heeft echter een enorm effect 
op prestatie van het bindmiddel en 
wordt voor een belangrijk deel beïnvloed 
door het aandeel van de glasfase, de 
chemie van de glasfase en de fijnheid 
(tabel 1). 
Naast de basisgrondstof(fen) voor het 
bindmiddel is zoals gezegd een alkali-
sche activator nodig. De functie hier-
van is het losweken van de elementen 
aluminium en silicium. De activator ver-
hoogt de pH waardoor de glasstructuur 
wordt aangetast. Tevens levert de acti-
vator de elementen silicium en alkaliën, 
die nodig zijn voor de vorming van het 
geopolymeernetwerk. Welk type activa-
tor (of combinatie van activators) 
wordt gekozen, is afhankelijk van de 
benodigde pH om de elementen los te 
weken. Activators zijn er in droge en 
vloeibare (natte) vorm (tabel 2). 
Figuur 2 geeft een schematische indeling  
van mogelijke combinaties van grond-
stoffen en activators. Siliciumrijke en 
kalkarme grondstoffen als poederkool-
vliegas vragen om een sterke activator 
om de elementen silicium en aluminium 
los te weken. Bij gebruik van een kalkrijke 
grondstof als gemalen hoogovenslak 
(rijk aan CaO) kan een minder sterke 
activator worden ingezet. Ook wordt de 
rol van water bij hogere kalkgehalten 
steeds belangrijker. Tegelijkertijd heeft 
de keuze voor vliegas of hoogovenslak, 
of de combinatie van beide, direct zijn 
invloed op de eigenschappen en presta-
ties van het geopolymeerbeton.
Verwerkbaarheid
Verwerkbaarheid is zo'n eigenschap. 
Bij traditioneel beton sturen we de ver-	
werkbaarheid met water en daarvoor 
geëigende hulpstoffen. Traditionele 
plastificerende hulpstoffen werken 
echter niet in geopolymeerbeton; het 
vervelende is dat deze plastificerende 
hulpstoffen niet effectief zijn door de 
sterke alkaliteit van de activators. 
Begin jaren negentig heeft ENCI hier-
mee al enige ervaring opgedaan. Op 
verzoek van de betonbuizenbranche is 
een zuurbestendig bindmiddel ont-
wikkeld voor de productie van beton-
nen rioolbuizen. De ontwikkeling van 
een beter, zuurbestand bindmiddel op 
basis van alkalisch geactiveerde grond-
stoffen is gelukt, alleen is de product-
ontwikkeling gestrand op de verwerk-
baarheid van de betonspecie. De 
mengsels hadden een open tijd van 
circa vijftien minuten, op zich ruim 
voldoende om fabrieksmatig rioolbui-
zen te maken. Problemen ontstaan 
echter bij stagnaties in het productie-
proces en het schoonmaken vooraf-
gaand aan geplande pauzes. De ver-
werkbaarheid neemt namelijk niet 
langzaam af maar er is sprake van een 
omslagpunt; op het ene moment zit er 
nog beweging in de specie en op het 
volgende moment is de inzet van een 
pneumatische hamer noodzakelijk om 
specieresten te ver wijderen. Niet echt 
praktisch dus.	
Duurzaamheid en mechanische  
eigenschappen
Geopolymeerbeton is, zoals uit het  
voorgaande is gebleken, een verzamel-
naam voor een grote groep materialen 
met sterk verschillende eigenschappen. 
Voordat we algemene uitspraken kunnen 
doen ten aanzien van de diverse duur-
zaamheids- en mechanische eigen-
schappen, moet nog veel onderzoek 
plaatsvinden naar de vele mogelijke 
combinaties van basisgrondstoffen 
en activators. Dit artikel beschrijft een 
voorzichtig begin ten aanzien van het 
onderzoek naar krimp, weerstand 
tegen chloride-indringing en weer-
stand tegen carbonatatie.  
Krimp 
Afhankelijk van de samenstelling van 
het bindmiddel en de toegepaste acti-
vators, kan geopolymeerbeton zowel 
minder als fors meer krimp vertonen 
dan regulier beton. Figuur 3 geeft de 
uitdrogingskrimp weer voor vijf verschil-
lende geopolymeermortels (A t.m. E) 
en vijf cementmortels. De prisma's 
(40 x 40 x 160 mm) werden na 24 uur 
ontkist en ver volgens tot zeven dagen 
onder water bewaard. Daarna werd 
een nulmeting uitgevoerd en werden 
de prisma's bewaard bij 20 °C en 
65% RV. 	
krimp [mm/m]	
0	
-0,5
-1
-1,5
-2
-2,5	0	50 100 150 200 250	
droogtijd [dagen]	
A BCDECEM I 0,45CEM II/B-V 0,45CEM II/B 0,45CEM III/B 0,50CEM III/B 0,65	
3 
Krimpgedrag geopoly- 
meermortels t.o.v. 
cementmortels	
p20_Artikel 3   23	04-06-15   13:40
24	 VAKBLAD  	I 2  2015	
Door nabehandeling onder water vindt  
in eerste instantie vooral bij de hoog-
ovencementen wat expansie plaats. 
Hierdoor worden wat hogere waarden 
voor de uitdrogingskrimp gevonden 
dan wanneer direct na 24 uur en zon-
der nabehandeling onder water wordt 
gestart met de meting. Uit dit onder-
zoek blijkt dat het mogelijk is om een 
geopolymeerbindmiddel te maken dat 
niet meer krimpt dan regulier cement. 
Echter is bij de meeste geopolymeer-
mortels sprake van fors meer krimp.
Gebruik van natriummetasilicaat als 
activator lijkt in vergelijking met 
andere activators te resulteren in een 
wat hogere krimp. Gebruik van vliegas 
in plaats van hoogovenslak resulteert 
in minder krimp. Geopolymeerbeton 
vertoont veelal ook meer kruip dan 
regulier beton bij een vergelijkbare 
elasticiteitsmodulus. In combinatie 
met de hogere treksterkte zal dit beton 
dan ook minder scheur vorming verto	-	
nen dan regulier beton. Als er echter 
scheuren ontstaan, moet de wapening 
de hogere trekspanning overnemen, 
hetgeen bij gelijke wapening resulteert 
in grotere scheur wijdten. Hiermee 
moet bij het ontwerp rekening worden 
gehouden.	
Chloride-indringing
Voor de geopolymeermortels A tot en 
met D is ook de chloride-indringing 
gemeten. Per mortel werden drie pris-
ma's na 24 uur ontkist en tot 28 dagen 
onder water bewaard. Vervolgens wer-
den de prisma's (afzonderlijk per type 
mortel) bewaard in een 3% natrium-
chloride-oplossing bij 20 °C. Na zes 
maanden werd de chloride-indringing 
gemeten (XRF). 
In tabel 3 zijn de resultaten weergege-
ven als percentage van de hoeveelheid 
bindmiddel. Duidelijk is dat de geopo-
lymeermortels fors beter presteren dan 
de cementen. Op een gemiddelde diepte 
van 13 mm is er echter geen verschil 
meer zichtbaar tussen de geopolymeer-
mortels en hoogovencement; zeer 
waarschijnlijk zou er bij langere exposi-
tie wel een verschil te zien zijn op 13 en 
20 mm diepte. 
De portlandvliegascement lijkt slecht  
te presteren. Bedacht moet worden dat 
de expositie al na 28 dagen is gestart 
en de weerstand van portlandvliegas-
cement tegen chloride-indringing na 
28 dagen nog beperkt is. Na een jaar is 
de weerstand vergelijkbaar met die van 
hoogovencement. De expositie na 28 
dagen geeft geen realistisch beeld voor 	
de praktijk, constructies zijn normaliter 
vele maanden oud voordat ze in gebruik 
worden genomen. 
Carbonatatie 
De literatuur beschrijft dat de weerstand 
tegen carbonatatie over het algemeen 
wat minder is dan die van regulier beton 
op basis van hoogovencement. Van de 
geopolymeermortels A tot en met D is 
de carbonatatie gemeten. Per mortel 
werden drie prisma's na 24 uur ontkist en 
tot zeven dagen onder water bewaard. 
Daarna werden de prisma's bewaard  
bij een relatieve luchtvochtigheid van 
65%. De gemeten carbonatatiediepten 
worden in tabel 4 gegeven. 
Uit tabel 4 kan worden geconcludeerd 
dat tot een ouderdom van twee jaar,  
de carbonatatie van de onderzochte 
geopolymeerbindmiddelen vergelijk-
baar is met die van hoogoven- en 
port landvliegascement. 
Praktijkervaring:   
productie L-elementen  
met geopolymeerbeton 
Als deelnemers binnen de Green Deal  
Beton onder de vlag van MVO Netwerk 	
Tabel 4 	Carbonatatiediepte als functie van tijd en bindmiddel	
ouderdom	carbonatiediepte [mm]	
A B C D	CEM I CEM II/B-V CEM III/B CEM III/B
wcf 0,50 wcf 0,50 wcf 0,50 wcf 0,65	
28 dagen	1 0,5 1,5 0,5 0	-	2	-	
91 dagen	4,4 3 3,6 4,5 1	1,8	4,1	7	
182 dagen	5,3 4,4 5,2 6,1 3,9	5,2	6	9,1	
1 jaar	7,8 5,9 7,5 8,9 4	5,9	7,9	12,7	
2 jaar	11,5 8,8 10,3 11,9 6,4	9,8	11,3	(> 20)	
4 
L-elementen met een  
betonsamenstelling  
met een geopolymeer-
bindmiddel net een 
droge activator	
Tabel 3 	Ingedrongen chloriden afhankelijk van het type bindmiddel	
diepte	chloride concentratie [% mm in relatie tot het bindmiddelgehalte]
A B C D	CEM I CEM II/B-V CEM III/B
0,45	0,45	0,45	
5 - 8 mm	1,1 0,7 1,4 1,5 4,5	5,2	4,3	
13 - 16 mm	0,1 0,0 0,1 0,0 4,0	1,8	0,1	
20 - 22 mm (kern)	0 0,1 0,0 0,1 2,4	0,1	0,1	
p20_Artikel 3   24	04-06-15   13:40
25	 VAKBLAD  	I 2  2015	
Beton, hebben de bedrijven Van Hat	-	
tum en Blankevoort, Mebin en ENCI  
de handen ineen geslagen om geza	-	
menlijk de uitdaging aan te gaan en in 
het werk gestorte, gewapend beto	-	
nelementen te maken. Doel van het 
project is tweeledig: vaststellen of er 
inderdaad milieuwinst is te behalen 
(verlaging van de carbon footprint) 
ten opzichte van een betonsamenstel	-	
ling met een traditioneel cement, plus 
beoordelen of het mogelijk is om een 
geopolymeerbetonspecie te vervaar	-	
digen in een betoncentrale, te ver voe	-	
ren in een truckmixer en vervolgens 
op een bouwplaats te ver werken.
Het project omvat de ver vaardiging 
van een aantal L-elementen in drie 
samenstellingen: een referentie op 
basis van traditioneel cement, een 
betonsamenstelling met een geopoly	-	
meer-bindmiddel op basis van een 
natte activator en een betonsamen	-	
stelling met een geopolymeer-bind	-	
middel met een droge activator 	 	
(foto 4). Naast de hierboven 
genoemde doelstelling zullen aan de 
hand van proefstukken de mechani	-	
sche en duurzaamheidseigenschap	-	
pen worden beoordeeld en zullen de 
elementen langs een autosnelweg 
worden geëxposeerd in weer en 
wind. Het is in de bedoeling om de 
elementen na vervaardiging nog een 
aantal jaren te volgen en om regelma	-	
tig onderzoek aan geboorde proef	-	
stukken te doen. 
Samenstelling en verwerkbaarheid 
Beschikbaarheid, prijs en prestatie zijn 
uitgangspunten voor de keuze van de 
basisgrondstoffen voor het geopoly-
meer-bindmiddel. Uitgangspunt voor 
de mengselsamenstelling is het verkrij-
gen van een voldoende open tijd van 
circa 90 minuten. Gekozen is voor een 
combinatie van poederkoolvliegas en 
gemalen hoogovenslak in een verhou-
ding van 3:1. Verhoging van het aan-
deel gemalen hoogovenslak (een leve-
rancier van het element CaO) is gunstig 
voor de sterkteontwikkeling maar gaat 
ten koste van de benodigde verwer-
kingsduur. Op basis van de literatuur en 
de nodige research, kwam voor het ver-
krijgen van de gewenste open tijd 
mineraal borax als beste vertrager uit 
de bus. Helaas heeft de vertrager op 
zijn beurt wel een negatieve invloed op 
de sterkteontwikkeling.
Opvallend verschil in de samenstelling 
(tabel 5) is met name het hoge aandeel 
bindmiddel (basisgrondstoffen + acti-
vator + vertrager) in het geopolymeer-
beton. Het mengsel met de natte acti-
vator bevat zelfs nog meer bindmiddel, 
hoewel daarvan het aandeel water mag 
worden afgetrokken en moet worden 	
verrekend met de water-bindmiddel-
factor. Ook is het hoge aandeel grof 
materiaal opmerkelijk maar wel nood-
zakelijk. De activator maakt het meng-
sel kleverig (sticky), vergelijkbaar met 
zelfverdichtend beton en een hoger 
aandeel fijn zou het mengsel dus 
onverwerkbaar maken. Door dit strope-
rige gedrag is het ook noodzakelijk de 
initiële verwerkbaarheid op een hoger 
niveau te beginnen in vergelijking met 
het referentiebeton (fig. 5, foto 6).  
Carbon footprint 
Om de milieuwinst van een geopoly-
meerbeton vast te stellen, zou een vol-
ledig milieuprofiel moeten worden 
berekend. Vooral ook omdat de basis-
grondstoffen voor de geopolymeer mede 
worden vormgegeven met industriële 
reststoffen in plaats van primair materi-
aal (portlandcementklinker). In de 
praktijk blijkt het lastig om met name 
van de activators en vertrager de beno-
digde informatie boven tafel te krijgen. 
We beperken ons dan ook tot het effect 
van de bindmiddelbijdrage op de CO	2-	
uitstoot. Figuur 7 laat zien dat er zelfs 
ten opzichte van het groene hoog-
ovencement CEM III/B nog een reduc-
tie van de CO	2-uitstoot valt te behalen 	
van zo'n 30%. 
Mengen en veiligheid 
Voorafgaand aan de daadwerkelijke 
veldproef heeft een uitgebreide veilig-
heidsvoorlichting plaatsgevonden voor 
het productiepersoneel op de beton-
centrale, het laboratoriumpersoneel en 	
Tabel 5 	Samenstellingen veldproef L-elementen	
referentiebeton	geopolymeerbeton (droge activator)	
grondstof	aandeel per m³	grondstof	aandeel per m³	
CEM I 52,5 R	70 kg	poederkoolvliegas	235 kg	
CEM III/B 42,5 N	280 kg	hoogovenslak	75 kg	
hulpstof	0,7 kg	activator + vertrager	90 kg	
water	160 kg	water	120 kg	
zeezand 0/4	790 kg	zeezand 0/4	650 kg	
zeegrind 4/16	565 kg	zeegrind 4/16	290 kg	
zeegrind 16/32	540 kg	zeegrind 16/32	860 kg	
p20_Artikel 3   25	04-06-15   13:40
26	 VAKBLAD  	I 2  2015	
de stortploeg van de aannemer. De  
activators waarmee werd gewerkt zijn 
hoog-alkalisch en vragen om uitge-
breide beschermende kleding en 
gezichts bescherming. Omdat met 
name de activators voor een betoncen-
trale 'vreemde' hulpstoffen zijn, was 
besloten hiervoor op de betoncentrale 
aparte doseerinrichtingen te monteren. 
En ondanks de zorgvuldige voorberei-
ding ging het tijdens de eerste veld-
proef al gelijk verkeerd. De combinatie 
droge activator en gemalen hoog-
ovenslak wilde niet lossen uit silo. Met 
als gevolg dat de truckmixer vijftig 	
minuten heeft staan wachten voordat 
beide charges waren geladen. Aange-
zien in de eerste charge ook het ver-
eiste aanmaakwater al aanwezig was, 
startte de polymerisatie en ging de 
wachttijd ten koste van de verwerkings-
tijd. Controle van de vloeimaat gaf ech-
ter aan dat deze extra wachttijd nauwe-
lijks enige invloed heeft gehad. 
Ook het bemonsteren kostte nog een 
kleine tien minuten en vervolgens nog 
twintig minuten rijden naar de bouw-
plaats. We kunnen dus uitrekenen hoe-
veel tijd er nog restte om de elementen 
te storten: circa tien minuten. Dat ging 	
dus niet lukken. Terwijl bij aanvang van 
het lossen de betonspecie, zij het stug, 
nog wel was te verwerken, klonk vrijwel 
op de 90 minuten nauwkeurig de kreet 
'stoppen, onverwerkbaar'. Gelukkig 
was met dit scenario rekening gehou-
den en is de ketel van de truckmixer 
gered door onmiddellijk een paar 
kubieke meter water en een paar ton 
grof grind te doseren. Hiermee is het 
snel reagerende geopolymeerbeton in 
de ketel in stukken geslagen en kon het 
materiaal in brokken worden gelost. 
Bij een herhaling van deze veldproef is  
uiteraard een aantal maatregelen door-
gevoerd die het doseren, mengen en 
brengen sneller moesten doen verlopen. 
Onder andere is gezorgd voor extra 
lucht op de silo en een tweede truck-
mixer. Zolang de betonspecie maar 
binnen de geplande negentig minuten 
werd verwerkt, werd het gedrag tijdens 
het storten niet als afwijkend ervaren. 
Het merendeel van de elementen is 
vanuit de 'goot' gestort maar er is 
tevens een deel via de kubel gestort. 
Uiteindelijk zijn alle geplande elementen,  
referentie, droge en natte activator, 
vervaardigd tezamen met tientallen 
proefstukken waarvan de resultaten 
nu langzaam worden verzameld. De 	
0
50
100 
150 
200 
250 
300	
natte activator	CEM111/B	
CO
2footprint [kg/t binder]
 	
transport 
activator
slak incl. malen en granuleren	
droge activator	
7 
Carbon footprint berekend  
op één ton bindmiddel 
(i.v.m. gebrek aan gegevens 
is er geen waarde toegekend 
aan de vertrager)	
0 mm
100 mm 
200 mm 
300 mm
400 mm 
500 mm 
600 mm
700 mm	
10 min.	45 min.	90 min.	
referentiebeton 
droge activator
natte activator
droge activator met geoptimaliseerde vertrager	
5 
Resultaten schudmaat veldproef L-elementen	
6 
Schudmaat veldproef L-elementen	
p20_Artikel 3   26	04-06-15   13:40
27	 VAKBLAD  	I 2  2015	
betrokken partijen Van Hattum en Blan- 
kevoort, Mebin en ENCI hebben geza-
menlijk afgesproken om te zijner tijd 
deze resultaten te delen met het daar-
voor bestemde platform binnen de 
Green Deal Beton. 
Praktijk ervaring: Agrarische  
toepassing
Voor de nieuwe melkpoederfabriek van  
Vreugdenhil Dairy Foods in Gorinchem 
is voor het eerst in Nederland op grote 
schaal geopolymeerbeton toegepast. 
In totaal is een kleine 400 m	3 geopoly-	
meerbeton van Van Nieuwpoort Beton-
mortel toegepast in betonvloeren voor 
losplaatsen (foto 1).
Melk dat bij de losplaatsen wordt 
gemorst, verzuurt en op langere ter-
mijn blijkt melkzuur, zeker in combina-
tie met vrachtverkeer, zeer agressief 
voor regulier beton. Zelfs beton op 
basis van hoogovencement in milieu-
klasse XA3 wordt binnen enkele jaren 
sterk aangetast. Ook diverse alternatie-
ven, waaronder overlagen met asfalt, 
bleken onvoldoende bestand. Daarom 
heeft Vreugdenhil gekozen voor geo-
polymeerbeton, dat bekend staat om 
zijn hoge weerstand tegen zuren. Ver-
wacht mag worden dat de vloeren 
minstens tweemaal zo lang, mogelijk 
zelfs tot viermaal zo lang meegaan als 
een reguliere betonvloer. CSH-gel is 
niet langdurig bestand tegen zuren en 
lost hierin langzaam op. Zuur kan bij 
regulier beton ook makkelijk binnen-
dringen in poriën die zijn gevuld met 
calciumhydroxide en calciumcarbo-
naat. Bij geopolymeerbeton ontbreken 
deze met kalk gevulde poriën en heeft 
de CSH-gel een dichtere structuur, 
waardoor de aantasting door zuren 
aanzienlijk langzamer verloopt dan bij 
regulier beton.
Van Nieuwpoort begon in 2010 met 
een uitvoerig onderzoeksprogramma 
naar geopolymeerbeton; de eerste 
proefstorts vonden reeds in 2012 
plaats. Op basis van de daarmee opge-
dane kennis en ervaring kan nu relatief 
eenvoudig op grote schaal geopoly-	
meerbeton worden gestort. Dit type 
beton kan met de gebruikelijke materi-
alen worden verpompt en verwerkt. 
Voorafgaand aan de stort van de eerste 
grote betonvloer, is nog specifiek geke-
ken naar het monolitisch afwerken van 
dit type beton. Dit blijkt eveneens met 
de gebruikelijke middelen te kunnen, 
waarbij het tijdstip waarop met afwer-
ken kan worden begonnen goed kan 
worden gestuurd en ook bij lage tem-
peraturen kan worden beperkt tot min-
der dan zes uur.
Gekozen is voor een geopolymeerbe-
ton waarvan het bindmiddel voor 
100% uit gemalen gegranuleerde 
hoogovenslak en droge activators 
bestaat. De druksterkte van het geopo-
lymeerbeton bedraagt bij 20 °C na 
twee dagen circa 20 MPa en na 28 
dagen circa 40 MPa. De specie had een 
schudmaat van gemiddeld 550 mm. 
Deze consistentie werd tot ruim een uur 
na aanmaak behouden. Een langer 
behoud van consistentie is wel moge-
lijk, maar resulteert in langere tijden 
voordat met afwerken kan worden 
begonnen.
 
Essentiële vragen
Een succesvolle introductie van een 
alternatief bindmiddel op basis van geo-
polymeren, valt of staat met de beant-
woording van de volgende vier vragen:
?  Is er milieuwinst te behalen, met 
andere woorden: is de carbon foot-
print beter dan de referentie op basis 
van traditioneel cement? Het ant-
woord hierop is ja. Berekend aan de 
hand van de CO	2-uitstoot op basis 	
van de afzonderlijke grondstoffen, 
wint geopolymeerbeton het zelfs van 
beton op basis van hoogovencement.
?  Is er een prijsvoordeel voor het beton 
op basis van geopolymeren ten 
opzichte van de referentie op basis 
van traditioneel cement? Vooralsnog 
is het antwoord hierop nee. De toe te 
passen activators en vertragers zijn 
(nog) dermate kostbaar dat de kost-
prijs van een kubieke meter beton-
specie anderhalf tot twee keer hoger 	
ligt ten opzichte van traditioneel 
beton.
?  Is de prestatie van het beton met 
geopolymeren op het gebied van 
sterkte en duurzaamheid vergelijk-
baar of beter dan de referentie op 
basis van traditioneel cement? Op 
basis de literatuur en het hier gerap-
porteerde praktijkonderzoek, lijkt 
zuur- en sulfaatbestendigheid en de 
weerstand tegen chloride-indringing 
een duidelijke meerwaarde. Andere 
schademechanismen als vorst- en 
dooizoutaantasting en weerstand 
tegen carbonatie vragen om nader 
onderzoek. 
?  Is er regelgeving voor handen op 
basis waarvan opdrachtgevers of 
ontwerpers beton gebaseerd op geo-
polymeren kunnen specificeren en 
voorschrijven? Ook dit antwoord is 
nee. Er is/wordt al heel veel gemeten 
aan geopolymeerbeton en met elke 
proef doen we meer ervaring op. 
Krimp en kruip lijken factoren waar	-	
mee terdege rekening moet worden 
gehouden. 
Het is vrijwel onmogelijk om deze vier 
vragen voor de Nederlandse betonmarkt 
generiek te beantwoorden. Daarvoor zijn 
de toepassingen van beton te divers. 
Een betontegel vraagt nu eenmaal om 
een andere betonsamenstelling dan een 
voorgespannen breedplaatvloer. Maar 
er zijn ook kansen; misschien krijgen we 
andere toepassingen voor beton door 
andere eigenschappen en wordt beton 
op basis van geopolymeer breder inzet-
baar. Denk aan het hier beschreven 
praktijkvoorbeeld voor zuurbestand-
heid en aan het vermogen om hogere 
thermische belastingen aan te kunnen. 
Kortom, er ligt nog heel veel onder-
zoekwerk voor ons. 
Literatuur
1.  Davidovits, J., Geopolymer, Chemistry & 
Applications. Geopolymer Institute 2014.
2.  Provis, J.L., Deventer, J.S.J. van, Alkali 
Activated Materials: State-of-the-Art 
Report. RILEM TC 224-AAM, 2014.	
p20_Artikel 3   27	04-06-15   13:40                  
                 
                              
Reacties
Guus Voermans - Guus Voermans 04 april 2017 18:51
Beste redactie, helaas ben ik nog geen lid maar het is de overweging waard. Kom uit de werktuig en machine bouw en ontwikkel productie processen en installaties voor zeer uiteenlopende industrieën. Op dit moment zit ik verlegen om de volgende informatie; Wat kost geopolymeerbeton en waar kan ik het kopen. Ik begrijp dat het een beetje kort door de bocht voor u klinkt maar ik kom in mijn speurwerk hierna helaas geen bedragen tegen . Mocht u mij kunnen helpen graag ik loop dood. Vriendelijke Groeten Guus Voermans Uitvinder Kunstenaar